Overdenking over racisme

door dominee Robert Stigter, verschenen in Centraal Contact nummer 12 2020

Lees Filippenzen 2:5-11.

In mijn stille tijd maak ik op dit moment gebruik van de Lectio 365 app. Deze Engelstalige app volgt elke dag het ritme van P.R.A.Y: pause/pauzeren, rejoice/verheugen, ask/vragen, yield/toewijden. Met deze app haal je als het ware een stukje klooster voor een minuut of tien je huis binnen.

Een van de sprekers in de app is Izwe Nkosi. Hij is voorganger in Engeland en afkomstig uit Zuid-Afrika. Hij groeide op in de nadagen van het apartheidsregime.

Ik kan als dominee heel kort zijn over racisme: dat is zonde. God heeft alle mensen gelijk geschapen, in Christus worden alle mensen gered, de Heilige Geest wordt uitgestort over alle gelovigen. Onderscheid maken op basis van huidskleur is een ernstige schending van Gods wil. Izwe Nkosi kan veel beter dan ik vertellen hoe deze algemene principes dichtbij komen:

“Ik groeide op in een Zuid-Afrikaanse township onder de apartheid. De kleur van mijn huid bepaalde naar welk ziekenhuis ik kon gaan, en wat voor zorg mijn moeder kreeg rond de bevalling. Zwart zijn betekende gemarginaliseerd worden, veracht, de mond gesnoerd, onderdrukt. Ik herinner me als klein kind dat mijn moeder bebloed en vol blauwe plekken thuis kwam. Ze deed alsof ze op haar werk gevallen was. ’s Avonds in bed vertelde ze aan mijn vader wat er echt gebeurd was, en omdat we met zes mensen in een klein huisje woonden, kon ik het letterlijk verstaan. Haar werkgever had haar bont en blauw geslagen, omdat ze hun borden had laten vallen en omdat ze hun honden niet exact op tijd had gevoerd. Zo je moeder van haar waardigheid beroofd zien worden, dat gaf ons als haar zonen en dochters het gevoel dat we waardeloos en hulpeloos waren.

Het is alleen in Christus dat ik mijn ware identiteit heb gevonden als kind van God. Mijn waardigheid als een zwarte man, geschapen naar Gods evenbeeld. De moord op George Floyd en zijn laatste woorden ‘I can’t bread’ [‘ik kan niet ademen’] hebben mijn hart gebroken, maar mij ook aangevuurd om te hopen en te bidden dat dingen nu misschien wel gaan veranderen.

De Bijbeltekst uit Filippenzen belooft dat ooit op een dag, en misschien al snel, elke natie en taalgroep uiteindelijk de knie zal buigen, niet voor een vlag, maar voor de Heer Jezus Christus. Op die wonderlijke dag zal elke cultuur zijn eigen unieke bijdrage leveren, zijn eetcultuur, taal, muziek, als gelijken, tijdens de kroning van een onschuldige Midden-Oosterse man, de gedood is zonder dat Hem recht werd gedaan, en door God verhoogd werd tot de allerhoogste plaats.”

En dat maakt dat racisme met het oog op Gods nieuwe wereld volstrekt belachelijk, zondig en ongepast is. Waar is racisme te vinden in onze kerk? Waar is racisme te vinden in ons hart? Voor we als kerkmensen de straat opgaan om te protesteren, moeten we eerst die vraag aan onszelf en elkaar stellen.

ds. Robert Stigter