Hoor jij bij ons of bij de vijand? (Jozua 5: 13)

Vlak voordat de Israëlieten Kanaän veroveren, verschijnt Jozua onverwachts een ‘man, met een getrokken zwaard’. Droomt hij of is het werkelijkheid? Het speelt zich af in(!) Jericho, staat er letterlijk. ’t Heeft iets dreigends, al stapt Jozua moedig op hem af. ‘Hoor jij bij ons, vraagt hij, of bij de vijand?’ ‘Bij geen van beide, ik ben aanvoerder van het leger van de Heer’.

Er zit iets ongrijpbaars in dit tafereel. Jozua ziet wat met het blote oog niet valt te zien. Net als later Gehazi in mag zien, dat de door de vijanden omsingelde stad waar hij zich met Elisa bevindt wordt beschermd door vurige wagens en paarden. ‘Wees niet bang, zegt de profeet, want wij zijn met meer dan zij.'(II Kon. 6: 17) Is dat ook hier het geval?

Of hangt er dood en verderf in de lucht, zoals David beseft als hij een engel tussen hemel en aarde ziet staan, het blanke zwaard uitgestrekt over de stad Jeruzalem? (I Kron.21: 17) Dit laatste is hier dacht ik niet het geval. David wordt geconfronteerd met zijn ongenaakbare trots.

Maar het spreekt niet vanzelf dat God aan onze kant staat. In zijn met-ons-meegaan, levert Hij zich niet uit. Het is een genade als de Heer met zijn legers ons omringt en ondersteunt. Wanneer de engel Gods bij uitstek, de mens Jezus het later voor ons opneemt, moet Hij een geweldige afstand overbruggen. Niet in kilometers maar in sfeer. Hij moet zich wagen in bezet gebied, zijn rug krommen onder het kruis, om ons zondaars terug te halen bij God.

De diensten die we houden moeten daar iets van weten. Van schroom, van verrukking om de liefde Gods. We zijn Gods club niet, we zijn verloste goddelozen.

Dat Jozua voordat de Israëlieten de strijd aanbinden de aanvoerder van Gods legerscharen ziet, het zwaard getrokken, maakt nog iets duidelijk. Kanaän, het land van de toekomst, het leven gaat voor ons open. Niet zoals je zou denken en zoals we dat als regel doen: door er hard tegen aan te gaan, de schouders eronder, en kop op! Dat kan praktisch van ons worden gevraagd.

Maar als u dit seizoen in Kanaän wilt komen, op uw werk, in de kerk, of welk terrein ook maar, weest dan liever geen rausdauer. Het zwaard van de engel, leggen de rabbijnen uit, staat voor de Torah. Paulus zegt: het zwaard is Gods Woord, Gods Geest. (Ef.6: 17) Levend uit de Torah dragen we vrucht en komen we in het beloofde land. ‘Als een boom geplant aan stromen water’. De engel Gods helpt u om doelen en middelen weloverwogen te kiezen.

ds. M. Treuren

september 2019