De preek over Jona 4

Leerlingen van Jezus, gasten in ons midden,

Jona heeft wel wat weg van een peuter. Vreselijk kwaad als hij zijn zin niet krijgt. Als een kind zo blij met een cadeautje. Maar er is meer aan de hand met Jona.

Ik bedoel: hij weet dat God er is. In Jona 1 zei hij:

9‘Ik ben een Hebreeër en ik vereer de HEER, de God van de hemel, de God die de zee en het land gemaakt heeft.’ 

Hij kent God als de schepper van hemel en aarde.

Jona weet ook hoe God is:

2U bent een God die ?genadig? is en liefdevol, geduldig en trouw, en tot ?vergeving? bereid. 

En dat heeft hij ook zelf meegemaakt: God heeft tot hem gesproken en hem geroepen. Toen Jona ongehoorzaam was, heeft God hem niet gestraft maar uit het water van de dood gered via een vis. Jona kent God, weet hoe God is, en heeft dat zelf gezien in zijn eigen leven.

Maar dan: hij merkt dat God Nineve niet op zijn kop zet en vernietigd, maar dat God genadig is en de Ninevieten spaart als zij hun verkeerde levensstijl achter zich laten. En als Jona dat ziet wordt hij extreem kwaad: hij schreeuwt het uit tegen God dat het niet eerlijk is. En dat hij liever dood gaat dan te zien dat God de Ninevieten, de vijanden van Israël, op deze manier genadig is.

En dan stelt God hem de vraag: is het terecht dat je zo kwaad bent?

Nee natuurlijk niet, maar dat is tot Jona nog niet doorgedrongen. Dus besluit God hem een lesje te leren.

Jona heeft buiten de stad een armoedig hutje gebouwd om te kunnen zien wat er met de stad Nineve gaat gebeuren. En God liet een wonderboom groeien om Jona te redden van zijn boosheid. Een wonderboom, Ricinus communis, een plant die extreem snel groeit en grote bladeren heeft om in de schaduw te kunnen zitten. En Jona is als een kind zo blij met dit cadeautje van God.

Maar, de volgende dag stuurde God een worm die de boom in een mum van tijd laat verdorren. Vervolgens stuurde God de sirocco, een verzengende woestijnwind die alles verdort en je gegarandeerd een zonnesteek oplevert als je in de open zon zit. En Jona bid nog een keer dat hij liever dood is dan zo verder te moeten leven.

En dan komt de clou van het Bijbelboek Jona:

9Maar God zei tegen ?Jona: ‘Is het terecht dat je zo kwaad bent over die plant?’ ?Jona? antwoordde: ‘Ik ben verschrikkelijk kwaad, en terecht!’ 10Toen zei de HEER: ‘Als jij al verdriet hebt om die wonderboom, waar jij geen enkele moeite voor hebt hoeven doen en die jij niet hebt laten groeien, een plant die in één nacht opkwam en in één nacht verging, 11zou ik dan geen verdriet hebben om ?Nineve, die grote stad, waar meer dan honderdtwintigduizend mensen wonen die het verschil tussen links en rechts niet eens kennen, en dan nog al die dieren?’ 

Wat Jona tot zo’n grote sukkel maakt, in onze ogen, is dat hij Gods genade wel kent en ervaart voor zichzelf, maar er niet naar gaat leven. God is genadig, prima, wel voor mij, maar toch niet voor mijn tegenstander.

Ik ben bang dat er meer van Jona in ons zit dan we zouden willen. De weg van de wereld is veel makkelijker dan de weg van de genade.

De weg van de wereld is je vijanden haten. De weg van de genade is je vijanden liefhebben.

De weg van de wereld is eigen volk eerst. Stel dat God inderdaad Nineve zou hebben vernietigd. Er zou een grote vluchtelingenstroom zijn ontstaan, ook richting Israël. Jona en veel van zijn tijdgenoten zouden hebben gezegd: ze zijn niet welkom. Ze hebben een andere cultuur. Bovendien hebben we genoeg eigen problemen die eerst moeten worden opgelost.

De weg van de genade is dat elk mens een genadevolle behandeling verdient. Inmiddels wonen er in Nederland zo’n 1,3 miljoen christelijke migranten. Pasgeleden nog sprak ik Iraakse christenen in winkelcentrum Emerald. Een paar jaar geleden waren ze gevlucht, uit Irak, niet ver van waar Nineve vroeger lag. Ik voelde met hen meer verbondenheid dan met een gemiddelde niet christelijke Nederlander. Het gaat er niet om waar je geboren bent, het gaat er om of je van boven geboren bent. Of je Jezus hebt leren kennen als je Heer.

Christelijke migranten zijn de toekomst van de kerk, zeggen steeds meer deskundigen. Wij kunnen van hen leren. Zij kunnen de kerk in Nederland versterken. Hoe kunnen wij anders dan vol genade met deze broers en zussen omgaan.

De weg van de wereld is dat wij ons geloof voor onszelf houden. Geloven is voor op zondag in de kerk, of voor achter de voordeur. Het is een privézaak. De weg van de genade is dat God wil dat iedereen Hem leert kennen. En Hij wil ons gebruiken om anderen uit te nodigen. Bijvoorbeeld voor de kerkproeverij. De wereld vult ons met angst en zegt ons onze relatie niet op de proef te stellen. De weg van de genade leert ons dat we God meer moeten gehoorzamen dan onze angst.

De weg van de wereld is dat we boos worden, net als Jona. Boos als we ons onrechtvaardig behandelt voelen. Als we niet krijgen waar we recht op denken te hebben. Boos als we iets van ons comfort verliezen. Boos op God als het niet goed met ons gaat. De weg van de genade leert ons dat we geduldig moeten zijn, vol liefde, zachtmoedigheid. Vol zelfbeheersing.

Alles wat we hebben, wie we zijn, hoe we denken, alles moet een nieuwe plek krijgen in het licht van Gods genade. Ons geld is niet van ons, onze talenten en capaciteiten hebben we niet aan onszelf te danken, onze familie is niet het belangrijkste in het leven. Alles is van God en wij zijn van Hem. We leven uit Zijn genade.

God heeft ons in Christus met Hem verzoend. Niet omdat wij dat verdienen, maar omdat God trouw is aan zijn verbond. En Hij verzoend ons met elkaar. Theoretisch en praktisch opgeleid, jong en oud, oud-Delfgauw en Emerald. We zijn één in Christus. God maakt ons één en wil ons karakter veranderen zodat we steeds meer gaan lijken op zijn zoon Jezus. We zijn een nieuwe schepping. Onze eenheid is een teken van de eenheid die God gaat herstellen als Jezus weer komt. En wij zijn werkers van die nieuwe schepping, geroepen om nu al iets van die nieuwe wereld te laten zien.

Daarom moeten we de Jona in ons laten gaan. Niet langer bouwen op de zekerheden van deze wereld, maar op de zekerheid van Gods genade en van de nieuwe schepping die is en komt. We moeten onze boosheid en angst onderkennen en laten beschijnen met het licht van Christus. We kunnen Gods genade niet voor onszelf houden. Dit grote cadeau van Gods liefde is er om uit te pakken en door te geven.

Want Hij is een God die ?genadig? is en liefdevol, geduldig en trouw, en tot ?vergeving? bereid. Amen.