Spreken over boven

Column verschenen in Centraal Contact 20 september 2017

Vrijdag 8 september overleed de spraakmakende theoloog Harry Kuitert, in de leeftijd van 92 jaar. Van alles wat hij geschreven heeft, is hij het meest bekent om zijn uitspraak: ‘Alle spreken over boven komt van beneden, ook het spreken dat beweert van boven te komen.’ Hij was als predikant begonnen in Scharendijke (Zeeland) en maakte daar de watersnoodramp van 1953 mee. Die ervaring bracht hem bij een levenslange zoektocht waarin hij afrekende met de God waar hij van huis uit mee was opgevoed. Aan het eind van die zoektocht was er van het geloof der vaderen bijna niks meer over.

Ik heb in mijn boekenkast één boek van zijn hand staan. Tijdens de opleiding moest ik het aanschaffen voor een vak dat gegeven werd door een niet-gelovige godsdienstsocioloog. Verder ben ik zijn werk vooral heel veel tegengekomen in de kringloopwinkel. Daar kunnen we twee dingen uit opmaken: er is een tijd geweest dat zijn boeken massaal werden aangeschaft en gelezen, en: zijn theologie is niet langer actueel. Maar zelden worden zijn boeken nog voor een prikkie gekocht.

Het geloof waar Kuitert zichzelf en hele generaties met hem uit weg leidde, is nooit mijn geloof geweest. Een geloof in de Voorzienigheid die alles in zijn hand houdt en stuurt. Een geloof in een God die vooral heel erg let op wie er wel en niet een ijsje koopt op zondag. Een geloof in een God die van ver weg, vanuit de hemel, achter de derde wolk linksaf, op ons neerkijkt en over ons oordeelt. Ik zou zeggen dat dit geloof een parodie is op het Goede Nieuws van de Bijbel. Dit geloof der vaderen was te simpel. Niet een kinderlijk geloof met kracht, maar een simplistisch geloof dat God reduceerde tot een man met een baard op een wolk.

Ik heb dus ook niet zo’n behoefte om met dit geloof af te rekenen. Wat ik wel met Kuitert deel, en daarin heeft hij wel wat betekend voor de kerk, is de ruimte die er is voor twijfel, voor zoeken, voor niet zeker weten. Oppassen voor claims van mensen die spreken alsof ze God in hun broekzak hebben en precies weten hoe het zit. Een nadeel is dat hij juist vanwege zijn radicaliteit de super orthodoxen bevestigt in hun stelling dat als je één ding in de Bijbel minder letterlijk neemt, dat je dan vanzelf op een glijdende schaal terecht komt, op weg naar ontkenning van het bestaan van God.

Ik geloof dat God veel rijker is dan het godsbeeld waarmee de jonge Kuitert opgroeide of waarmee hij op het eind overbleef. God is een God van liefde, die oordeelt. Een God bij wie het er om gaat hoe we leven, maar ook dat wij Hem aanbidden. Een God die deze wereld regeert, maar bij wie wij net als de psalmschrijvers ook mogen klagen over het lijden dat ons overkomt. Een God waarbij iedereen erbij hoort, maar die ook wil dat iedereen een nieuw leven begint. De God van de Bijbel is een God die je je hele leven lang kan blijven fascineren. Over wie je nooit uitgesproken raakt.

En is al dat spreken dan zinloos? Als het spreken over boven komt van beneden wel. Ik zou zeggen: al het verstaan van boven gebeurt beneden, ook het verstaan dat beweert dat er boven niks gesproken wordt. ‘Nu kijken we nog in een wazige spiegel, maar straks staan we oog in oog. Nu is mijn kennen nog beperkt, maar straks zal ik volledig kennen, zoals ik zelf gekend ben. Ons resten geloof, hoop en ?liefde, deze drie, maar de grootste daarvan is de ?liefde.’

Ds. Robert Stigter