Column: Zomerseizoen

Verschenen in Centraal Contact, jaargang 29, nummer 10.

Zomerseizoen

Er is iets raars aan de hand met de tijd in het jaar die vanaf dit nummer van Centraal Contact begint. Na Pinksteren komt de kerkelijke machine langzaam tot stilstand. Het aantal vergaderingen en activiteiten neemt snel af. Na Pinksteren zit de kerk in Delfgauw niet meer vol, tot aan de startzondag half september. Vanaf mei gaan de eerste gemeenteleden op vakantie. Past tegen oktober is zo’n beetje iedereen weer thuis. Bijna vijf maanden lang gaat de kerk een proces in van vertragen, rust, opstarten, en dan weer vol van start.

Er zit iets heel moois aan deze periode van vakanties. Het is een tijd om tot rust te komen. Om de dingen te laten landen en bezinken. Ik hoop dat het ook een tijd mag zijn van reflectie. Een tijd waarop je bezig kunt zijn met de vraag of je wel doet waartoe je geroepen bent. Als kerk en als individu. En als je echt hard aan vakantie toe bent: doe je dan niet te veel? Doe je wel de juiste dingen? Laat je je niet te hard meesleuren door wat ander van je verwachten? Zit je niet in een verkeerde werkstructuur waarbij je bedrijf of je werkgever gewoon teveel van je vraagt? En zou het ook anders kunnen?

Maar er knaagt toch ook iets aan mij in deze periode. We zitten in de tijd net na Pinksteren. De wind steekt op. Pinksteren is verbonden met de tijd van de eerste oogst. Ik vond het mooi om te ontdekken dat het voor veel tuinders ook inderdaad de tijd was om te oogsten. Al had dat ook vooral te maken met het warme weer in de werken daarvoor. In de Bijbel is Pinksteren het moment waarop het opeens hard gaat met de kerk. Drieduizend mensen sluiten zich aan bij de leerlingen van Jezus. Ze trekken er al snel op uit om het evangelie te verspreiden.

En wat doen wij? Zodra de Geest de ruimte neemt, beginnen wij het kerkenwerk af te bouwen.

Maar misschien zit daar ook wel iets goeds in. Want wat lezen we dat de gelovigen na Pinksteren gaan doen? ‘Elke dag kwamen ze trouw en eensgezind samen in de tempel, braken het brood bij elkaar thuis en gebruikten hun maaltijden in een geest van eenvoud en vol vreugde. Ze loofden God en stonden in de gunst bij het hele volk. De Heer breidde hun aantal dagelijks uit met mensen die gered wilden worden.’

Trouw bij elkaar komen, in eenvoud en vreugde, God loven, openstaan voor nieuw mensen. Meer wordt er van ons niet gevraagd tussen Pinksteren en Startzondag. Met minder moeten we zeker geen genoegen nemen.

Ds. Robert Stigter