De preek van zondag 12 juni

Gemeente, gasten in ons midden,

Inleiding

Geloven is als een reis. Hoe mensen op reis gaan verschilt nog wel eens. Sommigen boeken al maanden van tevoren een all inclusive reis. Anderen gaan op de bonnefooi, en laten zich leiden door waar de zon schijnt. Maar of je nu meer van het vooruitplannen bent of meer van het spontane ‘we zien wel’. Niemand van ons gaat op reis zonder eerst te bepalen wat je bestemming is. Als je je bestemming weet, weet je wat je moet inpakken, wat voor reisgids je nodig hebt, wat voor vervoer je nodig hebt. Je kunt de reis pas echt goed gaan maken als je eerst je bestemming kent.

En dan hebben we met geloven wel een probleem. We hebben een reisgids, de Bijbel. We weten wat we nodig hebben op de reis, geloof, hoop, liefde, dat soort zaken. We weten ongeveer waar we heengaan. Maar we hebben geen nauwkeurige beschrijving van de bestemming.

Beelden

We moeten het doen met beelden. Beelden van de bestemming. Een bekend beeld is het beeld van het nieuwe Jeruzalem dat neerdaalt uit de hemel op de aarde. Uit Openbaringen 21.

nieuw jeruzalem

1 Ik zag een nieuwe hemel en een nieuwe aarde. Want de eerste hemel en de eerste aarde zijn voorbij, en de zee is er niet meer. 2 Toen zag ik de heilige stad, het nieuwe Jeruzalem, uit de hemel neerdalen, bij God vandaan. Ze was als een bruid die zich mooi heeft gemaakt voor haar man en hem opwacht. 3 Ik hoorde een luide stem vanaf de troon, die uitriep: ‘Gods woonplaats is onder de mensen, hij zal bij hen wonen. Zij zullen zijn volken zijn en God zelf zal als hun God bij hen zijn. 4 Hij zal alle tranen uit hun ogen wissen. Er zal geen dood meer zijn, geen rouw, geen jammerklacht, geen pijn, want wat er eerst was is voorbij.’

Een ander bekend beeld komt uit Jesaja 11, over de hernieuwde schepping waar vrede heerst:

Jesaja 11

6 Dan zal een wolf zich neerleggen naast een lam,

een panter vlijt zich bij een bokje neer;

kalf en leeuw zullen samen weiden

en een kleine jongen zal ze hoeden.

7 Een koe en een beer grazen samen,

hun jongen liggen bijeen;

een leeuw en een rund eten beide stro.

8 Bij het hol van een adder speelt een zuigeling,

een kind graait met zijn hand naar het nest van een slang.

9 Niemand doet kwaad, niemand sticht onheil

op heel mijn heilige berg.

Want kennis van de HEER vervult de aarde,

zoals het water de bodem van de zee bedekt.

Het zijn allebei beelden van hoe God alles nieuw en goed maakt. Maar je moet ze niet te letterlijk nemen. Ze passen ook niet helemaal op elkaar. Bij het ene beeld gaat het om een stad met straten van zuiver goud. Bij het andere beeld gaat het over een vredig weiland waar allerlei dieren samen spelen. Nu hebben we in Delfgauw stad en natuur vlak bij elkaar, maar ook niet op een en dezelfde plaats. Helemaal op elkaar passen deze beelden niet.

Een iets minder bekend, maar wel heel belangrijk beeld, is het beeld dat Paulus in veel brieven beschrijft. Het beeld van Jezus die als koning verschijnt op aarde. Het beeld dat we lazen in 1 Tessalonicenzen 4.

Het is een beeld dat vaak verkeerd begrepen is. Het is gelezen als een soort IKEA handleiding van hoe het precies gaat. Jezus die uit de hemel naar beneden komt, de gelovigen die dan plotseling worden weggenomen op een wolk. En dan samen met Jezus naar de hemel gaan om bij God te zijn.

