Leerlingen van Jezus, gasten in ons midden,
In de tekst die we lazen, zien we hoe het volk Israël onder leiding van Jozua het beloofde land in bezit neemt. En de volken die daar woonden worden verslagen en uitgeroeid.
En dat gebeurt in naam van God. Omdat God zelf het zo bedoelt heeft. God heeft het land al beloofd aan Abraham en zijn nakomelingen, dat lees je in Genesis 15. En Hij heeft Israël in de tijd van Mozes de opdracht gegeven om alle volken die in het beloofde land wonen te doden:
Deuteronomium 7
1Straks zal de HEER, uw God, u naar het land brengen dat u in bezit zult nemen en veel volken voor u op de vlucht jagen: de ?Hethieten, de Girgasieten, de Amorieten, de ?Kanaänieten, de Perizzieten, de Chiwwieten en de Jebusieten – zeven volken die groter en machtiger zijn dan u. 2Wanneer de HEER, uw God, u de overwinning op hen schenkt, moet u hen doden. U mag geen vredesverdrag met hen sluiten en hen niet sparen.
Hele volken die moeten worden uitgeroeid. Dat kennen we van de Armeense genocide door de Turken na de eerste wereldoorlog. Van de Sjoah, de holocaust, de vernietiging van de Joden, door de Nazi’s. We kennen het van Rwanda, waar leden van Hutu milities honderdduizenden Tutsi’s hebben vermoord, gewoon omdat ze van een ander volk waren.
Hoe kan het dat God opdracht geeft om volken uit te moorden? Dat botst toch met hoe we God kennen, vanuit de Bijbel? Denk aan het zesde gebod: ‘gij zult niet doden’. En het inpikken van het land is toch diefstal, terwijl het achtste gebod luidt: ‘gij zult niet stelen’.
Bovendien: in de Bijbel is de rode lijn toch die van vrede. Jesaja die profeteert over een leeuw en een lam die samen grazen, over zwaarden die worden omgesmeed tot ploegijzers. En Jezus zegt tegen Petrus, als Jezus wordt gearresteerd: doe je zwaard weg, want wie naar het zwaard grijpt, zal door het zwaard omkomen. En in de bergrede zegt Jezus: gelukkig de vredestichters. God is toch een God van vrede?
Een mogelijk antwoord is dat je zegt: dit soort teksten uit de Bijbel moeten we zien als nationalistische geschiedschrijving van het volk Israël. Het zijn woorden van mensen, verpakt in een goddelijk sausje. Net zoals in Nederland vroegere generaties leerden dat het gerechtvaardigd was dat Indonesië bij Nederland hoorde. Want we brachten de heidenen daar beschaving. En dat we daar best oorlog voor mochten voeren om dat zo te houden. Terwijl we daar nu anders over denken. Ik had het er de laatste koffieochtend nog over met Indië-veteranen: hoe zinloos die oorlog is geweest.
Zo zouden we ook vanuit het nu kunnen zeggen dat die teksten over volken die moeten worden uitgeroeid, mensenwerk zijn, en niet geïnspireerd door God.
Maar als we zo met de Bijbel omgaan, ben ik bang dat we maar een heel dun Bijbeltje overhouden. Met alleen de teksten die wij mooi vinden. Daar hebben we niet zoveel meer aan.
Als we de Bijbel serieus nemen als Woord van God, zullen we ook door deze teksten heen moeten. We moeten op zoek naar een beter antwoord.
Dat deze volken zo moesten worden aangepakt, had te maken met afgoderij. Kijk maar hoe Deuteronomium 7 verder gaat:
3Sta ook geen huwelijksverbintenissen met hen toe; sta uw dochter niet af aan een van hun zonen en zoek bij hen geen vrouw voor uw eigen zoon. 4Want zij zouden uw ?kinderen? ertoe verleiden de HEER ontrouw te worden en ?andere ?goden? te dienen. Daarmee zou u zijn toorn over u afroepen en dat zou u meteen met de dood moeten bekopen. 5Nee, dít staat u te doen: u moet hun ?altaren? slopen en hun ?gewijde stenen? verbrijzelen, hun ?Asjerapalen? omhakken en hun ?godenbeelden? verbranden.
