Gemeente, gasten in ons midden,
In het oude Israël moesten de mensen drie keer per jaar naar Jeruzalem om feest te vieren. Israël is ongeveer net zo groot als Nederland. Dus sommige mensen moesten een paar dagen lopen. En als je dan een paar dagen onderweg was, had je behoefte aan een lied. Een lied voor onderweg naar Jeruzalem. En ook psalm 122 is zo’n lied voor onderweg.
Veel mensen die naar Jeruzalem gingen, konden de stad voor het eerst zien als ze de top van de olijfberg bereikten.. En als je over te top van die berg kwam, kreeg je ongeveer dit zicht op Jeruzalem.
En Jeruzalem is nog steeds een bijzondere stad om naar toe te reizen. Het is de stad waar ooit de tempel voor God stond. Je ziet de muren van het tempelterrein nog lopen. Zo groot was ooit de tempel die Jezus nog heeft bezocht. Vergeleken met de rest van de stad echt een immens complex.
Wat Jeruzalem ook bijzonder maakt is dat het de heilige stad is van drie religies: Jodendom, Christendom en de Islam. Voor de Joden is vooral de klaagmuur belangrijk.
De klaagmuur is de enige muur van de tempel uit de tijd van Jezus die nog overeind staat. We zongen in Psalm 84 over de mussen en de zwaluwen. Die vinden nog steeds hun woning in deze muur van de tempel.
Voor de moslims is de rotskoepel moskee en al-aqsa moskee de belangrijkste plek. En voor christenen zijn er allerlei plekken die verwijzen naar het leven van Jezus. Bijvoorbeeld de plek waar mogelijk het graf is waar Jezus in heeft gelegen.
En mede vanwege die verschillende religies is Jeruzalem meer een stad van spanningen dan van vrede. Overal staan zwaargewapende militairen. En als je op een uitzichtspunt staat zie je de muur die Israël heeft gebouwd om bepaalde wijken met Palestijnen af te schermen van de rest van de stad om aanslagen te voorkomen.
In de tijd van de Bijbel was het meest bijzondere aan Jeruzalem dat er het huis van de Heer stond. De tempel, de plek waar God woonde. De tempel was de plek waar hemel en aarde samenkwamen. Waar je dichtbij God kon zijn. Om God te eren. Om te bidden. Om al het goede dat God wil geven te ontvangen. Het was de plek waar je vrede en zegen kon ervaren. Het was de plek waar de Joden samenkwamen om te feesten. En dat gebeurd nog steeds. Heel bijzonder is dat je nog steeds in zomaar terecht kunt komen in zo’n feest in Jeruzalem. Op de foto zie je een jongen onder dat dakje die zijn Bar Mitswa viert.
Op dat feest mag je voor het eerst voorlezen uit de Hebreeuwse Bijbel en tel je als 13jarige mee als volwassene. Ik zat te denken: misschien moeten wij ook maar zoiets invoeren. Dat als je de tienerkerk verlaat dat je dan eerst met een optocht door Delfgauw gaat. Dan moeten we natuurlijk nog wel zo’n trommelaar met zo’n baart zien te vinden.
En ook bijzonder aan Jeruzalem was dat het de plek was waar recht werd gesproken. De koning was de hoogste rechter in de tijd van de Bijbel. Het paleis van de koning stond in Jeruzalem. Het paleis van koning David is een paar jaar geleden ook opgegraven.
Dat was dus de plek die symbool stond voor het recht. Voor Gods recht. Voor de eerlijkheid en rechtvaardigheid die God zo graag wilde voor zijn volk. En die Israël moest uitstralen naar de andere volken. Als Israël zich zou houden aan Gods geboden en met Hem wilde leven, zou Hij hen zo veel zegenen dat de andere volken tegen hen zouden opkijken. En ook met de God van Israël zouden willen leven.
