Vanuit de wijkkerkenraad

De wijkkerkenraad is verantwoordelijk voor ‘het leiding geven aan de gemeente’. Daar komt veel organiseerwerk bij kijken, en we vergaderen als wijkkerkenraad elke tweede maandag van de maand om te bespreken wat hiervoor nodig is. Dit ‘leiding geven aan de gemeente’ is vooral ook een geestelijke opdracht. Daarom ruimen we in onze vergaderingen, naast de zaken die gewoon ‘geregeld’ moeten worden, ook altijd de nodige tijd in voor onze eigen geestelijke toerusting en groei. De afgelopen tijd hebben we gesproken over het doopformulier dat we in onze gemeente gebruiken en over ‘participatie in kerkdiensten’. We vertellen u en jullie hier graag wat over.

Het doopformulier dat we in Kerk Delfgauw hanteren is geen ‘officieel’, voorgeschreven formulier. Het heeft zich in de loop van de tijd in onze gemeente ontwikkeld tot de doopliturgie die we nu gebruiken. Het formulier is een mix van tradities, zoals de reformatorische en oecumenische, aangevuld met nieuwe, ‘gemeente-eigen’, elementen. Karakteristiek in de liturgie is de in onze gemeente zo belangrijke rol van muziek, zowel bij de onderwijzing (het Dooplied van Sèla, HH502: “Uit het water van de doop, putten wij geloof en hoop, dat Gods trouw en liefde blijvend is.”) als bij de door de hele gemeente gezongen Geloofsbelijdenis (Lied 340b). Inhoudelijk staat het formulier dichtbij de reformatorische traditie, met daarbij aandacht voor de drieslag verbond en belofte, sterven en opstaan met Christus en inwijding in de gemeente. De onderwijzing in het Dooplied, het persoonlijk getuigenis door de ouders (of, wanneer een volwassene gedoopt wordt: door hem of haar zelf) en de verwelkoming van de dopeling door de gemeente brengen de betrokkenheid van God, ouders en gemeente tot uitdrukking. Als wijkkerkenraad hebben we geconstateerd dat het doopformulier zoals we dat in Delfgauw gebruiken voluit Bijbels en in lijn met de betekenis van de doop is, en past bij de diversiteit en geloofsbeleving in Kerk Delfgauw.

Met participatie in kerkdiensten wordt bedoeld op welke manier je als kerkganger betrokken bent en een bijdrage levert aan een dienst. Dat komt op verschillende manieren tot uitdrukking. In de eerste plaats natuurlijk ‘gewoon’ door er te zijn, door te luisteren naar wat er in de kerkdienst wordt gesproken, door te zingen en in het (persoonlijk) gebed. We denken dat er kansen zijn voor meer en actievere participatie. Dat was ook de praktijk van de eerste Christenen. Zo schrijft Paulus: “Wanneer u samenkomt draagt iedereen wel iets bij: een lied, een onderwijzing, een openbaring, een uiting in klanktaal of een uitleg daarvan. Laat alles tot opbouw van de gemeente zijn.” (1 Kor. 14:26). Ook sluit het aan bij de huidige ‘belevingscultuur’ en biedt het mogelijkheden om op een creatieve wijze kerk te zijn. Leren en discipel zijn van Jezus is meer dan alleen luisteren: de kerk is oefenplaats voor geloof. Actieve participatie in een kerkdienst kan op vele manieren, en dat gebeurt deels al, bijvoorbeeld: het aandragen van gebedspunten in het gebedenboek, het verzorgen van de schriftlezing door een gemeentelid in plaats van de predikant, het kort bespreken van een door de dominee gestelde vraag met degene die naast je zit, het opsteken van een kaarsje, het gesprek met de kinderen, het Twittergebed, de Emmaüswandeling, het vooraf in een Gemeentegroeigroep meedenken over de preek en de preek daar nadien bespreken. Bij actieve participatie is het wel belangrijk dat dit wordt ingekaderd in de liturgie; in de hiervoor genoemde Bijbeltekst (vers 33) staat immers ook: “God is niet een God van wanorde, maar van vrede”. De wijkkerkenraad wil hier graag verder over nadenken. We nodigen u en jou van harte uit hieraan mee te doen!

Gerard de Ruiter (scriba)