De preek over de ‘zaligsprekingen’

bij Matteüs 5:1-12, sermon in English below

Leerlingen van Jezus, gasten met ons,

Wanneer ben je gelukkig? Hoe werkt dat in Nederland, in het jaar 2023.

1. Gelukkig zijn de mensen met een goed inkomen, wie aandelen heeft of een afbetaald huis.

2. Gelukkig zijn de mensen die gezond zijn, die geen pijn hebben of andere lichamelijke klachten.

3. Gelukkig zijn de mensen die veel volgers hebben, op linkedin en instagram. Want zij zijn belangrijk.

4. Gelukkig zijn de mensen die shoppen. Die hun kooplust verzadigen met nieuwe spullen.

5. Gelukkig zijn de mensen die voor zichzelf kunnen zorgen, die niet afhankelijk zijn van barmhartigheid of toeslagen.

6. Gelukkig zijn de mensen die doen wat voor hen goed voelt. Volg je hart, want dat klopt.

7. Gelukkig zijn de mensen met grote huizen, tuinen en geluidsdichte muren. Zij leven in vrede met hun buren.

8. Gelukkig de multinationals van wie de belangen worden beschermt door de politiek en het recht. Het belastingparadijs van het Koninkrijk der Nederlanden staat voor hen open.

9. Gelukkig zijn de mensen naar wie geluisterd wordt. Die hun mening mogen geven bij talkshows, ook al hebben ze geen verstand van het onderwerp.

Ben jij zo’n iemand? Die voor zichzelf kan zorgen? Die geen hulp van anderen nodig heeft? Verheug je en jubel. Groot is je geluk hier op deze aarde.

Maar ben je dan daadwerkelijk gelukkig? Is dat wat een mens echt gelukkig maakt? Gezondheid, rijkdom, onafhankelijk zijn?

Jezus draait dat helemaal om. Het echte geluk is er voor de armen, degenen die huilen, de nederigen, de hongerigen.

Maar wat bedoelt Jezus? Waarom zouden mensen die honger hebben, huilen, arm zijn, gelukkig zijn?

Een oplossing is om het geluk te verplaatsen naar de hemel. Jezus noemt toch ook het Koninkrijk van de hemel. Nu zijn mensen die huilen ongelukkig, maar als ze sterven en bij Jezus in de hemel zijn dan zijn ze gelukkig. Dat is niet helemaal onwaar, maar het is niet wat Jezus bedoelt.

Een andere oplossing is dat we het activistisch invullen. Als wij gaan zorgen voor de armen, als we ons eten en drinken gaan delen, opkomen voor mensen die worden vervolgd. Dat ze dan gelukkig worden. Omdat wij hun omstandigheden verbeteren.
Ook niet helemaal onwaar, maar het is niet wat Jezus bedoelt.

Wat bedoelt Jezus dan wel?

Om daar achter te komen, moeten we iets doen wat wel vaker helpt als je een Bijbeltekst niet begrijpt. Gewoon een stukje er omheen lezen.

Vorige week hebben we gelezen over Jezus die het Koninkrijk van God verkondigt. Vertelt over dat in hemzelf God dichtbij is gekomen. En Jezus riep vier vissers om Hem te volgen.
En dan staat er:

Matteüs 4
23Jezus trok rond in heel Galilea; Hij gaf de mensen onderricht in hun synagogen, verkondigde het goede nieuws over het koninkrijk en genas iedere ziekte en elke kwaal onder het volk. 24Het nieuws over Hem verspreidde zich in heel Syrië. Allen die ergens aan leden en gekweld werden door een ziekte of door pijn, en ook bezetenen en maanzieken en verlamden, werden bij Hem gebracht en Hij genas hen. 25En grote groepen mensen volgden Hem, uit Galilea en de Dekapolis, uit Jeruzalem en Judea en uit het gebied aan de overkant van de Jordaan. 51Toen Hij de mensenmassa zag, ging Hij de berg op. Daar ging Hij zitten met zijn leerlingen om zich heen. 2Hij nam het woord en onderrichtte hen:

Wie zijn de mensen die Jezus onderwijst op de berg? Het zijn zijn leerlingen. Maar dat zijn niet alleen de twaalf apostelen. Het gaat om een veel grotere groep mensen. Het zijn mensen die ergens aan lijden, zieken, mensen met pijn, mensen van wie lichaam en geest niet goed werken. Dat is de eerste grote groep leerlingen van Jezus in het Evangelie van Matteüs. Dat zijn de eerste mensen die Jezus toespreekt in de bergrede.

