Een goed gesprek

‘De Christusfiguur is noodzakelijk, Christus is niet-noodzakelijk’, is een van mijn laatste overdenkingen. Het leverde gesprekken op, waarin verontwaardiging doorklonk, terwijl op de keper beschouwd dit een orthodox – van waaruit de reacties kwamen – standpunt is: de mens kan niet bepalen dat Christus noodzakelijk is. Hij is ons gegeven om niet, genade. Maar het gesprek vond plaats, de vragen werden gesteld! ‘Wat is een wonder?’ waarin ik de mogelijkheid besprak dat niet het wijken van het water van de Rietzee het wonder is, maar het moment waarop dit natuurverschijnsel plaatsvond. Hierdoor werden in gesprekken de geloofsnieren geproefd. Vanuit een pittig gesprek schreef ik ‘de ware Kerk’, deze bestaat niet, het is een droom, maar over dromen kun je wel zingen (Marco Borsato en NLB 968). De kerk een spiegel voorgehouden in ‘Legitiem Liturgisch Lachmoment’, confrontatie met de soms tenenkrommende manier waarop wij kerkgangers met kinderen omgaan binnen de liturgie. Of het kwinkslagrijke ‘Opwekking of gezang’ over de wens naar meer Opwekkingsliederen, terwijl de ander hoog-liturgische gezangen wil.

In zeven jaar heb ik 36 overdenkingen geschreven, nu nummer 37. Bijzonder dat naar aanleiding van de 36e overdenking (‘Het moet anders, het kan anders’) in de Ontmoetingskerk kritisch naar het vrijwilligersbeleid gekeken gaat worden. Dit wordt…

… een goed gesprek!

Als herinnering aan zeven bijzondere jaren heb ik de kerkenraadsleden van de Ontmoetingskerk een boekje van Bert Bakker overhandigd: ‘Een goed gesprek’, het PKN jaarthema. Een goed gesprek is in onze tijd hard nodig, want we leven in een tijd dat ‘vrijheid van meningsuiting’ een seculier massief gestold dogma is geworden. Deze vrijheid is eenrichtingsverkeer en dat is geen goed gesprek. Het begint bij goed luisteren. Dat kunnen de meningenvrijheidsstrijders niet, ‘…een dwaas is niet geïnteresseerd in inzicht, hij wil alleen zijn eigen mening kwijt’ (Spreuken 18, 2), is actueel. ‘Haast je om te luisteren, maar wees traag in het spreken’ (Jacobus 1, 19) is de voorwaarde voor een goed gesprek. U vraagt naar mijn herinneringen aan goede gesprekken? Enkele flarden:

De boekbesprekingen ‘Geduld met God’ en ‘Mijn heldere afgrond’. Diverse gemeenteleden luisterden naar elkaar met ruimte voor twijfel en overtuiging. Tijdens de Bijbelkring met zorgafhankelijke bewoners van de Weidevogelhof het monologische losgelaten. Door bespreking van de verschillende aspecten van de vrucht van de Geest (Galaten 5, 22 en 23) proefde ik jonge geesten in zorgafhankelijke ouderen. Als je goed luistert hoor je veel wijsheid. Viermaal in drie jaar de Verhalenmarkt: ouderen bloeiden, kinderen groeiden, dankzij gedurfde vragen en respectvol luisteren. In twee jaar zestien gesprekken met rand- en niet-kerkelijke jongvolwassenen. Niet in de kerk, maar in de Soete Suikerbol. Daar kwamen we bij elkaar en bespraken vele aspecten van het leven.

Buiten de gebaande paden blijken talloze mogelijkheden voor goede gesprekken. De front-page van een kerkblad is daartoe een goed middel. Deze hoeft echt niet alleen door dominees geschreven te worden! Wel heb ik het met veel plezier gedaan. Leden van de Protestantse Gemeente Pijnacker en Delfgauw: Ga met God! Vaya con Dios en à Dieu!

Ds. Cor Baljeu