De preek van Palmpasen 2019

bij Johannes 11:55-12:1 & 12:9-19

Leerlingen van Jezus, gasten in ons midden,

Over welk feest gaat deze foto?

Kerstboom heeft te maken met kerst, paaseieren met Pasen. Twee symbolen van twee verschillende feesten.

Hetzelfde zien we gebeuren bij het verhaal van Palmpasen dat we lazen.

55Het was kort voor ?Pesach, het Joodse paasfeest,

Pesach. Dat is het feest waarop de Joden de uittocht uit Egypte vieren. Het volk Israël werd als slaven gevangen gehouden in Egypte. Maar God bevrijdde hen. Van de Farao en zijn leger, die omkwamen in de Rode Zee. En daarmee ook van de Egyptische goden. De duistere machten en krachten met wie God het gevecht aanging. En aan het eind van dat verhaal in Exodus, bouwden de Israëlieten een Tabernakel. Daar konden ze God aanbidden. God zou voortaan hun hun midden zijn. Hij zou wonen bij zijn volk.

Maar we zien in het verhaal ook een symbool van een ander feest:

Toen ze hoorden dat ?Jezus? ook zou komen, 13haalden ze palmtakken en liepen ze de stad uit, hem tegemoet, terwijl ze riepen: ‘Hosanna! Gezegend hij die komt in de naam van de ?Heer, de ?koning? van Israël.’

Het zwaaien met Palmtakken. Dat hoort bij het Chanoeka feest. Dat feest gaat terug op gebeurtenissen uit 164 voor Christus. Israël was in die tijd bezet door de Grieken. Die hadden de tempel ontwijd door er hun eigen godenbeelden te plaatsen en er varkens te offeren. De Joodse manier van leven werd onderdrukt. Een opstand geleidt door Judas de Makabeeër maakte daar een einde aan. Toen hij de vijand had verslagen, hield hij een intocht in Jeruzalem. Zoals je kunt lezen in het deuterocanonieke boek Makkabeeën:.

1 Makkabeeën 13

49In ?Jeruzalem? konden de bezetters de citadel niet in of uit om op het land voorraden te kopen. Ze leden ernstig gebrek en een groot aantal van hen kwam om van de honger. 50Ook zij smeekten Simon om vrede, en hij stemde erin toe. Hij verdreef hen uit de citadel en reinigde die. 51Op de drieëntwintigste dag van de tweede maand van het jaar 171 hielden de ?Joden? juichend hun intocht: ze zwaaiden met palmtakken, zongen lofliederen en maakten muziek op lieren, ?cimbalen? en harpen omdat de grote vijand uit Israël verdreven was. 52Simon bepaalde dat deze dag jaarlijks gevierd zou worden.

Pesach en Chanoeka. Twee feesten, met verschillende symbolen. Beiden gaan over bevrijding van Israël uit de macht van de buitenlandse vijand. En de duistere machten en krachten achter die vijand. En beiden gaan over aanbidding: er komt een plaats waar God woont bij zijn volk. Of die plaats, de tempel, wordt gereinigd en herstelt.

En bij die twee feesten met hun eigen symbolen, komt nog een derde symbool. In hoofdstuk 11 schrijft Johannes over de opwekking van Lazarus. Lazarus uit Bethanië, een goede vriend van Jezus, is ziek. Jezus arriveert te laat om hem nog te kunnen redden, zo lijkt het. Als Lazarus al vier dagen in het graf licht, laat Jezus het graf openen, en roept Hij Lazarus naar buiten. Hij was dood, maar leeft weer.

En die gebeurtenis, is van mond tot mond gegaan. Heel Jeruzalem weet ervan, want Betanië ligt vlakbij. En zo iets bijzonders hebben de mensen nog nooit meegemaakt. Iemand uit de dood opgewekt! Een profeet die sterker is dan de ultieme vijand, de dood. Dat moet wel de Messias zijn, de lang verwachte leider die de Romeinen gaat verslaan, de tempel gaat reinigen en Gods recht zal herstellen.

Maar ondertussen zijn er duistere machten in het spel. De tegenstanders van Jezus, de Farizeeën en hogepriesters, maken zich grote zorgen, naar aanleiding van wat er met Lazarus is gebeurd:

Johannes 11

47Daarop riepen de hogepriesters en de ?farizeeën? het ?Sanhedrin? bijeen: ‘Wat moeten we doen? Deze man doet veel wondertekenen, 48en als we hem zijn gang laten gaan, zal iedereen in hem gaan geloven. Straks grijpen de Romeinen in; dan zullen ze onze ?tempel? en ons volk vernietigen.’ 49Een van hen, Kajafas, die dat jaar ?hogepriester? was, zei tegen de anderen: ‘Jullie begrijpen het niet! 50Besef toch dat het in jullie eigen belang is dat één man sterft voor het hele volk, zodat niet het hele volk verloren gaat.’

De opstand die Jezus naar verwachting zal leiden, is gedoemd te mislukken. Een nieuwe opstand tegen de Romeinen zal het einde van de tempel en het Joodse volk betekenen. Nee, dan is het beter dat één man, Jezus, sterft voor het hele volk, zodat niet het hele volk verloren gaat.

