O Ewigkeit, Du Donnerwort!

Eeuwigheid in Bijbel is niet, zoals wij er vaak van maken: onafgebroken tijd. Waar je dan stiekem bij denkt: dat moet op den duur vervelen. Zoals een uitje dat leuk begint maar te lang duurt. Altijd vakantie. Nee, in de eeuwigheid zijn verleden, heden en toekomst één. De tijd is er opheven!

Wat er zich in de tijd heeft afgespeeld is daar. De volle oogst is er geborgen. Niets gaat verloren van wat hier kostbaar is. Liefde die je gedeeld hebt, verlangens die je koesterde, dromen die in rook opgingen, de poes die je vertroetelde maar moest begraven. In Gods eeuwigheid vindt alles wat van waarde is zijn vervulling.
Hoe oud ben je in de eeuwigheid? Ben je 80 als je op die leeftijd overlijdt? Ja. Maar net zo goed 57, 23 en 4. En alles wat daar tussen inzit. Alle fasen doen mee. De hele tijd van je leven en misschien ook nog wel de ontbrekende jaren tot 130! Dat is namelijk in de Bijbel de tijd die staat voor een ‘voltooid’ leven.
Wat hier in de tijd uiteenvalt, is in de hemel één. Op een voor ons onvoorstelbare wijze. Puur, louter, rein. ‘There is a land of pure delight‘. (Ld.753) En ook verzoend.

’t Bijbelse ‘hasjamaïm’ dat we met ‘de hemelen’ (een dualis) vertalen, is uit twee woordjes is opgebouwd. ‘Esj’, vuur en ‘majim’, water. In deze wereld zijn water en vuur vijanden. Je blust het vuur met een straal water. Omgekeerd verdampt het water door vuur. Dat merk je als je de fluitketel droog laat koken.
Maar in de hemel zijn ze ‘vrienden’. Een spanningsvolle eenheid. ’t Is daar niet ‘of-of’, maar ‘en-en’. De tegenstellingen die hier zo benauwend kunnen zijn, zijn er opgeheven. In en dankzij Jezus Christus met elkaar verzoend.
Wij moeten vaak kiezen: links of rechts, goed of kwaad. De hele schepping is op ‘de twee’ gebaseerd, op polariteiten. Licht en duisternis, hemel en aarde, land en zee, vogels en vissen, mens en dieren. Mannelijk en vrouwelijk. Is het door goede werken of genade, is het door geloof of uitverkiezing dat we worden gered? Wat bepaalt ons: erfelijkheid of opvoeding? Door die dilemma’s kun je worden verscheurd.

’t Is een kunst het juiste pad te vinden, over de berggraad te lopen en je evenwicht niet te verliezen. Maar terwijl het hier op aarde vaak óf-óf is, bestaat in de hemelen het èn-èn. De spanningen zijn er in harmonie samengebracht.
Laten we ons voor het praten over de eeuwigheid en het verlangen naar de hemel daarom niet generen. Juist als je het aardse leven in al zijn concreetheid liefhebt, ligt het voor de hand te verlangen naar de hemel.

ds. Treuren