De Kanaänitische volken waren in de ban van de afgoden. En zoals ik vorige week nog zei: als mensen zijn wij geschapen om als priesters onze Schepper de eer te geven, en als koningen in naam van de Schepper over de aarde te regeren. Afgoderij wil zeggen dat wij iets uit die goede schepping gaan aanbidden en boven de Schepper plaatsen.
En afgoden zijn goede dienaren, maar slechte meesters.
Met geld als dienaar kun je mooie dingen doen, maar als geld over jou gaat heersen, ga je daar je zekerheid in zoeken, in plaats van te vertrouwen op God.
Macht is de mensen gegeven om de schepping te onderhouden en te bewerken. Maar wie macht als het doel gaat zien, in plaats van het middel, gaat alleen voor eigen eer en belang. Kijk maar naar Engeland hoe dat afloopt.
Een telefoon is een mooi middel voor verbinding. Maar wat als je telefoon er voor zorgt dat je je niet meer kunt verbinden met degene die naast je zit in de bus of in de wachtkamer van de huisarts?
En de schepping. Als je je niet bekommert om het klimaat, vereer je je bezit en welvaart boven de Schepper. Maar als je er niet op vertrouwt dat God de wereld recht zal zetten, en je er helemaal in opgaat om de wereld te redden, dan kan ook het klimaat voor jou een afgod worden.
En zo waren ook de Kanaänieten in de ban van afgoden. Dat leidde bijvoorbeeld tot een verwrongen beeld van seks. In Leviticus 18 staat een heel lijstje met vormen van verboden seks zoals incest die onder de Kanaänieten voorkwamen. Verboden seks waar Israël zich verre van moest houden. Verboden seks die in onze tijd natuurlijk nog steeds plaatsvindt, waar seks, macht en geld worden vereerd.
En misschien wel de grootste zonde die plaatsvond, was dat er soms zelfs kinderen werden geofferd aan de afgoden:
Deuteronomium 12:31
die volken hebben voor hun ?goden? alles gedaan wat de HEER verafschuwt; ze hebben zelfs hun zonen en dochters als ?offer? voor hen verbrand.
En op een gegeven moment is de maat van de ongerechtigheid vol. God is zo boos over al het onrecht, dat Hij besluit om zijn oordeel niet langer uit te stellen en de inwoners van dit land te doden.
En daarmee hebben we denk ik de kern te pakken van waarom wij deze teksten zo moeilijk vinden. De kern is dat wij moeite hebben met het idee van God die oordeelt. God is toch liefde? Maar oordeel is in de Bijbel nauw verbonden met liefde.
Juist in Deuteronomium 7 komt die liefde ook heel hartstochtelijk naar boven.
Deuteronomium 7:
6Want u bent een volk dat aan de HEER, uw God, is gewijd. U bent door hem ?uitgekozen? om, anders dan alle andere volken op aarde, zijn kostbaar bezit te zijn. 7Het is niet omdat u talrijker was dan de andere volken dat hij u lief kreeg en ?uitkoos? – u was het kleinste van allemaal! 8Maar omdat hij u liefhad en zich wilde houden aan wat hij uw voorouders onder ede had beloofd, heeft de HEER u met sterke hand bevrijd uit de slavernij, uit de macht van de ?farao, de ?koning? van ?Egypte. 9Besef dus goed: alleen de HEER, uw God, is God en hij houdt woord; hij komt zijn beloften na en is trouw aan ieder die hem liefheeft en die doet wat hij gebiedt, tot in het duizendste ?geslacht. 10Maar ieder die hem haat zal daarvoor boeten met zijn leven; de HEER zal hem niet laten begaan, hij laat hem persoonlijk boeten.11Neem daarom de geboden, wetten en regels die ik u vandaag voorhoud zorgvuldig in acht.