En de Romeinen kijken op een afstandje toe. Ik heb het al eens eerder verteld. Jezus intocht is een parodie op de intocht die de Romeinse gouverneur Pilatus ongeveer tegelijkertijd hield. Pilatus trok op een paard, gevolgd door zijn soldaten Jeruzalem binnen. Om de rust en vrede gewapende wijs te bewaren tijdens Pesach, het feest van bevrijding. Een feest waar altijd opstand tegen het Romeinse gezag dreigde. Jezus kwam aan de andere kant de stad binnen op een ezeltje, gevolgd door een massa volksgenoten, gewapend met Palmtakken.

En zo wordt Jezus een speelbal van allerlei verwachtingen en machtsspelletjes. Kort voor Pesach, het feest van de bevrijding. Haalt het volk hem binnen als een nieuwe Judas Makkabeeër, een bevrijder. De opwekking van Lazarus wekt de verwachting dat Jezus sterker is dan de dood, de ultieme vijand. De Joodse leiders zien Hem als een groot gevaar voor het voortbestaan van het volk. En de Romeinen staan klaar om met het zwaard in te grijpen, indien nodig.

En ondertussen is Jezus populairder dan ooit. Zoals de Farizeeën het zeggen:

19 ‘Je ziet dat we niets bereikt hebben: kijk maar, de hele wereld loopt achter hem aan.’

De hele wereld loopt achter Jezus aan.

Maar wat is hun verwachting van Jezus?

Vandaag nog roepen ze

Hosanna! Gezegend hij die komt in de naam van de ?Heer, de ?koning? van Israël.’ 

Maar over een paar dagen roepen diezelfde mensen

Johannes 19

6‘Kruisig hem, kruisig hem!’

Jezus voldoet niet aan de verwachtingen. Hij is niet gekomen om het volk van de Romeinen te bevrijden. Hij is gekomen om hen te bevrijden van iets wat nog veel groter is: de machten en krachten van het kwaad. De afgoden die de mensen aanzetten tot geweld. De ultieme vijand, de dood: ze worden verslagen aan het kruis.

En Jezus is niet gekomen om de tempel te reinigen en de hogepriesters te vervangen. Hij is gekomen om de tempel van zijn lichaam te laten vernietigen, om die tempel drie dagen later weer op te bouwen. Door zijn sterven en opstanding kunnen wij God aanbidden door de Geest. God woont in ons. Een tabernakel en tempel zijn niet meer nodig.

Jezus bevrijdt en Jezus maakt het mogelijk om God te aanbidden. Hij is de vervulling van Pesach en Chanoeka. Maar Hij doet dat niet op de manier die de mensen verwachten.

Wat is onze verwachting van Jezus? Wat verwachten wij van deze koning?

Misschien verwacht je wel bevrijding. Zijn er dingen in je leven die je gevangen houden. Zorgen, angsten, beperkingen, zonden. Jezus wil je bevrijden van alles wat jou gevang houdt. Maar misschien niet op de manier die jij zou willen. Zijn weg is de weg van het lijden en van het kruis. Ben je bereid Hem op die weg te volgen?

Misschien verwacht je wel echte aanbidding. Dat je weer iets van God ervaart. Dat je in je leven kunt aanwijzen: ja, God bestaat. Hij zorgt voor mij. Hij is mijn Heer.

Jezus geeft je de mogelijkheid om God te aanbidden. Maar misschien voldoet Hij niet aan jouw voorwaarden. God aanbidden, God verheerlijken, gaat in deze Stille Week anders dan je verwacht. Als Jezus door de hele wereld word binnengehaald en vereert als nieuwe koning. Als alles goed lijkt te gaan, dan is God aanbidden niet zo moeilijk. Maar daarna wordt het een ander verhaal. Jezus wordt verheerlijkt als Hij hangt aan het kruis. Daar blijkt Hij de koning der Joden, de koning van deze wereld. Kun jij God ook aanbidden, als Hij juist ver weg lijkt? Als het lijkt alsof Hij niet aanwezig is? In de moeite? In de pijn? In het lijden? Kun je daar God aanbidden en vinden?

Jezus volgen, in deze laatste dagen voor Goede Vrijdag, bekent Hem volgen, tegen onze eigen verwachtingen en verlangens in. Het is Hem volgen in Zijn lijden. Zijn kruis is de plek waar we Zijn liefde ten diepste kunnen vinden. Het kruis is de plek waar Hij omhoog wordt geheven en verheerlijkt. Hij is de koning van Israël, juist als Hij aan het kruis hangt. Dat is de plek waar Hij de duistere machten verslaat. Waar de vijand wordt ontwapend. Waar wij vergeving en bevrijding ontvangen. Zijn nederlaag is de ultieme overwinning. Het kruis is de plek waar wij Jezus mogen aanbidden, waar wij Hem verheerlijken, waar wij worden bevrijdt.

Zo gaan we in de Stille Week Jezus achterna. Heden Hosanna, morgen kruisig Hem. Amen.