Liturgische kleuren, en wat betekenen de X en P aan de kansel?

De komende weken hangen er verschillende antependia (enkelvoud: antependium, letterlijk: voorhangsel, oftewel kanselkleed) aan de kansel. Ook de stola op de toga van de dominee of de stropdas volgt vaak deze liturgische kleuren.

We kwamen van groen: de kleur van de ‘gewone’ tijd in het jaar, wanneer er geen feest of voorbereiding op een feest is. Bij het vieren van het Avondmaal is de kleur wit: de kleur van feest en blijdschap, en alles wat goed is en bij God hoort. Ondanks het verdriet hangt die kleur er ook met eeuwigheidszondag. Omdat we weten dat wie leeft met Christus, blijft in Christus, ook wanneer hij/zij sterft. Vanaf zondag 2 december, de eerste adventszondag, is de kleur paars: de kleur van verdriet en nadenken over hoe je omgaat met mensen, met God en met de aarde. Met kerst stappen we weer over op wit. De enige liturgische kleur die we dan nog niet gebruikt hebben is rood: de kleur van het vuur van de Heilige Geest.

De kleur wit komt al in de Bijbel voor als symbool voor alles wat bij God hoort. Van de andere kleuren is de betekenis opgeschreven in de middeleeuwen.

Op het antependium zie je twee letter door elkaar staan. De X (Chi) en de P (Ro). Dit zijn de Griekse hoofdletters die de eerste twee letters vormen van het woord Christus. Dit X-P symbool is een heel oud christelijk merkteken, in ieder geval uit de derde eeuw na Christus.