PASEN

Een diep verdriet dat ons is aangedaan
kan soms, na bittere tranen, onverwacht
gelenigd zijn. Ik kwam langs Zalk gegaan,
op Paasmorgen, zéér vroeg nog op den dag.
Waar onderdijks een stukje moestuin lag
met boerse rijtjes primula’s verfraaid,
zag ik, zondags getooid, een kindje staan.
Het wees en wees en keek mij stralend aan.
De maartse regen had het ’s nachts gedaan:
daar stond zijn doopnaam, in sterkers gezaaid.

(uit ‘Vijf vuurstenen’ 1974, Ida Gerhardt)

Dit is één van de mooiste Paasgedichten die ik ken. Ooit hield de Utrechtse predikant ds. M.G.L. den Boer daar op TV een meditatie over. In dit stukje heb ik fragmenten daaruit gebruikt. Schijnbaar gaat dit gedicht helemaal niet over Pasen, maar als je goed leest zitten ontdek je er allerlei verwijzingen naar. ’t Lijkt iets gewoons. Maar deze gewone belevenis is vol heerlijkheid. Er valt een ander licht over.

De ‘ik’ komt langs Zalk, een dorp aan de IJssel tussen Zwolle en Kampen. ’t Is daar een prachtig, oer-Nederlands rivierlandschap. Ida fietste vaak langs die dijk.
Het is Paasmorgen, ‘zéér vroeg nog op den dag’. Dat herinner direct aan Marcus die schrijft: ‘en zeer vroeg nog op de eerste dag der week gingen de vrouwen naar het graf.’

Er is sprake van een diep verdriet dat gelenigd wordt. Zoals bij Maria Magdalena die in tranen was, toen Jezus haar ontmoette en troostte door haar naam te noemen. En zoals het er ook van de twee Emmaüsgangers staat die Jezus pas bij het breken van het brood herkennen.
Ida schrijft dat de directe aanleiding voor dit gedicht de ontnuchterende onthaal thuis was door haar vader en zussen, toen ze een literaire prijs, een onderscheiding gekregen had. Niemand feliciteerde haar, vroeg iets of tracteerde. Er heerste een bedrukte atmosfeer.

Onderaan de dijk ligt een tuin, net als in het opstandingsverhaal. Een moestuin waar een kind in staat, ‘op z’n paasbest gekleed’. Stralend wijst het op het wonder dat die nacht gebeurd is. Sterkers, ook wel bitterkers of tuinkers genoemd, is een kruid dat de eigenschap heeft in korte tijd uit de grond op te schieten.

Het kind is verrukt. Het heeft zijn naam, zijn doopnaam ontdekt. Eerder in liefde gezaaid en op deze Paasmorgen voor ieder zichtbaar opgekomen. De impact die dat heeft! Deze kleine gebeurtenis wekt grote vreugde. Gewone dingen kunnen een onverwachts een teken worden van iets dat uit een hogere werkelijkheid komt.

‘Door onze doop en met onze doopnaam worden wij betrokken bij het nieuwe leven, het leven met de Opgestane Heer’.

ds. M. Treuren