De preek van zondag 11 juni

Over Handelingen 4:23-35 en Psalm 2

Leerlingen van Jezus, gasten in ons midden.

Delen is hip. Delen is weer helemaal terug. De senioren in onze kerk hebben nog meegemaakt dat delen heel normaal was. Je had allemaal niet zo veel. Dus wat je had dat deelde je als het goed is met elkaar. In de jaren daarna is de welvaart snel toegenomen. Iedereen had genoeg om zelf alles te kopen. Een eigen auto, een eigen huis, iedereen had genoeg om voor zichzelf te zorgen.

Maar nu is delen weer terug. Bedrijven als Über, Peerby, Aribnb, Snappcar, Mywheels, speelgoedbank, mini-bieb. Alles wat je bezit kun je ook met anderen delen. En lang niet al die bedrijven doen alleen goede dingen. Maar het principe van delen is natuurlijk heel goed.

Voor een deel komt het omdat mensen genoeg hebben van het als maar meer meer meer. Minimaliseren. In plaats van je huis volstoppen met made in China spullen, proberen zo min mogelijk dingen in huis te hebben. Omdat het niet goed is dat we allemaal zo veel consumeren.

En voor een deel is het ook noodzaak. Steeds minder mensen kunnen vertrouwen op financiële zekerheid. Robots dreigen in de toekomst een groot deel van de banen over te nemen. Een basisinkomen, waarbij je inkomen krijgt, los van of je er wel of niet voor hebt gewerkt, is volgens sommige denkers de enige realistische oplossing.

De eerste christenen leefden ook in een deeleconomie. Althans, hun omgeving was geen deeleconomie. In hun omgeving hadden de rijken de macht. De armen waren afhankelijk van de gunst van de rijken. Bij de christenen ging het anders.

34Niemand onder hen leed enig gebrek: wie een stuk grond of een huis bezat, verkocht het, bracht de opbrengst naar de ?apostelen? 35en legde die aan hun voeten neer, waarna het ?geld? naar behoefte onder de gelovigen werd verdeeld.

Voor een deel was dat uit ideaal. Voor een deel ook uit noodzaak.

Het ideaal waar ze op teruggrepen, vind je in Deuteronomium. Het boek van het verbond. In Deuteronomium gaat het over de zegen van God, waardoor niemand in armoede hoeft te leven. En als iemand toch niet genoeg heeft, dan moet je hem geld lenen. En elke zeven jaar worden alle schulden kwijtgescholden. De hele economie wordt gereset. Zodat iedereen weer genoeg heeft om van te leven.

De eerste christenen geloven dat met Jezus het nieuwe verbond is aangebroken. Door zijn lijden, zijn sterven en zijn opstanding, door zijn bloed, heeft God een nieuwe verbond gesloten met zijn vernieuwde volk. De leerlingen vertrouwen op Gods zegen. En voor een deel komt die zegen uit henzelf voort omdat ze bereid zijn om met elkaar te delen. En dan is er genoeg voor iedereen. God heeft alles met ons gedeeld. Hij heeft zelfs zijn zoon aan ons gegeven. Hoeveel temeer kunnen wij dan samen leven van wat God aan ons heeft gegeven om met elkaar te delen.

Naast dat ideaal van het nieuwe verbond is er nog een reden om zo radicaal met elkaar te delen. Het is bittere noodzaak.

Al vanaf het eerste begin wordt de kerk die op Pinksteren geboren werd, vervolgt. Petrus en Johannes hebben voor het eerst iets bijzonders gedaan in de tempel, in het voetspoor van Jezus. En meteen worden ze gevangen gezet en ondervraagt. Deze keer komen ze er nog met een indringende waarschuwing en een spreekverbod vanaf. Maar al snel zal de vervolging zo heftig worden dat leerlingen worden gedood en de leiders moeten vluchten.