Parousia

Dat is niet wat er staat. Het beeld is een in Paulus’ tijd bekend beeld van de parousia. Een Grieks woord dat betekend: aanwezig zijn. Het tegenovergestelde dus van afwezig zijn. Het is het beeld van een koning, zoals de Romeinse keizer, die na een tijd van afwezigheid terugkeert, en weer aanwezig is in een stad.

parousia

Een stad zoals Tessalonica, een belangrijke stad in Griekenland waar veel mensen woonden met Romeins burgerrecht. De stad waar Paulus deze brief naar schrijft. De inwoners van Tessalonica vonden het erg fijn als hun Romeinse keizer bij hen op bezoek kwam. En hoe ging dat dan: de belangrijke burgers van de stad gingen door de poort van de muur de stad uit, hun keizer tegemoet. Ze ontmoeten de keizer en er was een officiële ontvangst. Dan liepen ze samen met de keizer terug naar de stad, door de poort, naar de officiële staatsgebouwen. Daar werd de keizer op de hoogte gebracht van dingen die niet goed gingen en zorgde de keizer dat er recht werd gedaan en alles weer goed werd gemaakt. Als het een goede keizer was tenminste.

En dat beeld van de parousia, de aanwezigheid van de keizer, na een periode van afwezigheid. Dat is een beeld dat Paulus gebruikt voor hoe het zal zijn als Jezus komt.

Jezus komst zal net zoals bij de keizer worden aangekondigd met een duidelijk signaal, trompetgeschal. Dan zullen de doden opstaan en samen met de levenden zullen ze als op een wolk Koning Jezus tegemoet gaan. Ze ontmoeten koning Jezus ergens tussen hemel en aarde. Vanaf dan zullen ze altijd samen met Jezus zijn. Maar niet om in de wolken te blijven. Het staat niet letterlijk in de tekst, maar bij het beeld van de parousia hoort overduidelijk dat ze niet buiten zullen blijven. Dan zullen de gelovigen samen met koning Jezus naar de aarde gaan. Daar zal koning Jezus rechtspreken en alles weer goed maken.

Dit is een belangrijk beeld van hoe het zal zijn als Jezus komt. Het is een beeld, dus geen IKEA handleiding van hoe het precies allemaal gaat gebeuren. Maar uit die verschillende beelden die er in de Bijbel staan, zoals het beeld van het nieuwe Jeruzalem, de nieuwe schepping en de parousia. Uit die beelden zijn wel een aantal belangrijke lessen te trekken. Lessen die ons heel erg kunnen helpen bij het leven in het hier en nu. Lessen die ons hoop geven.

Opstanding

Bij al die beelden speelt de opstanding een grote rol. Jezus is gekruisigd en gestorven, maar daarna weer opgestaan. Hij heeft de macht van het kwaad verslagen, de dood overwonnen. In hem is de nieuwe tijd aangebroken. Onze toekomst, onze plek bij God, is verzekerd door de opstanding van Jezus. Omdat hij is opgestaan, zullen ook wie bij hem horen opstaan uit de dood. Wie nu ontslapen is in Christus, blijft in Christus. Als je overlijdt, blijf je in Gods hand, kom je in de hemel, ben je dichtbij God. Maar dat is niet het eindstation van de reis. De bestemming is wat er gebeurd bij de opstanding. Dan zullen degenen die overleden zijn een hernieuwd getransformeerd lichaam krijgen. En ook van wie nog in leven is wordt het lichaam vernieuwd. Een lichaam dat past bij Gods nieuwe wereld. Dan zullen we vooral altijd wonen bij God. In de opstanding van Jezus ligt de zekerheid van onze toekomst bij God.

Op de aarde

Een tweede punt dat bij de beelden over de toekomst belangrijk is, is dat de toekomst plaats zal vinden op een hernieuwde aarde. Vroeger werd er in de kerk te veel benadrukt dat je na je sterven in Christus in de hemel bent. Terwijl het eigenlijk echt gaat over wat er daarna gebeurd.

