Column: ‘Tiny Church’

Tiny Church Almere

door ds. Robert Stigter

Als starter valt het in de gemeente Pijnacker-Nootdorp niet mee om aan een woning te komen. In Kerk Delfgauw zien we heel wat dertigers met kinderen binnenkomen en aanhaken. Voor hen zijn er veel huizen gebouwd in het dorp. Maar tegelijkertijd zijn onze twintigers massaal afgehaakt. Niet omdat ze de kerk niet meer spannend vonden, maar omdat je als starter in Delfgauw echt geen huis kunt krijgen. Dus moet je verhuizen naar Delft, Rotterdam, of een andere plek waar je wel een kans hebt op een dak boven je hoofd. Dat heeft nogal wat gevolgen voor onze kerk, zeker voor het tienerwerk, waar twintigers nou eenmaal bij uitstek goed in zijn.

Tot voort kort waren er in de Protestantse Kerk Nederland alleen eengezinswoningen. Wijkgemeenten met een eigen kerkgebouw, een predikant die voor minimaal 14 uur in de week werkzaam is, en minimaal zeven ambtsdragers in de kerkenraad, zo schrijft de kerkorde het voor. Lukt het niet meer om dat te organiseren, dan moet je fuseren of de gemeente opheffen.

Sinds een aantal jaar zijn er ook pioniersplekken. Als een wijkgemeente een eengezinswoning is, dan is een pioniersplek te vergelijken met een caravan. Een eengezinswoning is stevig en veilig en geschikt om permanent te bewonen. Een caravan is flexibel en klein, om tijdelijk in te wonen. Zo’n pioniersplek is daarmee bij uitstek geschikt om te experimenteren en nieuwe dingen te ontdekken.

Steeds meer pioniersplekken ontgroeien de caravan. Qua aantal bezoekers, maar nog vaker door behoefte aan meer structuur. Maar verhuizen naar een eengezinswoning is dan een te grote stap. Daarom overweegt de PKN om ‘tiny houses’ (mini-huizen)/ kerngemeenten te creëren. Dat is een structuur tussen een eengezinswoning en een caravan in. Met de flexibiliteit van een caravan, maar ook met de veiligheid van een woonhuis. Zo kun je dus in principe opklimmen van een caravan, naar een ‘tiny house’, naar een eengezinswoning.

Maar net als in het gewone leven, kan het denk ik ook in de kerk zo zijn dat je beter kleiner kunt gaan wonen. Omdat je nog maar met een paar huisgenoten over bent. Omdat de bewoners op leeftijd zijn gekomen en gelijkvloers willen gaan wonen. Omdat je met pensioen gaat en geen zin hebt om al je vrije tijd te besteden aan het schoonhouden van dat enorme huis en die tuin waar niemand meer in speelt. Zo kun je als gemeente die te klein wordt ook helemaal gefixeerd raken op jezelf: hebben we nog wel genoeg geld om een predikant te betalen, vrijwilligers om alle taken uit te voeren, en mensen die bereid zijn om ambtsdrager te worden. Het zou mooi zijn als je ook als kerk kleiner kunt gaan wonen. Zodat je je tijd weer kunt besteden aan je missie, in plaats van aan intern onderhoud.

Daarom zou het mij een goed idee lijken als je als kerk niet alleen kunt promoveren van een caravan tot een eengezinswoning, maar ook kunt degraderen: van eengezinswoning tot een bescheiden ‘tiny house’. Want een kerkgebouw en een voltallige kerkenraad zijn prachtig, maar niet noodzakelijk om kerk te zijn. Een kerk is niet waar een betaalde predikant in een kerkgebouw genoeg betalende schaapjes verzamelt. Een kerk is dit: ‘Waar twee of drie mensen in Mijn naam samen zijn, ben Ik in hun midden.’ Matteüs 18:20

Verschenen in Centraal Contact 4 2019