De preek bij de schoolkerkdienst over Noach

Liturgie zondag 19 mei 2019

Voorganger: ds. Robert Stigter

 

Welkom

Lied HH707 Welkom in Gods huis

Bemoediging en groet God heeft alles gemaakt

God heeft alles gemaakt. De hemel en de aarde. De zon en de maan. De zee en het land. De dieren en de mensen. En God laat niet los wat Hij is begonnen. Daarom zal Hij ons altijd helpen. Trouw, liefde en vrede van God de Vader, Jezus de Zoon en de Heilige Geest. Amen.

Lied HH551 Dank U wel (twee groepen 3)

Het verhaal van Noah begint helemaal niet zo leuk. God is verdrietig. Hij ziet dat de aarde, die Hij heeft gemaakt, helemaal vies is geworden. Vies door hoe de mensen zijn. Want de mensen maken ruzie, ze vechten met elkaar, ze gooien afval zomaar op de grond, kinderen hebben honger omdat het eten niet eerlijk wordt gedeeld, grote kinderen pakken speelgoed of van kleine kinderen. En niemand die daar wat van zegt. God voelt zich heel verdrietig omdat mensen er zo’n bende van maken.

En ik denk dat God nog steeds wel eens verdrietig is als Hij naar de aarde kijkt. Als Hij ons ziet ruziemaken, als Hij ziet dat kinderen in arme landen honger hebben, als Hij ziet dat er mensen moeten vluchten voor oorlog. Daarom gaan we nu bidden.

Gebed Samen een rommel van de wereld gemaakt

God, U hebt alles zo mooi gemaakt. De zon, de maan, de sterren, de aarde. De dieren, de bloemen, de mensen. We worden blij als we al die mooie dingen zien.

Maar we weten dat U soms verdrietig wordt. Verdrietig van hoe wij mensen met de aarde en met elkaar omgaan. Als mensen vechten en oorlog voeren. Als kinderen geen eten hebben terwijl andere mensen hun buik helemaal vol eten. Als de zee niet vol zit met vissen maar met plastic. Daarom zeggen we sorry tegen U. Sorry voor wat wij soms verkeerd doen, naar de aarde en naar elkaar. En als wij soms verdrietig worden over hoe slecht het gaat: wilt U ons dan weer blij maken. Want U bent de baas van de wereld. U hebt alles goed gemaakt. En U laat wat U gemaakt hebt niet los. Zo bidden we in Jezus naam. Amen.

 God laat niet los wat Hij heeft gemaakt. Daarom heeft Hij ook Jezus Christus naar de aarde gestuurd. Daarover lezen we een stukje uit de Bijbel.

Bijbelwoorden Kolossenzen 1:19-20 God maakt een nieuw begin met ons samen

19God zelf wilde aanwezig zijn in ?Christus20Want Hij wilde via zijn Zoon ?vrede? brengen tussen de schepping en zichzelf. Hij liet hem voor ons sterven aan het ?kruis. Daardoor is het nu weer goed tussen God en iedereen op aarde en in de hemel.

Loflied HH327 Diep diep diep als de zee drie groepen 1/2

Loflied HH4 Heer onze Heer (psalm 8)

 

Vertelling

(Noach doet eten in de hondenbak)

Oh, hallo allemaal. Leuk dat jullie hier zijn. Mijn naam is Noach. Ik ben al heel oud, ouder dan de oudste opa en oma hier in de kerk. En ik hou heel veel van drie dingen. Ik hou heel veel van God. Ik praat heel veel met Hem. En ik probeer te leven zoals Hij het goed vindt. En ik hou ook heel veel van dieren. Ik heb duiven, geiten, honden en nog veel meer dieren. En daar wordt ik helemaal blij van. En ik hou heel veel mensen: van mijn vrouw, van mijn drie zonen: Sem, Cham en Jafet en hun drie lieve vrouwen. En ik heb in mijn leven heel veel verschillende dingen gedaan voor mijn werk: ik kan goed timmeren, ik ben kapitein geweest en dierenverzorger.