1. Jullie zijn gelukkig. Jullie zijn gezegend. Ik heb goed nieuws voor jullie. Jullie zijn arm. Jullie worden als geestelijk onbelangrijk gezien. Maar juist voor jullie ben ik gekomen. Jullie zijn de eersten die thuis mogen komen bij God.

2. Tot vandaag was er veel verdriet in jullie leven. En er was niemand om jullie te troosten. Maar vanaf vandaag ben ik bij jullie om je tranen af te wissen. En ik geef jullie aan elkaar, om elkaar te troosten.

3. Gefeliciteerd, jullie die onbelangrijk zijn. Want het beloofde land, Gods nieuwe wereld, vandaag gaan jullie er naar binnen.

4. Gezegend zijn jullie die honger en dorst hebben. Die diep van binnen verlangen naar recht. God heeft jullie roep om hulp gehoord en gaat jullie bevrijden.

5. Goed nieuws voor wie medelijden heeft met anderen, want vanaf vandaag lijd ik met jullie mee.

6. Ik reinig jullie hart, jullie zijn welkom bij God. Jullie mogen God zien.

7. Gelukkig de mensen die vrede stichten. Die bij conflicten tussenbeide komen. Verzoening is de weg van Gods nieuwe wereld.

8. Als je achter mij aan gaat, komt er lijden in je leven. Je zult worden vervolgt, als je opkomt voor recht, in mijn naam. Maar weet: Gods is erbij.

9. Als er over jullie kwaad word gesproken vanwege mij, prijs jezelf gelukkig. Het laat zien hoe dicht je bij mij bent.

Verheug je en jubel. Want God is dichtbij jullie.

Jezus zet de wereld op z’n kop. Niet wie rijk is is gelukkig, maar wie arm is. Niet wie gezond is is gezegend, maar wie ziek is. Niet wie belangrijk is staat dicht bij God, maar juist wie onbelangrijk is.

Jezus draait alles om. Hij zet alles weer recht, zoals het bedoelt is. Deze alles op z’n kop zettende uitspraken van Jezus zijn de basis van alles wat we doen in de kerk. Het is ook de basis van onze beschaving. Deze uitspraken van Jezus zijn de reden dat we ziekenhuizen hebben, scholen, pleegzorg, uitkeringen, klimaatmaatregelen. Zonder Jezus was niemand op het idee gekomen om met dat soort goede dingen te beginnen. Dus als je werkt in de zorg, of in het onderwijs, of iets anders waar je goed doet: verheug je en jubel. Dan doe je dat in navolging van Christus.

Maar Jezus is meer dan een inspirerende leraar. Hij is meer dan Mozes die het volk op een berg leerde hoe goed samen te leven met God en elkaar. Jezus is niet alleen een rabbi, een leraar. Hij is degene die de wet en de profeten, die ook de bergrede heeft vervuld.

1. Jezus heeft de rijkdom van de hemel verlaten, en werd arm als een slaaf. Zijn eerste nacht sliep Hij in een voerbak. Hij groeide op als eenvoudige timmerman. Als rondtrekkende rabbi was Hij afhankelijk van giften en de zorg van anderen. Zalig de arme van geest.

2. Jezus heeft getreurd en gehuild, over het lot van Jeruzalem, over zijn vriend Lazarus, over de macht van het kwaad en de kracht van de dood. Gelukkig deze treurende.

