Bij Johannes 3:14-21
Gemeente van onze Heer Jezus Christus, gasten in ons midden,
Ik begin deze preek over hemel en hel met drie visies die volgens mij niet helemaal kloppen. En als vierde zal ik uitgebreider uitleggen wat je volgens mij wel kunt vinden in de Bijbel over hemel en hel.
We beginnen bij het Middeleeuwse beeld van hemel en hel. 500 jaar geleden, aan het eind van de Middeleeuwen, zat Maarten Luther met een grote vraag: ‘Hoe krijg ik een genadige God’? Hij worstelde tot in het diepst van zijn ziel met hoe je als mens bij God kon komen. Het middeleeuwse antwoord gaf hem te weinig hoop.
In de Middeleeuwen ging men uit van drie mogelijke bestemmingen voor je ziel. De hel, het vagevuur en de hemel. Je ziet hier Dante die in De goddelijke comedie, een belangrijk boek schreef over de hemel, de hel en het vagevuur. Links zie je de hel, in het midden het vagevuur, en rechts de hemel.
Ook in de Middeleeuwen geloofde men dat Jezus was gestorven tot vergeving van zonden. Maar Jezus’ dood had alleen de schuld vergeven. Mensen moesten zelf nog wel een straf ondergaan voor hun zonden. Als je het helemaal verkeerd had gedaan ging je regelrecht naar de hel. Als je nog straf had uitstaan voor je zonden, moest je die uitzitten in het vagevuur. En alleen wie echt heilig had geleefd kon direct naar de hemel. En aan het eind van de middeleeuwen was er nog een ontsnappingsmogelijkheid bedacht: je kon je straf afkopen met een aflaat, een direct ticket voor de hemel.
Luther kwam, door de Bijbel goed te lezen in de oorspronkelijke taal, op andere antwoorden. God vergeeft iedereen die in Jezus gelooft de volledige zonde. Door Jezus is je schuld vergeven en hoef je geen straf uit te zitten. Iedereen die in Jezus gelooft als redder mag daarom direct naar de hemel. En een vagevuur, aflaten, en priesters die een straf opleggen, slaan daarmee nergens op. Alleen wie niet gelooft blijft in de macht van de duivel en gaat naar de hel.
Vanaf de verlichting ontstaat het geloof dat de hel niet bestaat. De mens gaat zich niet meer richten op de hemelse maar op de aardse werkelijkheid. De hel past daar niet bij. Alle mensen zijn gelijk. En in het postmodernisme kunnen verschillende waarheidsclaims naast elkaar bestaan. Daarom gaan we er vanuit dat er ofwel geen hemel is, en alles dus in dit leven moet gebeuren. Of dat er wel een leven na de dood is, maar dan geen hel: alle mensen mogen uiteindelijk naar de hemel, naar God. Wat ze ook geloven of hebben gedaan.
Maar als je de Bijbel goed leest, gaat het in de Bijbel niet of nauwelijks over de vraag ‘hoe kom ik in de hemel’. De Bijbel begint met God als de goede schepper van hemel en aarde. En als de mensen die schepping verpesten door tegen God te kiezen, is de belofte niet dat sommigen van hen worden gered en naar de hemel mogen. De belofte is dat God niet loslaat wat hij is begonnen. Hij zal de schepping vernieuwen. Herscheppen. Hij zal recht zetten wat nu op zijn kop staat. Hij zal oordelen over het kwaad, het kwaad doen verdwijnen, en de aarde vernieuwen. Het verhaal van de Bijbel eindigt niet met mensen die naar boven, naar de hemel mogen. Het verhaal eindigt met de hemel die hier op aarde komt.
Een belangrijk Bijbels begrip daarbij is ‘opstanding’. Ik heb daar als eens een preek over gehouden. Opstanding betekent dat God de doden zal doen opstaan en een getransformeerd lichaam geeft. Het is lichamelijk: het gebeurt op aarde. Maar het zal wel heel anders zijn dan nu. Het zal een volmaakt lichaam zijn op een volmaakte aarde.
In de Bijbel kom je heel weinig tegen over de hel. Jezus heeft het wel vaak over de Gehenna. Het Hinnomdal, dat was een dal net buiten de stad Jeruzalem. In dat dal werd het vuilnis van de stad verbrandt.
Als je het woord ‘hel’ leest in de Bijbel moet je dus niet aan het beeld van de hel hierboven denken.
Maar hieraan.
Deze vuilnisbelt in Nicaragua is de hel op aarde. Een plek waar kinderen met hun families wonen, waar ze giftige stoffen inademen en jong sterven, omdat er niemand is die voor hen zorgt.
Dit beeld van de hel heb je eigenlijk vooral nodig als je er vanuit gaat dat de kern van de mens, de ziel, onsterfelijk is. Dat was waar men in de middeleeuwen vanuit ging. Het gaat terug op de Griekse filosofen, zoals Plato. Maar in de Bijbel is onsterfelijkheid niet iets wat je als mens bezit. Het is iets wat je van God kunt ontvangen.
En dan kan het dus ook zo zijn dat niet alle mensen die onsterfelijkheid ontvangen. Dat een mensen tijdens hun leven, of daarna, hun mens zijn langzaam maar zeker verliezen. Door niet met God te leven. Door te leven in de macht van het kwaad. Door Gods goedheid niet in te ademen en daarmee je bestemming als evenbeeld van God langzaam maar zeker kwijt te raken. De hel is dan niet een plek waar je voor eeuwig gestraft wordt, maar meer het langzaam verdwijnen in het duister, in het niets.
