Vasten

Is het vasten een gebod van Jezus? Nee. Wél stelde Hij Doop en Avondmaal in, maar liet zijn leerlingen niet vasten en zelf heeft Hij maar één keer gevast: na de doop door Johannes als voorbereiding op Zijn opdracht. De leerlingen van Johannes de Doper vroegen zelfs aan Hem, waarom Hij het vasten niet verplicht stelde. Jezus zegt dan: een stuk nieuwe stof gebruik je niet om een oud kledingstuk op te lappen.  Zijn vreugde is als jonge wijn, die niet in oude vormen past.

Als Hij afscheid neemt van zijn leerlingen aan het begin van zijn lijden, stelt Hij niet een vasten in, maar juist een maaltijd om zijn dood te gedenken. Veel van Zijn woorden bevatten  beelden van voedsel, verzadigd worden, etc. De maaltijd als zinnebeeld is dan ook vele malen meer aanwezig in de Bijbel dan het vasten.

Toch is vasten Bijbels: als teken van rouw of boetedoening, of bij de herdenking van rampen. En structureel vasten was er rond de Grote Verzoendag, verplicht voor elke OT-ische gelovige. Profeten waarschuwen echter wel, dat vasten geen formaliteit mag worden. Jesaja 58 zegt dit met het oog op de naaste, Jeremia 36 met een verbod om andere goden na te lopen, Zacharia 8:18 met de belofte van de toekomst van de Heer.

In Lukas 2:37 staat dat Hanna vastte ter ondersteuning van haar gebeden, en in Handelingen 13:3 vastte men als voorbereiding bij de uitzending met een opdracht (vergelijk Esther 4:16), niet als een gereguleerde periode in het jaar.

In de Didachè, een kerkorde van ± 110 na Chr., staat dat de vroege christenen elke week het vasten praktiseerden, op woensdag en vrijdag. Zij wilden zich onderscheiden van de joodse gelovigen, die namelijk op maandag en donderdag vastten.

Vasten hoort in een dankbare, aanbiddende doordenking van Christus’ lijden, hoewel het in de Bijbel nergens aan Pasen of Goede Vrijdag wordt gekoppeld. De kerkgeschiedenis deed dat wel. Het christelijke vasten voorafgaand aan Pasen vindt zijn oorsprong bij monniken en kluizenaars uit de vierde eeuw in Egypte. Hun soberheid werkte navolging uit: men vastte voordat men zich liet dopen. Wie uit het heidendom kwam vastte als voorbereiding en ontving de Doop op Pasen.  Toen het dopen werd losgemaakt van Pasen, bleef het vasten er wel aangekoppeld.  En dat is de kerkhistorische verklaring. Maar de Bijbelse boodschap van vasten is het allerbelangrijkst: wend u tot God, bekeer uw hart, bedwing uw oude adam, en weet dat God ons niet wil delen met andere, verkeerde machten. En die oproep, die de profeten al lieten horen, is de ware betekenis van vasten en die is aan geen seizoen gebonden.

Ds. H.J. Franzen
22 februari 2019