3. Jezus heeft zijn leerlingen gediend. Als nederige slaaf, hun voeten gewassen. Gelukkig deze zachtmoedige.

4. Jezus heeft honger en dorst geleden in de woestijn. Het onrecht weerstaan, geleden tot aan het kruis. Gelukkig die dorst naar gerechtigheid.

5. Jezus heeft medelijden getoond aan zo veel zieken, armen, bezetenen. Maar er was bijna niemand om met Hem mee te lijden toen hij stierf aan het kruis. Gezegend deze barmhartige.

6. Jezus was als enige mens zuiver van hart. Hij leefde in nauwe verbinding met God, en toch werd Hij door God verlaten. Gelukkig die zuivere van hart.

7. Jezus heeft vrede gesticht. Tussen Joden en Grieken, tussen arm en rijk, tussen mannen en vrouwen. Tussen God en mensen. Maar het koste Hem zijn leven. Zalig deze vredestichter.

8. Jezus werd vervolgd vanwege gerechtigheid. Hij was onschuldig aan de misdaden waarvan Hij werd beschuldigt, en toch is Hij veroordeelt tot de dood. Gezegend die vervolgde vanwege gerechtigheid.

9. Jezus werd bespot, vervolgt. Hij werd van het grootste kwaad beticht. Zalig de bespotte.

Jezus zelf heeft deze zaligsprekingen vervuld. De zegen die Hij met de zaligsprekingen uitsprak over zijn leerlingen, werd zijn eigen vloek. Hij heeft alles gedragen, om het Koninkrijk van God op aarde te doen beginnen.

Jezus is de gezegende. De boodschapper van het echte Goede Nieuws. Ja, zalig zijn zij, die dit Woord van God horen, ontvangen, en het bewaren in hun hart. Amen.

Disciples of Jesus, guests with us,

When are you happy? How does that work in the Netherlands, in the year 2023.

1. Happy are the people with a good income, who have shares or a paid-off house.

2. Happy are the people who are healthy, who have no pain or other physical complaints.

3. Fortunately, the people who have a lot of followers are on linkedin and instagram. Because they are important.

4. Happy are the people who shop. Who satiate their shopping lust with new stuff.

5. Happy are the people who can take care of themselves, who do not depend on mercy or allowances.

6. Happy are the people who do what feels right to them. Follow your heart because it’s right.

7. Happy are the people with big houses, gardens and soundproof walls. They live in peace with their neighbours.

8. Happy the multinationals whose interests are protected by politics and the law. The tax haven of the Kingdom of the Netherlands is open to them.

9. Happy are the people who are listened to. Who are allowed to give their opinion on talk shows, even if they have no knowledge of the subject.

Are you such a person? Who can take care of himself? Who doesn’t need help from others? Rejoice and exult. Great is your happiness here on this earth.

But are you actually happy? Is that what really makes a person happy? Health, wealth, independence?

Jesus turns that around. True happiness is for the poor, the weeping, the humble, the hungry.

But what does Jesus mean? Why should people who are hungry, cry, be poor, be happy?

One solution is to move happiness to heaven. Jesus also mentions the Kingdom of Heaven. Now people who cry are unhappy, but when they die and are with Jesus in heaven, they are happy. That is not entirely untrue, but it is not what Jesus means.

Another solution is that we interpret it in an activist way. If we start caring for the poor, if we start sharing our food and drink, if we stand up for people who are being persecuted. That they will be happy. Because we improve their conditions.
Not completely untrue either, but it is not what Jesus meant.

So what does Jesus mean?

To find out, we need to do something that often helps when you don’t understand a scripture. Just read around it.

