De preek over opstanding

Bij 1 Korintiërs 15

Gemeente, gasten in ons midden,

De kern van dit Bijbelgedeelte is: wat geloof je over wat er na je sterven gebeurd. Paulus heeft daar een hele duidelijk visie op. Die wil ik als laatste uitleggen. Maar er zijn ook twee andere visies. Visies die meespelen als wij dit hoofdstuk lezen omdat ze rondzingen in de wereld waarin wij leven. Alle drie de visies werk ik uit in drie thema’s: wat gebeurd er na je dood, wat voor mensbeeld zit er achter, en wat zijn daarvan de gevolgen voor het leven nu.

Visie 1

Na de dood

De eerste visie is dat je zegt: dood is dood. Na je dood is er niets.

Mensbeeld

Daar zit een bepaald mensbeeld achter. Denk maar aan ‘wij zijn ons brein’ het boek van de hersenonderzoeker Dick Swaab. Alles wat we denken of voelen is terug te vinden in allerlei stofjes en reacties in onze hersenen. Alles wat je denkt of voelt, wie je bent, dat allemaal zit opgesloten in je hersenen. Dus als je sterft, als je hersen dood zijn, dan is alles gewoon over en uit. Een helder wetenschappelijk mensbeeld.

Maar het botst wel met hoe wij het leven ervaren. Stel dat verlieft bent. Op een gegeven moment heb je genoeg moed gevonden om op die persoon af te stappen en je zegt: volgens de stofjes in mijn hoofd ben ik verliefd op jou. Ben jij dat ook op mij? Want dat heeft als evolutionaire functie om alle blokkades weg te nemen zodat wij ons gaan voortplanten. Snap je? Wil je nu iets te drinken?

Je merkt gelijk dat het zo niet werkt, als wij echt ons brein zijn, is ons leven zo plat als een pannenkoek. Dan zijn we robots die doen zoals we zijn geprogammeerd.

Gevolgen voor leven nu

En het heeft ook gevolgen. Want als het bij de dood op houdt, heeft het leven in het hier en nu geen hoger doel. Zoals Paulus schrijft: ‘Dan zou ik beter kunnen zeggen: ‘Laten we lekker eten en drinken. Want morgen gaan we toch dood!’’

En als 700 bootvluchtelingen verdrinken. Kun je in deze visie net zo goed denken (Op de site van RTL nieuws deze reactie:) “Dat scheelt weer 700 uitkeringen, maal 50 jaar. Kassa.”
en:
“Jammer van die 28 overlevenden. Zij worden weer uitvreters en mogen hier op onze kosten in therapie vanwege hun trauma’s. Ik vind het een tegenvallend einde van een heel vrolijk artikel.”

Ik wil geen doemdenker zijn, maar als je niet gelooft in God of een leven na dit leven, kunnen dit soort ideeën zomaar het gevolg zijn. Natuurlijk denkt niet iedereen die gelooft dat er niks na de dood is zo, maar het past wel binnen deze visie.

Visie 2:

Na de dood

Een tweede visie is dat je zegt: ja er is leven na de dood. Je lichaam sterft, maar je ziel. Die leeft voort. En als je gelooft gaat je ziel naar God in de hemel. Deze visie is in de kerk ook vrij lang dominant geweest. Maar het komt niet helemaal overeen met hoe de Bijbel hierover schrijft.

 Mensbeeld

Bij deze visie, maak je een sterk onderscheid tussen lichaam en ziel. En dat komt niet uit de Bijbel, maar uit de Griekse manier van denken. Vooral de filosoof Plato was daar belangrijk bij. Hij vond dat het lichaam een gevangenis was voor de ziel. Sterven was iets goeds, want dan kon je ziel de gevangenis van je lichaam verlaten. En opstijgen naar een hogere hemelse wereld.

En de verlichting, de belangrijkste bril waarmee we in onze samenleving nog steeds naar de wereld kijken, vond dat Plato gelijk had. Wij leven in een wereld waarin alles waar te nemen en te testen is. Maar er is niks op tegen dat mensen een ziel hebben die na hun dood naar een andere wereld, de hemel vertrekt. Zolang je uitgaat van de scheiding tussen lichaam en ziel. Lijken het christelijke verhaal en het wereldbeeld van de verlichting zelfs prima bij elkaar te passen.

En als je met die bril, de mens is een lichaam en een ziel. Als je met die bril op naar 1 Korintiërs 15 kijkt, dan lijkt Paulus ook zo te denken.

