Startzondag 12 september

In de kerkdienst van startzondag 12 september maken we een frisse start met het nieuwe kerkseizoen. Het thema is ‘van U is de toekomst’. We lezen Jeremia 29:1-14. Jeremia profeteert over een hoopvolle toekomst. Is dat reëel in onze tijd van crises die over elkaar heen buitelen? En wat vraagt God nu van ons in de verbinding met Boven (God), Binnen (elkaar) en Buiten (de wereld)? Het wordt een kerkdienst met interactieve stellingen. We hopen iets van de vrucht mee te nemen in het nieuwe beleidsplan waar we als kerk in verbinding aan gaan bouwen.

Er is peuterkerk, kinderkerk en tienerkerk. Inschrijven voor de kerkdienst kan via www.kerkdelfgauw.nl/inschrijven. Je kunt de kerkdienst ook thuis meevieren via www.kerkdelfgauw.nl/livestream.

Liturgie startzondag 12 september

Voorganger ds. Robert Stigter

Welkom

Kaars

Lied Wat de toekomst brengen moge (tekst Reisgenoten)

Bemoediging en groet

Gebed

Loflied HH460 Ik zal er zijn

Kindermoment 

Kinderlied Esther dankjewel

 

Gebed

Lezing Jeremia 29:1-14 (NBV)

Lied PS84:1,2 (Liedboek)

Preek 1

Stelling 1

Lied PS84a:3,4,5 (Psalmen voor nu)

Preek 2

Stelling 2

Lied HH47 familie (=psalm 133)

Preek 3

Stelling 3

Lied HH399 Samen in de naam van Jezus

Gebed

Collecte (ondertussen ‘Een toekomst vol van hoop’ – sela)

Lied LD885 Groot is uw trouw, o Heer

Zegen

291Hier volgt de brief die de profeet Jeremia vanuit Jeruzalem heeft gestuurd aan de overgebleven oudsten onder de ballingen, aan de priesters, de profeten en alle anderen die Nebukadnessar vanuit Jeruzalem naar Babel had gevoerd. 2Hij schreef deze brief toen koning Jechonja, de koningin-moeder, de hovelingen, de leiders van Jeruzalem en Juda en de smeden en wapenmakers al uit Jeruzalem waren weggevoerd. 3Hij liet hem bezorgen door Elasa, de zoon van Safan, en Gemarja, de zoon van Chilkia, de gezanten die namens koning Sedekia van Juda naar koning Nebukadnessar in Babel reisden. De brief had de volgende inhoud:

4‘Dit zegt de HEER van de hemelse machten, de God van Israël, tegen de ballingen die hij vanuit Jeruzalem naar Babel heeft laten voeren: 5Bouw huizen en ga daarin wonen, leg tuinen aan en eet van de opbrengst, 6ga huwelijken aan en verwek zonen en dochters, zoek vrouwen voor je zonen en huw je dochters uit, zodat zij zonen en dochters baren. Jullie moeten in aantal toenemen, niet afnemen. 7Bid tot de HEER voor de stad waarheen ik jullie weggevoerd heb en zet je in voor haar bloei, want de bloei van de stad is ook jullie bloei.

8Dit zegt de HEER van de hemelse machten, de God van Israël: Laat je niet misleiden door je profeten en waarzeggers. Hecht geen geloof aan hun dromen; ze dromen slechts wat jullie wensen. 9Wat ze jullie in mijn naam profeteren zijn leugens. Ik heb hen niet gezonden – spreekt de HEER.

10Dit zegt de HEER: Als er in Babel zeventig jaar voorbij zijn, zal ik naar jullie omzien. Dan zal ik mijn belofte gestand doen door jullie naar Jeruzalem te laten terugkeren. 11Mijn plan met jullie staat vast – spreekt de HEER. Ik heb jullie geluk voor ogen, niet jullie ongeluk: ik zal je een hoopvolle toekomst geven. 12Jullie zullen mij aanroepen en tot mij bidden, en ik zal naar jullie luisteren. 13Jullie zullen mij zoeken en ook vinden, als jullie mij tenminste met hart en ziel zoeken. 14Ik zal me door jullie laten vinden – spreekt de HEER – en ik zal in je lot een keer brengen. Ik zal jullie samenbrengen uit alle volken en plaatsen waarheen ik je verbannen heb – spreekt de HEER – en je laten terugkeren naar Jeruzalem, waaruit ik je heb laten wegvoeren.