En dat raakt aan de ervaring van de vervolgde kerk. Nog steeds wordt een op de elf christenen wereldwijd vervolgt vanwege hun geloof. Ze worden gediscrimineerd, verliezen hun bezit, worden opgesloten, gemarteld, gedood. Er worden aanslagen op hen gepleegd door terroristen. Hoe erg het is verschilt natuurlijk per land. Als je daar meer over wilt weten, kom dan aanstaande vrijdag naar de Nacht van Gebed.

Nacht van gebed

Maar wat in al die landen het geval is, is dat christenen veel meer dan wij gewend zijn om met elkaar te delen. Als je bezit niet veilig is, als je toekomst niet met geld kan worden verzekerd, dan moet je wel voor elkaar zorgen.

En daarin vragen ze ook om onze steun. Ons gebed. Maar ook dat wij ons bezit met hen delen. Met organisaties als Open Doors die hen steunen en helpen om het geloof niet te verliezen.

Als de leerlingen zo voor het eerst te maken krijgen met vervolging van hun piepjonge kerk, dan moeten ze gelijk denken aan een Psalm. Psalm 2.

In die Psalm herkennen ze zichzelf. Alle machthebbers spannen zich samen tegen de gezalfde van God, de koning, de Messias. En dat is hoe het gebeurde: de Romeinse machthebbers, de Joodse machthebbers, rechters, geestelijk leiders, iedereen spande samen tegen Jezus om hem te veroordelen.

En als je dat ziet gebeuren, en je bent maar met een klein clubje te midden van al die machten en dat geweld. Dan wordt je al snel bang. Waar gaat het heen? Ben ik mijn leven nog wel zeker? Vragen die wij ons in deze tijd ook wel stellen. Als er weer aanslagen worden gepleegd. Als tienermeisjes opeens verdwijnen en dood worden teruggevonden. De angst neemt toe, het vertrouwen in de toekomst en in elkaar neemt af.

Maar de leerlingen houden zich vast aan Psalm 2:

Zeg me: waarom komen volken in opstand?
Zeg me: waarom spannen koningen samen?
Waarom beramen ze zinloze plannen?
Ze moeten niets hebben van God.
Ze zeggen: “We rukken ons los.
Gods koning is niet die van ons.
Zijn tijd is om.”

 Hoor je hem lachen, de Heer in de hemel?
Hoor je de Heer nu de draak met hen steken?
Straks wordt hij kwaad en dan zie je ze schrikken.
Ze trillen van angst als hij zegt:
“Ikzelf heb mijn koning gezalfd
op Sion, mijn heilige berg.
Ons woord is wet.”

God zei me: “Ik heb jou mijn zoon gemaakt.
Ik geef je alles wat jij van me vraagt.
Jij krijgt de macht, omdat ik van je houd.
Alles en iedereen is straks van jou.
Jij zult regeren met ijzeren vuist.
Jij zult ze breken, jij gooit ze eruit.”

God is de enige echte koning. Zijn gezalfde, de messias, Jezus, zal komen en dan maakt God alles recht.

De leerlingen bidden niet om bevrijding van hun vervolgers. Bevrijding van lijden. Ze bidden om vrijmoedigheid. Om de moed om te blijven verkondigen dat Jezus de Messias is, de Heer, de enige echte koning van de wereld. En ze worden vervuld met de Heilige Geest. Vol van Gods kracht. Zodat ze zonder angst kunnen blijven geloven en getuigen.

En omdat ze niet bang zijn, blijven ze met elkaar delen. Ze stellen hun hoop niet op hun bezit. Ze blijven vertrouwen op God. Ze worden meer en meer één met elkaar. Ze delen hun leven. Uit noodzaak om onder de vervolgingen te kunnen overleven. Maar ook omdat ze blijven vertrouwen dat God in Jezus een nieuw verbond met hen heeft gesloten. Daarom breken we het brood, en drinken we uit de beker, en vieren we zo het nieuwe verbond.

Gelukkig is wie bij hem woont,
wie schuilt bij hem.

Kom thuis bij hem.
Hij houdt je vast.

Als we daar aan vast houden kunnen ook wij ons leven met elkaar delen. Amen.