Bij de opstanding breekt het koninkrijk van God definitief door. Zoals Gods wil nu al geschiedt in de hemel, zo zal Gods wil dan ook helemaal gebeuren op aarde. Het nieuwe Jeruzalem daalt neer vanuit de hemel op de aarde. En ook in het beeld van de paroussia is het duidelijk dat de burgers van de stad niet de stad verlaten om met de keizer naar een andere plek te gaan. Ze verwelkomen de keizer buiten de stad, om dan met de keizer de stad binnen te trekken. Zo is het ook bij de komst van Jezus. Hij zal ons niet meenemen naar de hemel. Hij zal de hemel op aarde brengen. De werkelijkheid van de toekomst is een aardse werkelijkheid.

Oordeel/herschepping

En dat heeft gevolgen. Jezus zal komen als een keizer die naar een stad komt om daar alles weer recht te maken. Hij zal oordelen over wat niet goed is. Dat klinkt in onze oren snel bedreigend en negatief. Maar oordelen betekent juist dat alles aan het licht komt, wordt uitgesproken, dat er recht wordt gedaan. In de Bijbel is dat ook een heel aardse manier van recht doen. De rijken raken kwijt wat ze te veel hebben genomen, de armen ontvangen wat ze tekort zijn gekomen. De reden dat wij niet op een oordeel zitten te wachten, is dat wij vaak ons deel al hebben ontvangen. De kinderen in Bangladesh die onze kleren maken, kunnen niet wachten tot er geoordeeld wordt en hen recht wordt gedaan.

En dat recht doen en oordelen gaat ook verder dan alleen de mensen. Als Jezus komt heeft dat alles te maken met herschepping. God die alles maakte, zal alles weer maken zoals het was. Afgelopen woensdag was het wereldoceanendag. Als Jezus komt op aarde en alles goed maakt, betekent dat dat al het plastic uit de oceaan moet worden verwijderd. Want dat kan niet blijven op God goede en hernieuwde aarde.

wereldoceanendag

 Verbinding met hier en nu

Dat brengt me bij het vierde punt. De verbinding met het hier en nu. Want als God alles goed maakt, kun je je afvragen, waarom zouden wij dan nog proberen het goede te doen? Als God toch het plastic uit de oceanen vist, als God de kinderen in Bangladesh geeft wat ze verdienen, als God ons vergeeft, waarom zouden wij nu al zelf iets goeds doen?

Opstanding en de komst van Jezus heeft alles te maken met ons leven in het hier en nu. Juist omdat Jezus komt op deze aarde. Juist omdat Jezus komt zoals de keizer komt naar wat van hem is. Dat we door Jezus worden vergeven en in zijn opstanding ook zelf mogen opstaan, maakt ons niet lui. Het maakt ons dankbaar. Het geeft ons heel veel verantwoordelijkheid. God heeft de schepping en deze aarde niet losgelaten. Hij is trouw aan zijn verbond en zal zijn schepping niet opnieuw maken, maar vernieuwen. Al het goede dat wij doen of maken krijgt een plekje in die hernieuwde schepping. En op alles wat wij verkeerd hebben gedaan en gemaakt zullen we worden aangesproken. Wat we hebben is niet ons bezit, maar is wat we hebben ontvangen van God. Om er als verantwoordelijke rentmeesters zuinig en verantwoordelijk mee om te gaan. Om te delen. Alles wat we goed doen heeft zin, omdat God ons zal prijzen voor het goede dat we hebben gedaan. En zal oordelen over wat niet goed ging.

 Slot: hoop

Dit hele verhaal over de bestemming van onze geloofsreis mag ons vooral hoop geven. Hoop dat de dood niet het einde is. Hoop dat eens recht wordt gedaan. Hoop dat kwaad en lijden ooit zullen verdwijnen. Hoop dat we zo dichtbij God mogen leven dat we niet meer hoeven te twijfelen. Hoop dat we weer bij onze geliefden zullen zijn die zijn ontslapen. Iets van die hoop kunnen we hier en nu al ervaren. In dit grote verhaal over onze bestemming. In de tekenen die ons gegeven zijn. We mogen de hoop ervaren in brood en wijn. Tekenen van het koninkrijk van God, dat is en komt. God die trouw is en blijft. God die vergeeft. God die alles nieuw zal maken. God die ons wil ontmoeten. Om voor altijd bij hem te zijn. Zo breken wij het brood, en drinken we uit de beker, totdat Hij komt. Amen.

avondmaal