De preek over Efeziërs 5:1-20

Geliefde adoptiekinderen, gasten in ons midden,

Voor we de tekst van vandaag induiken, is het denk ik goed om eerst terug te kijken op de brief aan de Efeziërs tot nu toe.

We begonnen in hoofdstuk 1 met Gods grote verlangen om hemel en aarde weer bij elkaar te brengen. Om zijn koninkrijk zoals het er al is in de hemel, door te laten breken op aarde. En dat heeft hij gedaan door Jezus. Jezus heeft de hemel en de aarde weer met elkaar verbonden. Hij is de belangrijkste van alles en iedereen. Alles vindt in Hem zijn doel.

Door Jezus heeft God ons geadopteerd als zijn kinderen. Door Jezus zijn onze zonden vergeven. Door Jezus zijn wij nu samen onderdeel van één lichaam: de kerk. Hoe groot de onderlinge verschillen ook zijn: qua leeftijd, opleiding, Vinex en dorp, kerkelijke achtergrond of niet, wat dan ook. Wij horen nu bij elkaar als familie, als broers en zussen. We mogen van elkaar leren en groeien in het kennen van de rijkdom die in God is. We mogen groeien in het inzetten van onze gaven voor de opbouw van het lichaam. En bovenal mogen we groeien in eenheid en liefde.

Door Jezus zijn we nieuwe mensen. Mensen die horen bij Gods nieuwe wereld. We mogen die nieuwe mens aantrekken, zoals je nieuwe kleren aantrekt. Niet zozeer door ons aan allerlei nieuwe regels te houden. Niet doordat we voortaan ons gevoel kunnen volgen omdat alles wat in ons hart opkomt nu goed is. Nee, we mogen groeien in die nieuwe mens zijn, door ons karakter te laten veranderen. Dan gaan we steeds meer lijken op hoe Jezus, op hoe Hij als mens was. Groeien door gebed, het kennen van Jezus, door te oefenen, door discipline, door onszelf nieuwe gewoontes aan te leren, door te trainen in de liefde.

Dat brengt ons bij het gedeelte van vandaag. De kern wordt gevormd door het lied dat we zongen:

‘Ontwaak uit uw slaap,

sta op uit de dood,

en Christus zal over u stralen.’

Het is een lied dat de eerste christenen zongen bij de doop. Dus mooi om juist vandaag bij dit lied stil te staan.

Het lied gaat er vanuit dat je in Jezus het echte leven kunt vinden. Het volle leven, het goede leven. Het leven zonder Jezus is alsof je slaapt, alsof je gevangen wordt gehouden door de dood.

Paulus is daar heel stellig over. Hij schrijft: of je gaat de weg van de liefde, de weg van Christus. Of je gaat de weg van de afgoden. Het is niet zozeer dat God je dan straft omdat je verkeerde dingen hebt gedaan. Het is gewoon een wetmatigheid dat je meer mens wordt als je Jezus volgt. En minder mens wordt als je afgoden volgt. Als je je hart zet op afgoden, dan blijft er steeds minder mens van je over. Als je je hart zet op Christus, dan bloei je op als mens.

Een van die belangrijkste afgoden, in de tijd van Paulus maar zeker ook in onze tijd, is hebzucht. De gevolgen van hebzucht zien we voortdurend om ons heen. Door hebzucht wordt de wereld donker en duister. Door hebzucht maken we met z’n allen de schepping kapot, omdat we meer en meer spullen willen hebben. We hebben met z’n allen een financieel stelsel geschapen waar de valse mammon wordt aanbeden. Waar bonussen en aandeelhouders op de eerste plek staan.

Kijk maar naar het nieuws van de afgelopen week. Zelf onze VVD minister president heeft bedrijven bedreigt met belastingverhoging, als ze de lonen nu niet gaan verhogen. Volgens de economische theorieën had de economische groei en het tekort op de arbeidsmarkt al lang tot forse loonstijgingen moeten leiden. Maar die theorieën houden onvoldoende rekening met hebzucht en de aanbidding van de valse mammon.

Een andere afgod die Paulus in dit gedeelte nadrukkelijk noemt is de afgod van verkeerde seks. Seks was in de tijd van Paulus in een stad als Efeze minimaal niet zo zichtbaar als in onze tijd. Efeze was een grote havenstad. En in een tijd waarin een groot deel van de bevolking onder de armoede grens leefde, betekende dat dat veel meisjes uit armoede in de prostitutie terecht kwamen. Niemand vond dat een probleem. Voor mannen gold in die tijd ook seksuele vrijheid. Alleen vrouwen hoefden maagd te blijven tot het huwelijk.

