De preek van 4e Advent – ds. Robert Stigter

Gemeente, gasten in ons midden,

Ik wil alvast één nummer uit de top2000 kerkdienst van volgende week verklappen. Na de preek zullen we dan luisteren naar Imagine van John Lennon. Dat lied lijkt op het lied van Maria. Als je er naar luistert dan kom je in het verhaal van de jaren ’70: een tijd waarin veel mensen net zoals John Lennon geloofden: als we nu maar echt ons best doen, dan kunnen we in broederschap in vrede samenleven. Het lied kreeg een nieuwe betekenis bij de aanslagen in Parijs. Toen the pianoman een piano naar buiten schoof en het lied speelde. Voor een bar waar de avond daarvoor IS had toegeslagen. En op dat moment kon je het lied betrekken op jezelf: we moeten blijven hopen en dromen van vrede, want dat helpt ons om sterker te zijn dan de angst.

En het lied van Maria doet hetzelfde. Het kijkt terug naar vroeger. Het vertelt het grote verhaal van het Oude Testament. Het vertelt ook iets over waar Maria op hoopt: wat Jezus gaat doen en hoe alles in hem vervult wordt. En het kan je raken in het hier en nu, in je eigen leven. Omdat jezelf onderdeel wordt van het verhaal van de Bijbel.

Eerst maar eens hoe het lied van Maria vertelt over het verhaal van het Oude Testament. Waar het lied van Maria heel duidelijk naar verwijst is het verhaal van de Exodus, de uittocht uit Egypte.

De Israëlieten waren kansloos tegen de farao en zijn leger. Maar door de grote daden van God, konden ze toch ontsnappen uit hun slavernij. God toonde zijn macht en de kracht van zijn arm, toen hij de Rietzee drooglegde voor zijn volk en daarna het leger van de farao uiteen dreef. De farao werd van zijn troon gestoten. De Israëlieten waren eerst slaven, maar toen ze Egypte verlieten mochten ze de rijkdommen van hun Egyptische buren meenemen.

De meest expliciete verwijzing zit aan het eind van het lied:

Exodus 2: 23 Jaren gingen voorbij, en de koning van Egypte stierf. Maar de Israëlieten gingen nog altijd onder dwangarbeid gebukt. Ze klaagden luid en hun hulpgeroep steeg op naar God. 24 God hoorde hun jammerkreten en dacht aan het verbond dat hij met Abraham, Isaak en Jakob had gesloten. 25 Hij zag hoe de Israëlieten leden en trok zich hun lot aan.

54-55 Hij trekt zich het lot aan van Israël, zijn dienaar,

zoals hij aan onze voorouders heeft beloofd:

hij herinnert zich zijn barmhartigheid

jegens Abraham en zijn nageslacht,

tot in eeuwigheid.’

En met die verwijzing naar wat God had gedaan voor Israël, kwam altijd het verlangen mee dat God dat nog een keer zou doen. God zou Israël nog een keer bevrijden, zoals hij ooit had gedaan. In een tijd waarin de Romeinse keizer Augustus redder en vredestichter werd genoemd, zou er een echte redder en vredestichter komen. Een tweede Exodus.

En op die manier terugkijkend naar het verleden, kijkt Maria gelijk uit naar de toekomst. Naar de komst van Jezus die gaat doen wat God belooft heeft. Jezus zal doen waar Maria van zingt. Jezus was barmhartig, vol compassie voor mensen in de problemen. En hij roept ons op om zelf ook barmhartig te zijn. Hij had oog voor de melaatsen, de zieken, de armen. In Jezus toont God zijn macht en de kracht van zijn arm. Demonen worden uitgedreven, zieken worden genezen. Alle mensen die in de donker leven, worden geraakt door het licht dat Jezus uitstraalt.

En Jezus’ komst betekent slecht nieuws voor de mensen aan de macht. De hogepriesters, Pilatus, de leiders van het volk, koning Herodes. Allemaal blijken ze slechte leiders en herders te zijn. En hoe grote bende ze er van maken, krijg je pas echt door als je ze vergelijkt met wat Jezus zegt en hoe hij een leider is: dienstbaar, de minste willen zijn, voeten wassen in plaats van anderen je voeten laten wassen.

En Jezus komst betekent ook een omkering in arm en rijk. Voor rijken blijkt het moeilijk het koninkrijk van God binnen te gaan. Ze zijn in hun rijkdom niet door God gezegend, ze zijn gevangenen van hun gierigheid. Jezus zal de armen zegenen en zalig spreken, de rijken worden geoordeeld: zij hebben hun aandeel al gehad.

En Jezus is de vervulling van Gods belofte: in Jezus trekt God zich het lot van zijn volk aan. Jezus is de dienaar van de Heer, de Messias. In zijn lot, zijn lijden, zijn dood, bevrijdt hij zijn volk en iedereen die daarbij wil horen.

Jezus brengt vrede. Echte vrede. Vrede tussen God en mensen. Vrede tussen mensen onderling. Hij zet de wereld op zijn kop.

En zo zingt Maria. Over wat God heeft gedaan en over wat God zal doen in Jezus. Maar terwijl ze het zingt betrekt ze het ook heel erg op haar zelf. En nu heeft Maria natuurlijk ook een hele belangrijke plek in Gods grote verhaal gekregen. Maar om dat verhaal op jezelf te betrekken, dat is iets wat voor ons allemaal belangrijk is. Leuk dat er een Oude Testament is met een verhaal over de uittocht, en fijn dat Jezus gekomen is. Maar als dat verhaal niet land in je eigen leven, als Jezus niet geboren wordt in jouw leven, dan heb je er nog niet zoveel aan.

