Interview met Ds. Carla Schoonenberg

Het leek de kerkenraad leuk de nieuwe dominee te introduceren via een interview.
We legden haar de volgende vragen voor:

Eerst even een voorloop-vraag: hoe wilt u eigenlijk aangesproken worden?
Mevr. Schoonenberg of Dominee of Dominee Carla of wellicht nog anders?
Tot nu toe heb ik ervaren dat de aanspreekvorm wisselt, meestal afhankelijk van leeftijd en generatie. Soms is het veel natuurlijker om elkaar te tutoyeren en daar heb ik geen bezwaar tegen. Want bij het gemeentewerk ben je samen op weg en op elkaar betrokken. Dan kan het een barrière vormen om te veel afstand in te bouwen. Op andere momenten, en dan denk ik bijvoorbeeld aan het pastoraat of de eredienst, kan het voorkomen dat er een bepaalde sociaalwenselijke vorm nodig is om meerdere mensen en generaties aan te spreken. Dan staat inhoud voorop en hoop ik dat iedereen zich op een eigen manier aangesproken weet. Dus de praktijk zal het leren wat in welke situatie het beste is. De aanspreekvorm dominee Carla past goed, is voor kinderen begrijpelijk en maakt in het gemeentewerk goed verstaanbaar wat mijn rol en ambt inhoudt.

Mooi zo. De eerste echte vraag dan maar: vertel eens hoe was de gezinssituatie in je ouderlijk huis?
Mijn wieg stond in Amstelveen waar ik op 24 juli 1966 geboren ben. Op een of andere manier ben ik voor de theologie ‘in de wieg’ gelegd: we woonden op de Maarten Lutherweg en deze plek grensde aan het Augustinuspark. Mijn doopnaam is Augustina geworden. Mijn ouders waren er in die tijd druk mee. Mijn moeder gaf bijles klassieke talen aan middelbare scholieren en mijn vader studeerde toen in de avonduren theologie, naast zijn werk bij de Hoogovens. Ik ben de jongste van drie kinderen en heb een oudere broer en zus. Na Amstelveen werden we een predikantsgezin en woonden we op meerdere plaatsen in het land. Uiteindelijk heb ik vooral in Zuid-Holland en de omgeving van Rotterdam gewoond voordat we elf jaar geleden naar ’s-Gravenzande vertrokken.

Hoe is de gezinssituatie nu bij jou thuis?
Inmiddels is ook de laatste van onze drie kinderen al zo’n vijf jaar het huis uit. Zij wonen op kamers en komen geregeld thuis; soms samen, soms alleen en soms met een van hun vriendinnen. Onze oudste zoon Christiaan is bijna 26 jaar en woont inmiddels in Groningen. Hij rondt deze zomer zijn studie filosofie aan de KU Leuven af en is predikant in opleiding aan de PThU. Onze middelste zoon Arthur is net 24 geworden en studeert bouwkunde aan de TU Delft. Hij studeert volgend jaar af en houdt zich ook graag bezig met de verstilde ruimtes die kerken, kapellen en kloosters vanouds bieden. De jongste, Benjamin, is 22 jaar en studeert Film- en literatuurwetenschap in Leiden en Amsterdam en combineert dit vanaf september met een opleiding aan het Sandberg Instituut.
Ik ben getrouwd met Peter. We hebben elkaar bijna 38 jaar geleden leren kennen op karateles in Rotterdam. Daar trainden we op hoog niveau in hetzelfde jaar en al snel bleken onze gezamenlijke interesses voor de levensbeschouwelijke achtergronden van deze sport. Zo gaat deze sport niet uit van strijd met wapens maar wel met de ‘lege hand’ en vooral als zelfverdediging. Mijn vader spoorde mij er destijds toe aan, nadat ik een periode op de teamsport korfbal had gezeten.
Mijn man is negen jaar ouder dan ik en is vervroegd met pensioen gegaan. Na de Hogere Hotelschool heeft hij psychologie gestudeerd en is werkzaam geweest bij Justitie.

