Zondag 2 december is het 1e Advent. We bereiden ons voor op de komst van de Heer (het woord ‘advent’ is afkomstig van het Latijnse woord adventus, komst). We volgen de tekst die de kinderkerk methode ‘Bijbelbasics’ ons aanreikt: Micha 5:1-4. God vertelt dat er een bijzondere leider geboren zal worden in de plaats Bethlehem. Waarom moest Hij daar vandaan komen? En wat zegt Micha over deze leider? En wat betekent dat voor ons?
De tieners blijven deze zondag in de kerk. De preek wordt afgesloten met een praktische uitdaging, omdat de jongeren van iBible hebben aangegeven dat dat hen helpt om betrokken te zijn bij de preek. Die uitdaging wordt dan bij de tienerkerk van 9 december afgesloten.
Liturgie zondag 2 december, 1e Advent 2018
Voorganger: ds. Robert Stigter
Welkom
Aansteken adventskaarsen 1e adventskaars
Lied LD444 Nu daagt het in het oosten
Bemoediging en groet
Lied LD473 Er is een roos ontloken
Gebed
Bijbelwoorden Matteüs 2:4-6 (BGT)
Loflied LD433 Kom tot ons, de wereld wacht
Loflied HH140 In het licht
Kindermoment
Kinderlied Projectlied:1
Gebed
Lezing Micha 5:1-4a (tot: en hij brengt vrede) (NBV)
Lied PS24 (DNP)
Preek
Meditatief orgelspel
Lied Magnificat (Sela)
Gebed
Collecte
Lied HH145 O kom, o kom, Immanuël
Zegen
Psalm 24 (De Nieuwe Psalmberijming)
1. De hele wereld om ons heen is van de HEER, van Hem alleen, met alle wezens die er leven. Het vasteland blijft stevig staan, verrezen uit de oceaan. De HEER heeft het zijn plaats gegeven. |
4. Kom, poorten, hef je oude boog! Maak jullie doorgang wijd en hoog: de grote koning komt naar binnen. Wie is die vorst vol majesteit? De HEER, de held die in de strijd met overmacht zal overwinnen.
|
2. Wie mag de tempel binnengaan? Wie kan er op Gods hoogte staan? Wie zal Hem op zijn berg vereren? De mens die schone handen houdt, niet op bedrog of list vertrouwt en nooit een valse eed zal zweren. |
5. Kom, poorten, hef je oude boog! Maak jullie doorgang wijd en hoog, geef ruimte aan de grote koning. Wie is die vorst vol majesteit? De HEER die hemellegers leidt. Hij komt vol glorie naar zijn woning. |
3. Aan hen die eerlijk zijn en echt doet God, hun redder, altijd recht; zijn zegen zullen ze ontvangen. Zij zijn het volk dat Hem verwacht, zij vormen Jakobs nageslacht, de mensen die naar Hem verlangen. |