De preek van paasmorgen 2018 #ikziejou

Leerlingen van Jezus, gasten in ons midden,

Er is een groot probleem met het opstandingsverhaal van Marcus. Namelijk: we zijn waarschijnlijk een stuk kwijt. Marcus 16 heeft twintig verzen. Maar vers 9 tot 20 zijn zeer waarschijnlijk niet door Marcus zelf geschreven. Er is heel veel onderzoek gedaan naar de tekst van de Bijbel. En van heel veel tekst weten we precies wat er wel of niet oorspronkelijk is opgeschreven, en wat er later bij is geschreven. En alleen wat origineel is, vindt je terug in je moderne Nederlandse vertaling. Maar er zijn een paar plekken waar het allemaal niet zo duidelijk is. En dit is er eentje.

Wetenschappers denken dat vers 9 tot 20 uit Marcus 16 er pas later bij is geschreven door iemand die het wel heel raar vond dat Marcus stopt bij vers 8.

8De vrouwen gingen naar buiten en vluchtten bij het ?graf? vandaan, want ze waren bevangen door angst en schrik. Ze waren zo erg geschrokken dat ze tegen niemand iets zeiden.

Misschien is Marcus daar expres gestopt. Wilde hij ons een soort puzzel meegeven. Misschien kon Marcus het boek niet afmaken. Bijvoorbeeld omdat hij werd opgepakt. Want christenen werden in die tijd vervolgt. Of wat het meest waarschijnlijk is: het oorspronkelijke boek of de boekrol van Marcus’ verhaal is de laatste bladzijde kwijtgeraakt.

En dan zitten we dus met een probleem. Want hoe gaat het verhaal van Marcus verder? Wat zou hij verder hebben opgeschreven over de opstanding van Jezus? Als we dat willen bedenken, moeten we eerst maar eens goed kijken naar de acht verzen die we wel hebben.

Het belangrijkste zegt Marcus eigenlijk al in de eerste twee verzen:

1Toen de ?sabbat? voorbij was, kochten ?Maria? uit Magdala? en ?Maria? de moeder van Jakobus, en Salome ?geurige olie? om hem te balsemen. 2Op de eerste dag van de ?week? gingen ze heel vroeg in de ochtend, vlak na zonsopgang, naar het ?graf.

Daar gebeurt van alles. Maar het gaat me nu vooral over het moment waarop het gebeurd.

Op de eerste dag van de week, vroeg in de ochtend, vlak na zonsopgang. Dan gebeurt het.

De Bijbel begint met God die de hemel en de aarde schept. Zes dagen is God daarmee bezig. Op deze zevende dag, de sabbat, rust God uit van zijn werk. Hij geniet van wat Hij heeft gemaakt. En dan begint er weer een nieuwe week. En Marcus maakt duidelijk dat er op deze eerste dag van de nieuwe week iets heel nieuws gebeurd. De zon gaat opnieuw op, over de wereld die verloren week. God schept iets nieuws. Gods nieuwe wereld, begint nu. Op deze dag van de opstanding. De dag van de nieuwe schepping.

Ik kom er nog wel op terug. Waarom dat zo belangrijk is.

Eerst maar eens kijken wie we voor ons hebben. Drie vrouwen. Maria uit Magdala, Maria de moeder van Jakobus en Salome. Drie vrouwen dus. En ik heb het al vaker gezegd, maar omdat het zo belangrijk is nog maar een keer: in de tijd van Jezus en Marcus waren vrouwen helemaal niet belangrijk. Bij een rechtszaak werden ze niet serieus genomen als getuige. Dus dat drie vrouwen getuige zijn van het lege graf, is super onhandig. Als Marcus een betrouwbaar verhaal wilde verzinnen, had hij wel drie mannen op het graf af gestuurd. We kunnen dus wel stellen: wat Marcus vertelt over de drie vrouwen is echt gebeurd, want het is onmogelijk om dit te verzinnen.