Kijk maar naar vers 44:

44 Ons aardse lichaam sterft. Maar we zullen met een nieuw lichaam opstaan uit de dood. Dat lichaam is een hemels lichaam. (Bijbel in Gewone Taal)

Of in de oudere vertaling:

44 Een natuurlijk lichaam wordt er gezaaid, een geestelijk lichaam wordt er opgewekt. (NBG Bijbelvertaling 1951)

Eerst is er een natuurlijk of aards lichaam. Maar opstanding betekent dat je ziel in een soort hemels of geestelijk lichaam blijft bestaan. Als een soort spook eigenlijk. Zonder echt lichaam, maar alleen geestelijk. Je ziel gaat naar de hemel.

 Gevolgen voor leven nu

Als deze visie klopt, wat heeft dat dan voor gevolgen voor het leven in het nu?

Nou, het komt er op neer dat ons aardse leven in het hier en nu er niet zoveel toe doet. Hoe je nu leeft is niet belangrijk. Het gaat er om dat je later in de hemel terecht komt.

Zo’n manier van naar het leven kijken kwam de rijke mensen ook niet verkeerd uit. Plato kwam zelf uit een rijke familie. En het sterke onderscheid tussen lichaam en ziel paste ook goed bij het koloniale tijdperk van de verlichting: de dominees mochten zieltjes winnen in Indonesië, maar op dezelfde boot gingen handelaren en soldaten mee om de Indonesiërs te onderdrukken. Maar dat maakte natuurlijk niet uit. Het ging God namelijk niet om rechtvaardigheid en eerlijkheid, maar om de zieltjes van de mensen.

Maar dan is het toch gek dat er in de Bijbel zoveel staat over eerlijk delen en recht doen. Misschien dat het dan toch anders zit.

Visie 3

Na de dood

En zo komen we bij de derde visie. Niet dood is dood. Niet een lichaam dat sterft en een ziel die naar de hemel gaat. Maar gewoon wat er letterlijk in de Bijbel staat en gebeurd. Kijk maar naar Jezus: Jezus is opgestaan uit de dood, het graf was leeg, hij kon eten en drinken en worden aangeraakt. Toch was zijn lichaam ook anders: hij verscheen zo maar, met de deuren dicht. Opeens was hij ergens, en dan was hij weer weg. Hij had een lichaam, maar wel een lichaam zonder de beperkingen die onze lichamen nu hebben. Dus Jezus was geen spook, maar iemand die door God was opgewekt met een getransformeerd lichaam.

En omdat Jezus is opgestaan, daarom mogen we geloven dat ook wij zullen opstaan uit de dood. We zullen een nieuw lichaam krijgen. Een lichaam, vergelijkbaar met dat lichaam van de opgestane Heer Jezus. Een lichaam dat aan de ene kant hetzelfde is als ons lichaam nu. Maar aan de andere kant ook heel anders.

Dat is waar Paulus over schrijft. Ons lichaam is nu sterfelijk en zwak, het stelt maar weinig voor. Dat is het lichaam dat sterft. Maar als we opstaan uit de dood zullen we een hernieuwd lichaam hebben, dat onsterfelijk, krachtig en schitterend is.

Mensbeeld

Dat klinkt wel wat ingewikkelder, maar dat komt omdat Paulus mensbeeld ook ingewikkelder is. Volgens de Bijbel is de mens een schepsel van God. En toen de mens geschapen was, zag God dat het zeer goed was. Alles aan de mens is door God gemaakt: lichaam/ziel/geest/hart/verstand/wil/gevoel. Alles. Het ene deel van de mens is niet goddelijker of beter dan het andere. De mens is één geheel. Het verhaal van de schepping leert ons een holistisch mensbeeld.

Opstanding

De Bijbel vertelt ons ook dat het al snel na de schepping van de mens fout ging. De mens koos tegen God. Daardoor veranderde er iets. De mens werd sterfelijk: ‘Je was aarde en je zult weer aarde worden.’ De mensen werden als Adam. Aards, als stof, met een lichaam dat niet geschikt was voor Gods fantastische nieuwe wereld, zijn koninkrijk.

Daarom is Jezus gekomen. De mensen verwachtten dat hij Gods koninkrijk zo zou stichten dat aan alles direct een einde zou komen. In hem zou Gods heerschappij aanbreken. Hij zou de vijanden van Israël verslaan en de gestorvenen zouden opstaan en meedoen aan het grote overwinningsfeest.

Maar het ging anders: Jezus stierf aan het kruis. Maar hij werd ook door God opgewekt uit de dood. Dat had niemand verwacht, hoe vaak Jezus het ook had uitgelegd. Jezus stond als eerste op uit de dood. Als eersteling. Vergelijk het maar met de eerste bloem die gaat bloeien in je tuin. Die bewijst dat de lente echt komt. Zo bewijst Jezus opstanding, als ‘eersteling’, dat ook wij zullen opstaan.