En het verhaal kan dichtbij komen bij het woordje ‘redder’. Maria zingt: ‘mijn hart juicht voor God, mijn Redder’. En dat woordje redder of redding speelt een belangrijke rol in het evangelie van Lucas en in deel twee van de Lucas serie: het boek Handelingen. Bij de Bijbelklas, het bijbellezen met mensen die niet zo vaak in de kerk komen, daar lezen we ook het evangelie van Lucas, vanaf het begin, elke keer een hoofdstuk. En toen we het woordje redder tegenkwamen heb ik de vraag gesteld: als Lucas dat woord zo belangrijk vindt, waarvan moet jij dan gered worden? Door die vraag kunnen we zelf het verhaal dichtbij laten komen.

Waarvan zou Maria gered moeten worden? Ze leeft in dezelfde nood als het hele volk Israël: leven onder het Romeinse regime, onder Joodse leiders die geen goede herders zijn, bij een tempel waar God niet aanwezig lijkt te zijn. Israël heeft een nieuwe koning nodig. Jezus, die wel een goede herder is, die laat zien dat het probleem in het hart van de mensen zit, of ze nu Jood of Romein zijn. Jezus die aan het kruis het leven zonder God met zich meedraagt. Jezus die ons bevrijdt van wat ons bij God vandaan houdt. Jezus die ons de kans geeft om met Gods geest in ons te leven.

Maar er is ook een concreet punt in haar eigen leven waarin ze gered moet worden. Haar grootste nood is dat ze op dat moment zwanger is, terwijl ze nog niet met Jozef is getrouwd en geen seks met hem heeft gehad. Haar hele toekomst ligt in duigen. Maar in haar ontmoeting met Elizabeth en de erkenning die ze van haar tante krijgt, wordt ze gered door God. Er verandert iets in haar status: van een arm, ongewenst zwanger meisje, wordt ze getransformeerd tot de moeder van de Messias. Zij als onbelangrijk arm meisje, wordt uitgekozen. God keert alles om.

En zo is er in u en mijn leven ook wel iets waarvan we zelf gered moeten worden. Misschien is het van je behoeft om de dingen in je leven onder controle te krijgen. Leef je in de leugen dat je alles in je leven moet controleren. Dat wanneer jij dat niet doet je leven één grote chaos wordt. Jezus wil je redden door de controle over te nemen en jou te leren loslaten. Zodat je als bevrijd mens verder kunt leven.

Misschien speelt geld op dit moment een grote rol in je leven. Sommigen maken zich zorgen over geld te kort. Maar de meesten van ons hebben genoeg en behoren wereldwijd gezien tot de rijken. Maria zingt daarover: Wie honger heeft overlaadt God met gaven, maar de rijken stuurt hij weg met lege handen. Wie veel heeft heeft veel verantwoordelijkheid om goed om te gaan met geld. Maar geld of angst voor te weinig geld kan ook een macht worden die jouw leven overneemt. Jezus wil je daarvan redden.

Misschien ben je bang voor de dood. Voor je eigen sterfelijkheid. Ben je geraakt door het overlijden van anderen. Of zie je je eigen sterven dichterbij komen. Jezus wil je redden van die angst. Hij zegt: Ik ben de opstanding en het leven, wie in mij gelooft zal leven, ook wanneer hij sterft.

Misschien ben je aan het zoeken wat je aan moet met je leven. Leef je in een omgeving waarin je zelf zin moet geven aan je leven, maar lukt het je niet om dat voor elkaar te krijgen. Omdat je je opleiding niet voor elkaar krijgt, geen werk kunt vinden dat echt bij je past, je levenspartner niet kunt vinden. Jezus zegt: 28 Kom naar mij, jullie die vermoeid zijn en onder lasten gebukt gaan, dan zal ik jullie rust geven. 29 Neem mijn juk op je en leer van mij, want ik ben zachtmoedig en nederig van hart. Dan zullen jullie werkelijk rust vinden, 30 want mijn juk is zacht en mijn last is licht.’

Misschien merk je al een tijd niks van God. Leef je onder een koperen hemel. Geloof je wel dat God er is, maar lijkt Hij er niet te zijn voor jou. Weet dan dat God zich het lot van Israël aantrekt. Dat hij zich iets aantrekt van hoe het met jou gaat. Misschien voel je je aan je lot overgelaten. Maar dat is niet zo. In een tijd van kou en kilheid mag je schuilen bij het geloof van de mensen om je heen. Je warmen aan het vuur van het geloof dat in hun hart brand. Misschien wil God jou zo redden van de kou in je hart.

Zo hebben we allemaal wel onze momenten dat we redding nodig hebben. En juist op die momenten dat het allemaal goed gaat, moeten we gered worden van ons valse zelfvertrouwen. Het idee dat wij het zelf kunnen maken in het leven. Juist dan mogen we geloven dat alles wat we hebben, dat we dat hebben ontvangen van God. Hij is de bron van ons bestaan. Laten we Hem daarom loven en prijzen. Hij is de Heer. Onze Redder. Amen.