Maar de christenen dachten daar anders over. Voor hen gold dat zowel mannen als vrouwen trouw moesten zijn aan elkaar. Verkeerde seks leidt ertoe dat je het voor jezelf alleen maar moeilijk maakt om echt trouw te zijn aan één iemand en echt één te worden.

Om geen verkeerde seks te hebben, helpt het om er niet aan te denken, schrijft Paulus. En om er niet aan te denken, helpt het om je taal er van te zuiveren. En in onze tijd moeten we daar denk ik aan toevoegen: het helpt om er niet naar te kijken. Dat valt niet mee in onze tijd van internet en porno. En het valt niet mee zolang er op onze bushokjes ruimte is voor posters van websites die seksdates promoten. Toch moeten we proberen ons hart ervoor af te sluiten.

Terug naar dat lied:

‘Ontwaak uit uw slaap,

sta op uit de dood,

en Christus zal over u stralen.’

Wordt wakker uit die donkere wereld. Die wereld waarin je steeds minder mens wordt. Die wereld van afgoden als hebzucht en verboden seks. En verbindt je met Christus, met de opgestane. Door onze doop zijn we samen met hem opgestaan tot een nieuw leven. Een nieuw leven in het licht. We zijn niet langer in het donker, maar we zijn zelf licht. Door Jezus. Leven in Zijn licht brengt goedheid voort, recht en waarheid. We zijn geroepen om altijd op zoek te gaan naar het licht. Om aan te wijzen waar het duister actief is, om op te komen voor wat eerlijk is en recht. Om de waarheid te spreken waar onwaarheid is. En Christus zal over ons stralen. Zijn stralende licht is veel groter dan de duisternis. Het licht van Zijn opstanding, heeft de macht van het duister gebroken.

Hoe kun je je laten vullen met dat licht van Christus?

Paulus geeft in dit stuk een aantal aanwijzingen.

15Let dus goed op welke weg u bewandelt, gedraag u niet als dwazen maar als verstandige mensen. 16Gebruik uw dagen goed, want we leven in een slechte tijd.17Wees niet onverstandig, maar probeer te begrijpen wat de ?Heer? wil. 

Hij zegt: wees wijs. Denk goed na of iets je dichter bij de afgoden brengt, of dichter bij Jezus brengt. En doe dan het goede.

 18Bedrink u niet, want dat leidt tot uitspattingen, maar laat de Geest u vervullen

Je mag best een biertje of wijntje drinken, maar wordt niet dronken. En dan kun je geen wijze beslissingen meer nemen. Laat je niet vullen met alcohol, maar met de Geest. Begin de dag niet met een biertje, maar met een gebed: Heer vervul mij vandaag met Uw Geest.

 19en zing met elkaar psalmen, hymnen en liederen die de Geest u ingeeft. Zing en jubel met heel uw ?hart? voor de ?Heer

Het is niet voor niks dat we in de tekst van vandaag een lied tegen komen. Zingen doen christenen al 2000 jaar. Dat doen we op allerlei manieren, begeleid met allerlei instrumenten, op allerlei soorten muziek. En we verschillen sterk van elkaar in onze muzikale voorkeuren. Dat konden we mooi zien bij de muziekavond die we twee weken geleden hielden. De een houdt van Johannes de Heer, de ander van Opwekking. Maar we leren elkaar begrijpen als we met elkaar delen wat ons raakt. En veel mensen die bij die muziekavond waren, voelden dat we op die avond vol werden met het licht van Christus. Dat de Geest ons vulde. Doordat we samen zingen. Doordat we delen wat ons raakt. Door de zelf geschreven liederen van Ruben en Emma. Zingen vult ons met het licht van Christus. Juist als we dat samen doen in eenheid en met een mix aan liederen. Met psalmen, hymnen en liederen die de Geest ons ingeeft.

20en dank God, die uw Vader is, altijd voor alles in de naam van onze ?Heer? ?Jezus? ?Christus.

We worden vol van het licht, als we God danken. De wereld om ons heen leert ons om te kijken naar wat niet goed gaat. Naar wat donker is, somber, lelijk, oneerlijk, naar hoe wij slachtoffers zijn van het systeem. Maar Paulus leert ons om altijd dankbaar te zijn. Dankbaar voor het kleine, voor het leven, voor al het goede dat God ons geeft. Die dankbaarheid maakt ons nieuwe mensen. Mensen van het licht.

Dus:

‘Ontwaak uit uw slaap,

sta op uit de dood,

en Christus zal over u stralen.’

Amen.