En deze drie vrouwen, op de eerste dag van de week, hebben een missie: ze willen het lichaam van Jezus gaan balsemen. Jezus is gestorven op vrijdag, kort voor het donker werd, dat is kort voor het sabbat werd. En op sabbat mag je niet werken. Daarom was er geen tijd om Jezus’ lichaam te balsemen. Het balsemen is een teken van respect. Respect voor hun Heer en vriend. Die ze nu al zo hard missen.

Op zaterdagavond, als de sabbat is afgelopen, kopen ze olie. En op de eerste dag, gaan ze heel vroeg, vlak na het opgaan van de zon, naar het graf.

Maar bij het uitvoeren van hun missie, het balsemen van Jezus’ lichaam, zien ze al een probleem opdoemen:

3Ze zeiden tegen elkaar: ‘Wie zal voor ons de steen voor de ingang van het ?graf? wegrollen?’

Drie vrouwen, ’s ochtends vroeg, op weg met een missie die ze niet kunnen uitvoeren. Die steen is veel te zwaar voor hen. Een sta in de weg.

Maar als ze bij het graf komen, zien ze dat de steen al is weggerold. Probleem opgelost, maar er is wel gelijk een nieuw probleem. Het graf is leeg! Er is geen lichaam om te balsemen. Maar waar is het lichaam dan? Wat is hier aan de hand?

Gelukkig is er een helper.

5Toen ze het ?graf? binnengingen, zagen ze rechts een in het wit geklede jongeman zitten.

Een engel. Die geeft tekst en uitleg:

6Wees niet bang. U zoekt ?Jezus, de man uit ?Nazaret? die gekruisigd is. Hij is ?opgewekt? uit de dood, hij is niet hier; kijk, dat is de plaats waar hij was neergelegd. 7Ga terug en zeg tegen zijn ?leerlingen? en tegen ?Petrus: “Hij gaat jullie voor naar Galilea, daar zullen jullie hem zien, zoals hij jullie heeft gezegd.”’

Wat een bizar verhaal is dit! Het grote verhaal van het boek Marcus eindigt met deze climax. Het verhaal begon met Jezus, een man die een nieuwe tijd aankondigde: Gods Koninkrijk is nabij, God komt terug als koning naar deze aarde, God gaat iets nieuws beginnen.

En tijdens het boek kom je erachter dat deze Jezus de Messias is. De figuur door wie Gods koninkrijk zichtbaar wordt. Maar Jezus’ missie om zich te laten kronen tot Messias lijkt verkeerd af te lopen. Hij wordt gevangen genomen en gedood aan een kruis. Een kruis met daarboven de tekst: Jezus van Nazareth, koning der Joden. Een nep koning. Een nep Messias. Messiassen laten zich niet doden.

Maar wat een bizarre oplossing noemt de engel.

6Hij is ?opgewekt? uit de dood, hij is niet hier.

En Jezus had het wel verteld, dat Hij zou opstaan uit de dood. Maar ja, wie kon dat begrijpen?

De vrouwen kunnen hun missie niet volbrengen. Want er is geen lichaam om te balsemen. Maar ze krijgen wel gelijk een nieuwe missie mee:

7Ga terug en zeg tegen zijn ?leerlingen? en tegen ?Petrus: “Hij gaat jullie voor naar Galilea, daar zullen jullie hem zien, zoals hij jullie heeft gezegd.”’

Een nieuwe missie: ga naar de andere leerlingen en vertel dat Jezus is opgestaan, en dat ze hem zullen zien in Galilea.

Voor de leerlingen breekt een nieuwe tijd aan. De tijd dat ze de opgestane Heer mogen ontmoeten. En in de tijd worden ze nieuwe personen. Ze waren volgelingen. Maar op het moment dat het er echt op aankwam, lieten ze Jezus in de steek. Met name Petrus had een grote mond, maar op het moment dat hij onder druk kwam te staan verraadde hij Jezus. Drie keer ontkende hij dat hij Jezus kende. Nog voor de haan had gekraaid.