Ik heb begrepen dat jullie allemaal muzikaal zijn. Kunnen we in de toekomst een optreden verwachten van de ‘Schoonenberg-band’?
Dat zou wel erg leuk zijn natuurlijk! Onze kinderen zijn klassiek geschoold en spelen allemaal een strijkinstrument en piano en/of orgel. Ze hebben zowel de tijdens de basisschool als tijdens de middelbare school de opleiding gecombineerd met lessen aan het Hellendaal Instituut in Rotterdam en vanuit ’s-Gravenzande bij de School voor Jong Talent in Den Haag. Nu zetten zij deze vaardigheden in waar het mogelijk is maar hebben zij minder tijd om samen te spelen. Muziek vormt een welkome afwisseling voor alle denkactiviteiten.

Wanneer wist je dat je dominee wilde worden en hoe is dat gegaan?
Van jongs af aan kom ik graag in een kerk. Toen ik theologie studeerde zag ik mezelf nog niet meteen in een pastorie, zoals de meeste studenten dat wel hebben. Totdat de hoogleraar Ter Schegget aangaf dat hij mij daar juist wel zag zitten. Zelf was hij van de gemeente naar de universiteit overgestapt en bleef hij het gemeentewerk zien als de basis van alle theologiseren. In de eindfase van de studie is het gemeentewerk op mijn pad gekomen en heb ik opleiding en praktijk gecombineerd. De ervaringen van het overlijden van twee dierbare leeftijdgenoten en een periode daarna waarin ik dit intens heb doorleefd, gevolgd door de ziekte van onze jongste zoon toen hij 8 weken oud was, hebben mij de diepte van het lijden leren zien. Nog vat ik het niet met mijn verstand maar ik heb wel het vertrouwen ontvangen dat God juist dan mensen niet in de steek laat. De vele omwegen hebben mij, ondanks een duidelijk aanvangssignaal om deze kant op te gaan, tot het predikantschap geleid.

Waar word je blij van in je werk als dominee?
Het kan mij intens verrassen hoe mensen in een gemeente aan elkaar worden gegeven. Je kiest elkaar niet uit en je zit in de kerk naast mensen die misschien wel uit een hele andere context komen. Dat Gods verbond ook betekent dat mensen opgeroepen worden elkaars hoeder te worden, vraagt tegelijkertijd veel van mensen. Het is mooi om te zien dat mensen dan hun schroom en vooroordeel overwinnen en de ander leren kennen. Dat geldt ook voor wereld buiten de kerk en de manier waarop deze binnen de kerk gerepresenteerd wordt.

Heb je al idee waar je, na een inwerkperiode, mee aan de slag wilt in Pijnacker?
Vermoedelijk zal de kennismaking voorop staan. Maar in de afgelopen maanden heb ik al gemerkt hoe snel dat kan gaan. Ik merk dat de Ontmoetingskerk een dynamische organisatie is en dat er behoefte bestaat om niet vanuit tegenstellingen te denken maar vanuit verbindingen te werken. Via gesprek en via activiteiten zoals maaltijden, kringen en bijvoorbeeld wandelingen verwacht ik dat zowel het leeftijdsgebonden als het gezamenlijke gemeentewerk het samen onderweg zijn zal markeren.

De intrededienst is op 8 september ’s middags om 15.00 uur. Kunt u daarover al iets meer vertellen?
Ik begreep dat in de ochtenddienst van die dag jullie (nu) oud-predikant Ds. Cor Baljeu op het preekrooster stond. Ik vond het een leuke gedachte om hem te vragen voor de intrededienst. Hij geeft dan alsnog het spreekwoordelijke stokje door aan zijn opvolger. Over de inhoud moet ik nog even nadenken……

Tot slot: wat wil je nog melden waar we niet naar gevraagd hebben?
Sinds kort heb ik een Twitteraccount onder de naam dsCarlaOK (met dank aan Jacqueline van der Deijl voor de suggestie!). Dit is een nieuwe ervaring waarbij ik de weg nog moet vinden. Symbolisch bij deze overstap naar de Ontmoetingskerk. Ik heb al één collega als volger. Dat het een mooi begin mag zijn van alles waar de Ontmoetingskerk voor wil staan!

Hartelijk dank voor deze nadere kennismaking!