In de Bijbel gaat het ook niet of nauwelijks over wat er gebeurt met mensen die niet bij God horen. Het gaat niet om de hel maar om het heil.
Het heil dat we ontvangen door Jezus Christus. Door zijn leven, lijden, sterven en opstanding heen. Omdat hij werd omhooggeheven aan een kruis, en opstond uit de dood, is er een eeuwig leven voor iedereen die in hem gelooft. Eeuwig leven: een leven dat nu al begint, dat blijft als je sterft, en wordt volmaakt bij de opstanding.
Jezus is de weg naar de Vader. We weten uit de Bijbel dat je zeker mag zijn van je opstanding, van je leven met God, ook na de dood, op de nieuwe aarde, als je in Jezus gelooft.
En over die weg, Jezus, moeten we niet te smal denken. Wij leven in een individualistische maatschappij. Daarin wordt soms door christenen gezegd:
Als je Jezus als je persoonlijke verlosser aanneemt, dan wordt je gered.
Maar dat is wel erg sterk gericht op het individu: persoonlijke verlosser in plaats van de redder van de wereld, aannemen in plaats van door Hem geroepen worden.
In de Bijbel is de redding lang niet zo individualistisch.
Kijk maar naar deze Bijbelteksten:
1 Korintiërs 7 14 De ongelovige man behoort dankzij zijn (gelovige) vrouw God toe en de ongelovige vrouw dankzij haar (gelovige) man eveneens. Zou dat niet zo zijn, dan zouden uw ?kinderen? ?onrein? zijn. Maar nu zijn ze ?geheiligd.
Dus je ongelovige partner hoort ook bij God, omdat jij gelooft. En je kinderen ook.
Jozua 24: 15 Kies dan welke ?goden? jullie wel willen dienen: de ?goden? van jullie voorouders of de ?goden? van de Amorieten. Mijn ?familie? en ik zullen in ieder geval de Heer dienen!’
Jozua kiest namens zijn gezin voor God.
Of hier in Handelingen 16, als Paulus en Silas in gesprek zijn met hun bewaker in de gevangenis:
30Hij bracht hen naar buiten en vroeg: ‘Zegt u mij, heren, wat moet ik doen om gered te worden?’ 31Ze antwoordden: ‘Geloof in de ?Heer? ?Jezus? en u zult gered worden, u en uw huisgenoten.’
En zo gebeurt het: heel de familie, vrouw kinderen en slaven, werden gedoopt.
Ook dat past weer in dat het God niet gaat om individuen die naar de hemel mogen. Maar om herschepping en herstel van relaties en van de wereld.
Het heil is dus groter dan wij vaak denken: niet individuen die naar de hemel mogen maar God die de wereld redt en herschept. Wij denken daar vaak te klein over.
Maar tegelijk denken wij vaak ook te klein over het kwaad. Alsof het wel meevalt. Alsof het eerlijk is als God zonder te oordelen iedereen zijn gang laat gaan.
Maar het kwaad is niet klein. Vraag het maar aan vervolgde christenen in Syrië of Nigeria. Die weten echt wel dat alles uitmaakt of je een volgeling van Jezus bent, of een volgeling van Mohammed. Als zij zouden geloven dat het niet uitmaakt wat je gelooft, waren ze al lang moslim geworden voor hun veiligheid. Of denk aan de apostelen die ook werden vervolgt en vaak gedood. Als geloven in Jezus niks uitmaakte voor het leven hierna, hadden ze zich nooit laten doden.
En kijk naar het klimaat: hoe we God schepping aan het vernietigen zijn. Het laatste schokkende nieuws is dat we in dertig jaar tijd vijfenzeventig procent van de insecten hebben gedood. Alleen als je vertrouwt op God die oordeelt en recht maakt kun je nog hoop houden op een aarde waar het veilig en goed is.
Of denk aan het onrecht wereldwijd. Kinderen in Nicaragua die leven in de hel op aarde.
En denk aan hoe radicaal Jezus heiligheid van ons verlangt: niet alleen het kwade nalaten, maar ook de kwade neigingen in je hart en in je gedachten zijn al zondig. En vormen een obstakel om welkom te zijn bij God.
Het kwaad is te groot om door onszelf te worden opgelost. Daar hebben we Jezus voor nodig.
16God had de wereld zo lief dat hij zijn enige Zoon heeft gegeven, opdat iedereen die in hem gelooft niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft.17God heeft zijn Zoon niet naar de wereld gestuurd om een oordeel over haar te vellen, maar om de wereld door hem te redden.
En tegelijkertijd mogen we, als vergeven mensen, ook goede daden doen om Gods licht te laten schijnen. Alles wat we doen in Gods naam en door de kracht van de Geest, neemt God mee naar de nieuwe schepping.
Elke goede daad heeft zin.
Meer duurzaam gaan leven is een groot goed in Gods ogen.
Elk kind dat in Jezus naam wordt opgenomen maakt een groot verschil.
Elk moment van aandacht, het verdrijven van eenzaamheid, al het goede heeft zin en zal bij Gods oordeel aan het licht worden gebracht.
Wat we doen bepaalt niet of we bij God thuis mogen komen. We horen bij God dankzij Jezus. Maar hoe God naar ons kijkt als we over de drempel stappen, hangt wel af van wat we met ons leven en talent hebben gedaan.
Daarom: geloof in Jezus als je heer en redder. Getuig in je doen en spreken van wie Hij is. Wees niet bang voor je zielenheil, maar vertrouw op Jezus. En leef met het oog op de opstanding, op God die de wereld herschept. Want in dat perspectief heeft al het goede dat we doen zin. Amen.