Maar dan moeten we wel helemaal geschikt gemaakt worden voor Gods Koninkrijk.

Daarom moeten alle mensen worden getransformeerd: ‘Maar luister, ik zal jullie vertellen wat Gods plan met ons is. Alle christenen zullen een nieuw lichaam krijgen. Dat zal gebeuren als Jezus Christus terugkomt. Als het geluid van de hemelse trompet klinkt, worden we allemaal in één tel veranderd. De gestorven christenen staan dan op uit de dood met een nieuw lichaam, een onsterfelijk lichaam. En ook wij, de levende christenen, krijgen dan een onsterfelijk lichaam.’

En dat nieuwe lichaam is dan onsterfelijk, hemels, krachtig, schitterend, geestelijk oftewel vol van Gods Geest.

Gevolgen voor leven nu

Wat voor gevolgen heeft die manier van kijken naar opstanding, voor het leven nu.

Het roept gelijk een vraag op. Als de opstanding iets is wat gebeurd als Jezus als koning op aarde komt. Hoe is het dan nu met onze doden? Waar zijn ze? Hoe zijn ze? Op veel van die vragen staat in de Bijbel geen antwoord. Maar er staan ook een aantal dingen wel in de Bijbel, ook in 1 Korintiërs 15:

In vers 18: (als Jezus niet is opgestaan) Dan zijn ook zij, die in Christus ontslapen zijn, verloren. (NBG51 vertaling)

Dus wie gelooft en komt te overlijden is ‘in Christus ontslapen’. Ook na hun dood zijn ze in Christus. Ze zijn bij Jezus. Noem het in de hemel zijn. Thuis zijn bij God. Of zoals Jezus antwoorde op de smeekbede van de moordenaar naast hem aan het kruis: ‘‘Ik verzeker je: nog vandaag zul je met mij in het paradijs zijn.’ (NBV)

Maar dat is niet hun eindbestemming. Het doel is niet om een zieltje in de hemel te worden, een spook zonder lichaam. We moeten ons ook geen zorgen maken over waar en hoe ze zijn. En hoe lang. Misschien is er wel geen tijd bij hen.

Maar het belangrijkste is dat ze, net als Jezus zullen opstaan uit de dood. Als Jezus komt als Koning op deze aarde. En net als de levenden zullen ze een vernieuwd getransformeerd lichaam krijgen. Vol van glorie, eer, kracht, schitterend.

Dat mag ons troosten. Dat mag ons hoop geven.

We mogen denk ik ook geloven dat we hen terug zullen zien en zullen herkennen. Dat we elkaar om de hals mogen vallen. En samen blij kunnen zijn. Samen zijn bij God.

Maar dit geloof in de opstanding heeft ook nog andere gevolgen voor ons leven in het hier en nu. Zoals Paulus aan het eind van dit hoofdstuk schrijft: ‘58 Kortom, geliefde broeders en zusters, wees standvastig en onwankelbaar en zet u altijd volledig in voor het werk van de Heer, in het besef dat door de Heer uw inspanningen nooit tevergeefs zijn. (NBV)’

Omdat Jezus is opgestaan, weten we dat ook wij zullen opstaan met een getransformeerd lichaam. Het is moeilijk om dat precies onder woorden te brengen. Daarom één beeld dat misschien helpt. Wij zijn nu als rupsen. Zwak, onvolmaakt. Maar bij de opstanding zullen we in één ogenblik veranderd worden in vlinders: schitterend, mooi, maar dan zonder vleugels. En die transformatie, die wij bij de opstanding ondergaan, geldt niet alleen voor ons lichaam, maar voor alles. God zal al het goede dat er op aarde is oppakken en transformeren tot het volmaakt is. Al het slechte zal hij van de aarde wegvagen. Al het goede zal hij waarderen en nog meer tot zijn doel laten komen.

Conclusie

Als dood dood is, maakt het niet uit of we goed of slecht doen. Het heeft geen consequenties.

Als ons lichaam sterft en ons zieltje naar de hemel gaat en dat het is, dan maakt het niks uit wat we hier op aarde wel of niet doen.

Maar als Jezus is opgestaan als eersteling, en wij net zo zullen opstaan, met een getransformeerd lichaam. Dan doet alles er toe. Wat je doet of laat. Al het goede zal God oppakken en volmaakt maken. Daarom is onze moeite niet voor niets. Ons lijden, ons strijden. Ons bidden, ons werken. Onze trouw en liefde. Alles heeft zin in het licht van dit goede nieuws. Jezus is opgestaan uit de dood. Halleluja. Amen.