Ik wil jullie iets vertellen. Ik wandel dus veel met God. Daarmee bedoel ik dat ik veel met Hem praat. En op een dag zei God iets tegen mij: Noach, jij moet een hele grote boot bouwen. 135 meter lang, 22 meter breed en 13 meter hoog. Dat is zo groot als bijna het hele schoolplein van de Triangel, het Spectrum en de Meander en zo hoog als tot aan de hoogste verdieping van het flatgebouw naast de school.

Die boot moet zo groot zijn omdat van alle dieren een mannetje en vrouwtje aan boord moeten gaan.

Van de leeuwen. (groep 3)

De apen. (groep 1/2)

De schapen. (groep 1/2)

De pauwen. (groep 4)

De poezen. (groep 1/2)

De bijen. (groep 3)

En nog veel meer dieren.

Want ik ga de hele aarde onder water zetten om opnieuw te beginnen. Omdat ik heel veel verdriet heb van al het geweld op de aarde.

Nou dat was nogal wat. Ik vroeg Jiska de vrouw van Sem, die heel goed kan tekenen, om een bouwtekening te maken. Toen ik die zag, zonk de moed mij in de schoenen. Zo’n grote boot kon ik toch nooit bouwen? Maar toen zei Jafet, mijn oudste zoon: pap, We doen het samen.

 Lied We doen het samen (groep 4) (vanaf couplet 2, deze link staat al op de juiste plek)

 

Vertelling

Dus wij gingen samen aan het werk. Cham ging hout hakken, Milka de vrouw van Cham ging pek destilleren uit boombast. Silla, de vrouw van Jafet kocht alle spijkers die we op de markten in de omgeving konden vinden. Sem en Jafet gingen timmeren. Mijn vrouw Ada ging voedsel kopen voor onderweg. Zo hadden we allemaal een taak.

De andere mensen in ons dorp vonden het maar raar:

‘Hé Noach, ben je helemaal gek geworden, een boot bouwen op het land, wie verzint dat nou?’

‘Hé Noach, ben je dat wandelen met God zat? Ga je nu ook varen met God?’

‘Hé Noach, ga je een circus beginnen? Je zou zelf in ieder geval een goede clown zijn!’

Maar wij bleven doorbouwen. Want we wilden luisteren naar God.

Na een hele lange tijd hard werken, was de boot af. Het eten lag klaar in de boot. En toen hoorde ik een geluid waar ik bang van werd.

Het leken wel leeuwen. Die liepen zo met z’n tweeën de boot in.

En daarna kwamen de apen.

De schapen.

De pauwen.

De poezen.

De bijen.

En nog veel meer dieren.

Twee aan twee kwamen ze de ark binnenlopen, kruipen en vliegen. En toen begon het te regenen. Eerst een paar druppels. Toen steeds meer. Snel ging ik met mijn vrouw, zonen en schoondochters naar binnen. En achter ons deed God de deur dicht.

Het begon steeds harder te regenen. Na een tijdje begon de boot te bewegen. We gingen varen! We zagen het lands steeds meer verdwijnen. Op een gegeven moment kwamen zelfs de toppen van de bergen onder water te staan! Het regende veertig dagen en nachten onafgebroken. Al het kwade dat er op aarde was werd weggespoeld. Want God wilde een nieuwe begin maken.

En toen stopte het met regenen. Bijna een half jaar lang stond de hele aarde onder water.

Wij hadden geen tijd om daarover na te denken. We moesten hard aan het werk om alle dieren eten te geven. De leeuwen waren inmiddels gewend aan hun vegetarische dieet. We hadden gelukkig heel veel bananen bij ons voor de apen. Sommige dieren bleven maar blaten om meer gras, dat waren de schapen. En sommige dieren bleven maar pronken met hun mooie veren, dat waren de pauwen. Er waren dieren die maar bleven vragen om aandacht, dat waren de poezen. En als we dan even voor onszelf hadden, konden we genieten van verse honing. Gemaakt door de bijen.

Lied No No Noach

 Vertelling Toen dacht God weer aan ons. Hij was ons niet vergeten. En Hij liet een wind waaien over de aarde waardoor het water weer begon te zakken. De eerste bergtoppen werden weer droog. En toen: bam, met een grote botsing kwam de ark stil te liggen. We waren vastgelopen op een berg.