Last week we read about Jesus proclaiming the Kingdom of God. Talks about how in himself God has come near. And Jesus called four fishermen to follow Him.
And then it says:

Matthew 4
23Jesus went about all Galilee; He taught the people in their synagogues, proclaimed the good news about the kingdom, and healed every sickness and every disease among the people. 24The news about him spread throughout Syria. All those who were suffering and afflicted with disease or pain, as well as those who were possessed and lunatic and paralyzed, were brought to Him and He healed them. 25And great multitudes of people followed him, from Galilee and the Decapolis, from Jerusalem and Judea, and from the region beyond the Jordan. 51When he saw the crowd, he went up the mountain. There He sat down with His disciples around Him. 2He spoke and instructed them:

Who are the people Jesus teaches on the mountain? They are his students. But those are not just the twelve apostles. It involves a much larger group of people. They are people who are suffering from something, the sick, people in pain, people whose body and mind are not working properly. That is the first large group of disciples of Jesus in the Gospel of Matthew. These are the first people Jesus addresses in the Sermon on the Mount.

1. You are happy. You are blessed. I have good news for you. You are poor. You are seen as spiritually insignificant. But it is precisely for you that I have come. You are the first to come home to God.

2. There has been much sadness in your life until today. And there was no one to comfort you. But from today I am with you to wipe away your tears. And I give you to each other, to comfort each other.

3. Congratulations, you who are unimportant. For the promised land, God’s new world, today you enter it.

4. Blessed are you who are hungry and thirsty. Who deep down long for justice. God has heard your cry for help and is going to set you free.

5. Good news for those who feel pity for others, for from today I suffer with you.

6. I cleanse your heart, you are welcome to God. You may see God.

7. Blessed are the people who make peace. Who intervene in conflicts. Atonement is the way of God’s new world.

8. If you go after me, suffering will come into your life. You will be prosecuted if you stand up for justice in my name. But know: God is there.

9. If you are spoken of evil because of me, count yourselves happy. It shows hhow close you are to me.

Rejoice and exult. For God is near you.

Jesus turns the world upside down. It is not the rich who are happy, but the poor. It is not the healthy who is blessed, but the sick. Not who is important is close to God, but who is unimportant.

Jesus turns everything around. He puts everything right again, as it was meant to be. These upside down statements of Jesus are the basis of everything we do in the church. It is also the basis of our civilization. These sayings of Jesus are the reason we have hospitals, schools, foster care, benefits, climate measures. Without Jesus no one would have thought to start such good things. So if you work in healthcare, or education, or anything else that you do good: rejoice and rejoice. Then you do that in imitation of Christ.

But Jesus is more than an inspiring teacher. He is more than Moses who taught the people on a mountain how to live well with God and each other. Jesus is not just a rabbi, a teacher. He is the one who fulfilled the law and the prophets, who also fulfilled the Sermon on the Mount.

1. Jesus left the riches of heaven, and became poor as a slave. His first night He slept in a manger. He grew up as a simple carpenter. As a wandering rabbi, He depended on gifts and the care of others. Blessed is the poor in spirit.

2. Jesus mourned and wept, over the fate of Jerusalem, over his friend Lazarus, over the power of evil and the power of death. Happy this mourner.

3. Jesus served his disciples. As a humble slave, their feet washed. Happy this gentle one.

4. Jesus suffered hunger and thirst in the desert. Resisting the injustice suffered to the cross. Happy that thirst for justice.

5. Jesus has shown compassion for so many sick, poor, possessed. But there was hardly anyone to suffer with Him when He died on the cross. Blessed this merciful one.

6. Jesus was the only man pure in heart. He lived in close relationship with God, and yet He was forsaken by God. Happy the pure in heart.

7. Jesus has established peace. Between Jews and Greeks, between rich and poor, between men and women. Between God and people. But it cost him his life. Blessed is this peacemaker.

8. Jesus was persecuted because of righteousness. He was innocent of the crimes with which He was charged, and yet He was sentenced to death. Blessed who persecuted for righteousness’ sake.

9. Jesus was mocked, continues. He was accused of the greatest evil. Blessed are the mocked.

Jesus himself fulfilled these beatitudes. The blessing He pronounced on His disciples with the Beatitudes became His own curse. He has carried everything to start the Kingdom of God on earth.

Jesus is the blessed one. The messenger of the real Good News. Yea, blessed are they that hear this word of God, receive it, and keep it in their hearts. Amen.