Gods liefde is de reden dat Hij moet oordelen.
Omwille van zijn liefde voor Israël, was het noodzakelijk om de Farao en zijn leger te laten omkomen in het geweld van het water van de Rietzee.
Het is omwille van zijn liefde voor Israël dat God ruimte voor hen maakt in het beloofde land.
Het is omwille van zijn liefde voor de wereld en alle mensen dat God Jezus heeft laten veroordelen tot het kruis.
Het is omwille van Gods liefde dat Jezus ooit weer zal komen naar deze aarde en alles en iedereen wordt geoordeeld. Zodat de aarde kan worden schoongewassen van het kwaad. De afgoden en alles wat door hen besmet is geraakt, zal definitief verdwijnen. Want dan kan alles vol worden van God liefde.
Dat de volken van Kanaän worden gedood, is een voorafschaduwing van dat laatste oordeel.
Wij vinden dat lastig, omdat wij niet houden van een oordeel. Ja als je fiets gestolen wordt, dan ben je blij als de dader wordt gepakt en veroordeelt.
Maar denk maar eens aan al die miljoenen vluchtelingen in Syrië. Zij juichen bij het idee dat er een oordeel komt over IS en Assad.
Denk eens aan de kinderen in Bangladesh die onze kleren maken: zij zouden blij zijn als het onrecht verdwijnt, en hen wordt rechtgedaan.
En denk aan de landen in Afrika waar multinationals geen belasting betalen, omdat ze gebruik maken van belastingconstructies van belastingparadijs Nederland. Zij zouden het fantastisch vinden als er een oordeel komt, waarbij Nederland wordt terechtgewezen.
Het oordeel is altijd fijn voor de zwakke die onderdrukt wordt, maar vervelend voor de sterke die onderdrukt. Ik denk dat de meesten van ons ongewild, via allerlei structuren en krachten in onze economie, meer aan de kant van de onderdrukker staan, dan aan de kant van de onderdrukte. Daarom houden we niet van het idee van een God die oordeelt.
Maar in de Bijbel is er altijd een kans om tot inkeer te komen. Om een nieuw leven te beginnen. Zoals Rachab met haar gezin gered werden toen Jericho viel, omdat zij zich toewijdde aan God de Heer. Of de Gibeonieten die onder de indruk zijn van God en min of meer onderdeel worden van het volk Israël en niet worden gedood. Zo is er voor iedereen altijd een kans om de afgoden af te zweren en terug te keren naar de Schepper, de enige ware God.
Dat geldt voor de Kanaänitische volken. Dat gold voor Israël. Want Israël was uiteindelijk geen haar beter dan de volken die voor hen waren verdreven. Ondanks alle waarschuwingen, zijn ze in dezelfde val van afgoderij getrapt. Ze hebben precies hetzelfde onrecht gedaan als de andere volken. Ook in Israël gingen de mensen hun kinderen offeren aan afgod Moloch. Ook zij vervielen in seksueel en economisch onrecht. Ook over hen is daarom geoordeeld, toen God hen liet wegvoeren als ballingen naar Babel.
De rode lijn in de Bijbel is dat het ons allemaal niet lukt om God de eer te geven en ons verre te houden van afgoden. Dat is waarom God zelf moest ingrijpen in Jezus. Jezus heeft de afgoden verslagen in zijn leven, lijden, sterven, opstanding en hemelvaart. Hij heeft Gods oordeel gedragen. Zodat wie bij Hem hoort nooit zal worden veroordeelt. Hij heeft ons hart gereinigd, zodat we weer gaan verlangen naar God, in plaats van naar afgoden. Jezus maakt het verschil. Hij zal oordelen over de levenden en de doden. Hij maakt ons vrij van alles wat ons kleiner maakt. Hij brengt ons tot ons doel en onze bestemming. Door Hem weten we dat er ooit een tijd komt dat geweren worden omgesmolten, en er vrede zal heersen. Amen.