God danken en dus delen

Commentaar bij de tijd van Karin van den Broeke

Dankdag voor gewas, arbeid en visserij. Op veel plaatsen in het land komen mensen tijdens de eerste woensdag in november samen om te danken, in Zeeland wordt Dankdag vaak pas later in november gehouden. Op sommige plaatsen is er geen dienst op woensdag, maar wordt er op een zondag aandacht aan de oogst besteed, op nog weer andere plaatsen is het fenomeen Dankdag nauwelijks bekend.

Kostbaar moment
Voor mij is Dankdag een kostbaar moment in het jaar. Als gemeenschap sta je stil bij de onvanzelfsprekendheid van alles wat je hebt. Voldoende te eten, voldoende te drinken, een dak boven je hoofd en mensen om je heen die voor je willen zorgen: het is niet vanzelfsprekend. Dat klinkt als vrome praat in een welvarende samenleving, vluchtelingen bepalen ons bij de realiteit van de kwetsbaarheid. Aan de rand van het vele goede dat we in Nederland met elkaar delen, gaapt toch altijd ook de afgrond van de leegte. Een cultuur waarin we gewend zijn om een breed spectrum aan meningen te respecteren en waarin we diversiteit hooghouden, kan bedreigd worden door een kleine groep die plotseling bereid blijkt om verkondiging van de eigen mening met geweld gepaard te laten gaan. Een kostbaar sociaal stelsel waarin mensen met elkaar een maatschappelijk vangnet hebben georganiseerd kan bedreigd worden door een kleine groep die de solidariteit op wil zeggen. In het leven als mens kun je de kwetsbaa rheid van gezondheid, van goede relaties, van de zekerheid van inkomen zomaar tegenkomen.

Rand van de afgrond
Wat valt er te danken aan de rand van de afgrond? Heeft die dankbaarheid te maken met wat je hebt ontvangen en wat je wilt behouden? Het uiten van dankbaarheid heeft vaak wel die toon. ‘God, wij danken U…..’ en dan volgt er iets van het goede waarvan we genieten. Toch is het niet die uiting die Dankdag voor mij zo kostbaar maakt.

Op Dankdag is de kerk een gemeenschap die God dankt en zich de kwetsbaarheid van het goede leven realiseert. Dat die dankbaarheid in een gemeenschap uitgesproken wordt, is essentieel. Een klein stukje van het lichaam van Christus, pars pro toto voor het geheel. Die gemeenschap heeft er weet van dat het voor geen mens op aarde vanzelfsprekend is om zelfs maar te delen in wat wij basisbehoeften zijn gaan noemen. En tegelijkertijd leeft zij van het geloof dat God erop gericht is om ieder mens tot zijn of haar recht te laten komen.

Vrijgevigheid
Dankdag is om die reden ook altijd een dag van vrijgevigheid. In agrarische gebieden bestaat hier en daar de gewoonte dat boeren juist met dankdag het grootste gedeelte van hun kerkelijke bijdrage schenken. De onvanzelfsprekendheid van wat je zelf hebt, maakt het vanzelfsprekend dat je ervan deelt met de wereldwijde gemeenschap. Wat wij van God ontvangen, is niet zomaar ons eigendom, het is er ten dienste van het grotere geheel.
Solidariteit staat in onze tijd onder druk. Bang als we zijn om verworvenheden prijs te geven, plaatsen we her en der hekken. Levensgrote tekenen van hoe de één wil beschermen wat hij heeft tegenover de ander. Of lopen we tegen hekken op, geplaatst door anderen die zich de macht toegeëigend hebben om die hekken te plaatsen.
Ik voel me thuis in de wereldwijde gemeenschap van Christus. Een gemeenschap die God dankt en dus deelt.
Ds. Karin van den Broeke, preses van de generale synode van de Protestantse Kerk in Nederland.
>Bron: www.protestantsekerk.nl/actueel, bericht d.d. 5 november 2015. Lees meer op www.protestantsekerk.nl/commentaarbijdetijd.