Preek van zondag 11 november 2018. Dankstond.

De Acker, Kerk in Noord. Pijnacker. www.kerkomroep.nl.

Bijbelgedeelte: Marcus 12, 38-44  (NBV).
Voorganger: ds. Jelke de Jong (dominee@deacker.pknpijnackerdelfgauw.nl).

Gemeente van Jezus Christus,

Wordt God blij van onze geefgedrag? Dat is een belangrijke vraag, want niet al ons geven maakt God automatisch en vanzelfsprekend blij. Nu niet, maar ook vroeger niet. In het OT maakte de Here God zich soms geweldig boos over het geefgedrag, de offers van de Israëlieten. ‘Wat moet ik met jullie offers?’ ‘Houd op met die zinloze offergaven’ (Jesaja 1, 11 en 13). ‘Ik walg van jullie brand- en graanoffers. De vetgemeste beesten van jullie vredeoffers keur ik geen blik waardig’ (Amos 5, 22).

Wat gaat hier mis? Het geven, het offeren wordt hier verduisterd door o.a. onrechtvaardig handelen (zoals verdraaien van het recht, verdrukking en uitbuiting van armen, corruptie etc.), het zoeken van eigen eer, belang of voordeel. Klacht van God: ‘Jullie eren mij met de lippen, maar niet met het hart’. Vormendienst, lippendienst, God gruwt er van.

Het gaat God er niet om wat je geeft, of hoeveel je geeft, maar hoe je geeft. ‘Het offer voor God is een gebroken geest. Een gebroken en verbrijzelt hart zult u, God, niet verachten’ (Psalm 51,19).

Geven vanuit het hart, daarmee maakt de vrouw uit Marcus 12 het verschil. Daardoor verspreid zij licht. Zij wil ons leren in ons geefgedrag verschil te maken: niet gericht op wat je geeft of hoeveel je geeft, maar hoe je geeft. Offert.

De vrouw uit Marcus 12 is arm en weduwe. Nu, maar vooral toen: uiterst kwetsbaar. Afhankelijk. Geen enkele macht of invloed. Maximaal aangewezen op de hulp van anderen. Gevaar: misbruikt, vergeten en verwaarloosd te worden. Deze vrouw gaat langs de rand van de dood.

Een heel verschil met de rijken. Geld/rijkdom geeft macht, invloed, status. Maakt je onafhankelijk. Je kunt (laten) doen wat je zelf wilt.

De vrouw gedraagt zich niet wanhopig, of ellendig, maar krachtig. In liefde tot God en in  vertrouwen op God gooit ze, uit dankbaarheid, twee muntjes in het offerblok. Ze geeft alles wat ze heeft. Stelt haar leven in de waagschaal.

Dankbaarheid is een christelijke deugd. Is kenmerkend voor het leven van een christen. Klagen gaat ons makkelijker af dan danken. Daarom moeten we er steeds weer toe aangespoord worden. Nu en toen. Paulus: ‘Houd vast aan het geloof dat u geleerd is en wees vervuld van dankbaarheid’ (Kol 2,7). ‘Wees ook dankbaar’ (Kol 3,15). ‘Doe alles wat u zegt of doet in de naam van de Heer Jezus, terwijl u God, Vader, dankt door Hem’ (Kol 3,17).

Danken is van genade spreken. Spreken van wat je (om niet) hebt ontvangen. Wat je in de schoot geworpen is. Los van jouw inspanning, potentie, kracht, ego. Hoeveel is dat? Veel. Alles! God is de Schepper van hemel en aarde. Alles wat is, is van Hem. Wat we bezitten hebben we in bruikleen. We zijn rentmeesters. Dat we Gods kinderen mogen zijn, mogen delen in het eeuwige leven, hebben we niet aan onszelf te danken, maar aan het offer van Jezus Christus voor ons. Dankbare verwondering wordt op Golgotha geboren. Dankbaarheid groeit in de bedding van liefde en vertrouwen. Liefde en vertrouwen kleuren de dankbaarheid.

Dat betekent dat dankbaarheid niet automatische en vanzelfsprekend gelijk is aan voorspoed, rijkdom, welvaart etc. De vrouw uit Marcus 12 geeft in haar armoede uit dankbaarheid aan God alles wat ze heeft (gekregen). Ze geeft het in handen van een corrupt systeem dat misbruik maakt van haar kwetsbare situatie (vers 40). Zij is maximaal aangewezen op de liefde en de genade van God.

Van beneden af gezien, vanuit menselijk perspectief, is er een enorm verschil tussen goede en slechte tijden, tussen verdriet en vreugde, rijkdom en armoede. Maar van bovenaf, in Gods ogen, bestaan verdriet en vreugde nooit los van elkaar. Waar pijn is, wil God zijn met zijn genezing. Waar armoede is, daar is het koninkrijk. God geeft leven door de dood.

Het (kaars) licht in de tempel werd verduisterd door de schriftgeleerden die de huizen van de weduwen opaten en voor de schijn lange gebeden uitspraken. Door haar onbaatzuchtige liefde en rotsvast vertrouwen op God licht in de voorhof van de vrouwen iets op van het Koninkrijk van God dat is en komt. Deze vrouw geeft God de eer die Hem toekomt, respecteert de tempeldienst en ontzegt de geestelijke leiders hun waardigheid niet. Daardoor laat zij iets zien van Jezus. Daardoor laat zij (in een verduisterde tempel) haar licht schijnen. Zij reflecteert Jezus, Die het licht der wereld is.

Onbaatzuchtig geven: uit liefde, in vertrouwen, uit dankbaarheid. God de eer blijven geven. De ander zien als medemens, als schepsel van God, of als broeder of zuster, dan maak je verschil. Dan verspreid je in een donkere wereld licht.

Mooi om als kind een schoenendoos te ontvangen die vanuit onbaatzuchtige liefde is gevuld en verzorgd. In het besef: iemand (ver weg) denkt aan mij. Dat zal zijn uitwerking niet missen. De familie Azimi was verwonderd en blij dat zij vanuit onbaatzuchtige liefde eten en drinken, schoeisel en kleiding kregen. De christenen in Griekenland die hen dat gaven, zullen hun verwondering hebben gezien en opgemerkt. Wij weten wat dit eenvoudige gebaar heeft uitgewerkt in het leven van Mahdi.

Word niet moe om goed te doen. Laat door onbaatzuchtig geven ‘jullie licht schijnen voor de mensen, opdat ze jullie goede daden zien en eer bewijzen aan jullie Vader in de hemel’. Het gaat de Here God er niet om wat je geeft, of hoeveel je geeft, maar dat je geeft vanuit je hart.

Geef vanuit oprechte liefde, met oog voor de ander. Geef vanuit liefde royaal. Delen/geven geeft niet minder, maar meer, want God zorgt. Leef, deel en geef in vertrouwen op God.

Amen.