Ik liet de raven alvast vertrekken. Want die konden eten vinden op de bergtoppen. Toen het water verder zakte liet ik een duif los. Maar die kon nog geen eten vinden, en kwam weer terug. Ik stak mijn hand uit, en nam haar weer veilig aan boord. Na zeven dagen probeerde ik het nog een keer met de duif. En toen kwam die duif aan het eind van de dag terugvliegen met een takje. Toen wist ik dat de aarde echt weer droog zou geworden. Na zeven dagen liet ik de duif opnieuw los, en toen kwam ze niet meer terug. Ik denk dat ze ergens een boom gevonden had om een nestje te bouwen. Ik maakte het dak open en keek naar buiten: de zon scheen, het land was weer droog, de wereld was weer helemaal mooi en nieuw.

God zei: Genesis 8 16‘Ga van de ?boot? af, samen met je vrouw, je zonen en hun vrouwen. 17Stuur ook alle dieren naar buiten, de vogels, het ?vee? en alle kleine dieren. Ze moeten weer jongen krijgen, zodat er weer veel dieren op de aarde komen.’

Dus ik deed de deur open en liet de dieren weer naar buiten komen. Sommige dieren rende er vandoor als koeien in het voorjaar, namelijk de leeuwen:

Sommige dieren klommen gelijk de bomen in. Ze hadden het slingeren gemist: de apen.

Andere dieren genoten van het verse gras, dat waren de schapen.

Sommige dieren hadden zo’n haast dat ze niet liepen, maar vlogen: dat waren de pauwen.

Er waren dieren die gelijk achter de muizen aangingen. Er waren aan boord heel wat muizen bij gekomen. Dat waren de poezen.

En sommige dieren gingen gelijk af op al die nieuwe mooie bloemen die in bloei stonden: de bijen.

God beloofde iets aan ons. Hij zei: ik weet dat de mensen nog steeds slechte dingen zullen doen. Maar ik zal nooit meer al het leven op aarde vernietigen.

22Voortaan zal er altijd een tijd zijn om te ?zaaien? en een tijd om te maaien. Er zal altijd kou zijn en hitte, zomer en winter, dag en nacht. Nooit houdt dat op, zo lang de aarde bestaat.

 Lied HH54 Na de zondvloed

 Vertelling God gaf ons zijn zegen mee: trek de wereld in, ga overal wonen. Zorg voor de aarde. Zorg voor de dieren. Zorg voor elkaar. Jullie zijn de baas over alles wat Ik heb gemaakt. Maar dat betekent niet dat je het zomaar mag gebruiken voor jezelf. Dat betekent juist dat je er voor moet zorgen. Dus zaai bloemen voor de bijen, ruim afval op dat op straat ligt, pak de fiets in plaats van de auto, eet af en toe een lekker stukje vlees van een dier dat goed heeft geleefd, maar elke dag hoeft dat echt niet want dan is er niet genoeg eten voor iedereen. Hou van elkaar, wees goed voor de dieren, en luister naar Mij.

God maakte met ons een afspraak, een verbond. En niet alleen met ons mensen, maar ook met alle dieren: de vogels, de vissen, de landdieren: met alles en iedereen die uit de ark gekomen was. God zei: er zal nooit meer zo’n overstroming komen. Ik zal voor de hele aarde blijven zorgen en niet loslaten wat ik ben begonnen.

En als teken daarvan zagen we een hele mooie regenboog. Als je die prachtige boog ziet mag je er aan terug denken: God blijft zorgen voor de hele aarde, voor de mensen, de dieren en de natuur. En wij mogen Hem daarbij helpen. Amen.

 

Lied LD981 Zo lang er mensen zijn op aarde

Gebed afgesloten met gezongen HH547 Onze Vader

Collecte

 Lied HH61:1 De Here zegent jou (2x)

Zegen

God zegent je en beschermt je, zijn gezicht is dichtbij je en hij laat je zijn vriendschap ervaren, God is om je heen en geeft je zijn vrede.