En dat Petrus hier bij naam wordt genoemd, vertelt dat Jezus het nog steeds in hen ziet zitten. Zij hebben hem laten zitten, maar Hij vergeeft hen. Sterker nog: Hij vertrouwt hen en geeft hen een nieuwe missie: om alle volken te vertellen dat Jezus de Heer is. De koning van de wereld.

Maar eerst moeten de vrouwen hun nieuwe missie volbrengen. Het goede nieuws brengen aan de andere leerlingen. Maar zullen ze daarin slagen?

8Ze gingen naar buiten en vluchtten bij het ?graf? vandaan, want ze waren bevangen door angst en schrik. Ze waren zo erg geschrokken dat ze tegen niemand iets zeiden.

Als dit het einde van het boek van Marcus is, is het geen happy end. De vrouwen zijn zo geschrokken van wat ze hebben gezien, dat ze hun nieuwe missie niet kunnen volbrengen. Het is niet bevatten wat ze hebben meegemaakt.

Maar ik kan me er toch wel iets bij indenken. Als iemand van wie je houdt onverwacht overlijdt. Dan staat de wereld ook op z’n kop. Alle zekerheden in je leven lijken in één keer weggevaagd. En er is tijd nodig om te kunnen wennen aan de nieuwe wereld waarin je geliefde er niet meer is.

Bij die vrouwen was het nog veel erger. Jezus was niet alleen een vriend van wie ze hielden. Hij was hun Messias. Degene door wie God de hele wereld nieuw zou maken. Toen die dromen uiteenspatte op het kruis, waren alle zekerheden uit hun leven verdwenen.

Laat staan als ze dan het lichaam van hun Heer niet meer kunnen vinden, en horen dat Hij is opgestaan. Het is niet te bevatten. Ze staan te trillen op hun benen. Ze weten niet meer wat ze voelen. Alles staat op z’n kop.

Hoe zou het verder gaan met die vrouwen? Wat zou Marcus geschreven hebben in vers 9 en 10?

Dat Marcus hierover geschreven heeft, bewijst dat die vrouwen het aan iemand anders hebben verteld. Hoe zou Marcus het kunnen weten? En het feit dat wij hier vanochtend bij elkaar zijn gekomen, bewijst dat het verhaal van Marcus verder gaat.

Als die vrouwen alleen hadden verteld van een leeg graf, en dat is het, dan hadden we vanochtend beter in ons bed kunnen blijven liggen. De enige reden dat wij hier bij elkaar zijn, is dat het niet bij een leeg graf is gebleven. Jezus is verschenen als de Opgestane Heer. Aan de vrouwen. Aan de mannen. Hij heeft zichzelf laten zien. Dat is het verhaal dat ons vanochtend bij elkaar brengt.

Maar hoe gaat dat verhaal verder. God is iets nieuws begonnen, op die eerste dag van de nieuwe schepping. Maar hoe gaat dat verder, in ons leven?

10Wees niet bang, want ik ben bij je,

vrees niet, want ik ben je God.

Ik zal je sterken, ik zal je helpen,

je steunen met mijn onoverwinnelijke rechterhand.

#ikziejou

Dat vers uit Jesaja is een samenvatting van hoe de nieuwe schepping werkt. Je hoeft niet bang te zijn. Je bent niet alleen: God is erbij. Ook als de wereld waarin je leeft op omvallen staat. Als dood, ziekte of ander kwaad je leven binnenkomt: Hij is erbij. Je hoeft niet bang te zijn.

En God zal je sterken, helpen. Je bijstaan als je het moeilijk hebt. Je de kracht geven om te getuigen. Je de inspiratie geven om er te zijn voor andere mensen. Een rustpunt zijn als allerlei krachten en machten druk uitoefenen op je leven.

En Hij zal je steunen, met zijn onoverwinnelijke rechterhand. God heeft overwonnen. Met Pasen is het grootste kwaad, de dood, verslagen. Gods nieuwe wereld is begonnen. Ook als we het niet zien, als het kwaad om zich heen grijpt. Als alle zekerheden in je leven wegvallen. Als je ziel schudt en beeft. Hij heeft gewonnen. Dat is het grote verhaal van Pasen. Amen.