Gebed – Overdenking van Ds. Cor Baljeu

Over het gebed

Elke religie kent het gebed. Iedere religie heeft daar een andere vorm voor. Het jodendom kent onder andere de gebedsmantel, waarmee men zich hult in de Thora, en de gebedsriemen, waarmee aangegeven wordt dat men God dient met heel zijn hart en heel zijn verstand. Met het gebed drukt de moslim zich (ook fysiek) vijfmaal per dag uit, op door de maanstand bepaalde tijden, dat hij zich overgeeft aan God. Het symbool van het Hindoeïsme is de lettergreep ‘ohm’. Dit is een vorm van gebed, met als doel de goddelijke kracht in jezelf voelen. En zelfs het Boeddhisme, ook al kent het geen God, heeft vlaggetjes met gebeden, die, als aan een waslijn hangend, meegenomen worden door de wind, de wereld in.

Ook wij zijn in het christendom vertrouwd met het gebed. ‘Heer, leer ons bidden…’ vroeg een leerling (Lucas 11, 1). En wij ontvingen via hem het Onze Vader.

Is bidden ‘praten met God’? Of gaat bidden veel dieper?

Met gebed hopen we God te leren kennen, in de mystieke zin van het woord, opgenomen in zijn gemeenschap. Eén zijn met Hem, met of zonder woorden. Iets van Gods kracht hopen wij door middel van het gebed te ervaren. De kracht van het gebed zit niet in de vroomheid of schoonheid, maar in de echtheid en oprechtheid.

Qua inhoud zijn er vier grondvormen: danken en vragen, de biecht en de klacht. Alle vier komen we in de eredienst tegen: het danken bij het avondmaal, het vragen in de voorbeden, de biecht in de schuldbelijdenis, de klacht in het kyriegebed.

Het gebed is kwetsbaar, een ‘soft target’ voor spot. Janis Joplin verengde het gebed tot een vraaggebed, door haar lied: ‘Oh, Lord won’t you buy me a Mercedes-Benz!’ (Oh Heer, kunt u geen Mercedes Benz voor mij aanschaffen!) alsof het gebed alleen maar een verlangenlijstje is. Zij verwoordde daarmee vroegtijdig (1970) het materialisme, waarin we nu maatschappelijk middenin zitten. Dit vertaalt zich, ten aanzien van het gebed, in de vraag van mensen: ‘…wat heb je nou aan een gebed? Wat win je ermee?’

En dan is het eerlijke antwoord: ik win er niets mee. Sterker nog, ik verlies alleen maar. Ik verlies mijn boosheid, ik verlies mijn ego, ik verlies mijn hebzucht, ik verlies mijn depressie, ik verlies mijn onzekerheid, ik verlies mijn angst voor de dood.

Misschien is het antwoord op onze gebeden niet winnen, maar verliezen. En dit verlies, is winst voor de Schepping.

Al onze gebeden staan onder het voorbehoud: ‘…niet mijn wil maar de uwe geschiede.’

Ds. Cor Baljeu

Deze overdenking is geïnspireerd door een meer dan dertig jaar oud boekje uit de Toerusting reeks: ‘Bidden’ dr. Paul Oskamp, en een gedeelde foto op Facebook.