Maar Israël hield zich niet aan Gods geboden. God hield zijn zegeningen daarom bij hen vandaan. De tempel zelf werd een symbool van macht en rijkdom in plaats van een huis van God. Een plek van onrecht en geweld in plaats van een huis van gebed voor alle volken. In de tijd van Jezus had de tempel eigenlijk zijn spirituele waarde verloren. Hij zich er indrukwekkend uit, maar Jezus waarschuwde al dat te tempel zou worden vernietigd door de Romeinen. En zo gebeurde het en zo ligt de tempel er bij tot op de dag van vandaag.
Jezus sprak over zijn eigen lichaam als de tempel. In drie dagen zou hij de tempel weer opbouwen. Na drie dagen stond hij op uit de dood. Paulus heeft het over ons als christenen als de tempel van God. In ons als kerk en als individuele gelovigen woont God door zijn heilige Geest. Wij zijn een tempel. Er is geen tempel van stenen meer nodig om God te aanbidden.
Je zou daarom misschien wel denken: wat hebben wij dan nog met Jeruzalem te maken? Het belangrijkste waarom die stad bijzonder was in de Bijbel, de tempel, die is voor ons niet meer belangrijk. En Jeruzalem als een stad van recht. Ook daar zie je niet heel veel meer van terug. Israël is nog altijd het meest eerlijke land om in te wonen in het hele Midden-Oosten. Nergens anders heb je zo’n eerlijk rechtssysteem. Maar de manier waarop Israël met de Palestijnen omgaat is vaak moeilijk recht te praten. Zo’n muur die Jeruzalem opdeelt kan niet Gods bedoeling zijn. En natuurlijk snap je er wel iets van als je weet hoeveel aanslagen er tegen Israël gepleegd zijn. Maar Jeruzalem is op dit moment niet de stad van vrede waar het gaat zoals God het graag ziet.
En dan ga je je toch afvragen: wat hebben wij dan nog met Jeruzalem te maken? Hoe zijn wij verbonden met het volk Israël?
Het antwoord van de Bijbel is: omdat God trouw is. God heeft ooit het volk Israël uitgekozen. En God laat niet los wat zijn hand begon. Ook al geloven heel veel Joden niet in Jezus als de Messias, toch blijft God trouw aan hen. Dat is nu eenmaal hoe God is. God heeft een verbond gesloten met Israël, en God komt niet terug op wat Hij heeft beloofd. God heeft zich verbonden met Israël. En God heeft zich in Jezus ook verbonden met ons. En dan werkt het eigenlijk net zoals bij het verhaal van Filemon, Onesimus en Paulus van vorige week. God heeft Israël uitgekozen als zijn kinderen. En God heeft ons in Jezus uitgekozen als zijn kinderen. Daarom zijn wij de jongere broers en zussen van Israël. Daar heeft God voor gezorgd. Een daarom moeten wij ons ook als broers en zussen van Israël met hen verbonden weten.
Wij zijn met Israël verbonden door de God van Abraham, Isaäk en Jakob. De God die zich bekend heeft gemaakt als Jahweh. Die naam van God betekent: Ik zal er zijn, ik ben bij je. God die van zichzelf heeft gezegd: ik ben een God die liefdevol is en genadig, geduldig, trouw en waarachtig.
Wij delen met Israël de opdracht om te zoeken naar recht en vrede. Denk maar aan Micha 6 vers 8:
8 Er is jou, mens, gezegd wat goed is,
je weet wat de HEER van je wil:
niets anders dan recht te doen, trouw te betrachten
en nederig de weg te gaan van je God.
Dit soort Bijbelteksten over recht doen hebben we geleerd van Israël. Zij hebben de wet en de profeten ontvangen. En hebben ze aan ons doorgegeven. Van Israël hebben we geleerd hoe belangrijk God recht doen vindt. In die opdracht zijn wij ook met het huidige volk Israël verbonden.
En wij delen met Israël de opdracht om God te aanbidden. Om samen te komen en zijn naam groot te maken. Om God te prijzen en te loven. Want wij zijn Zijn schepselen, en hij is onze maker. Hem komt de lof toe. God troont op de lofzangen van Israël. Amen.