De preek over het Avondmaal

bij 1 Korintiërs 11:17-34

Gemeente, gasten in ons midden,

Inleiding: nieuwe opzet avondmaal vieren

Volgende week vieren we avondmaal in een grote kring hier door de kerkzaal. Maar als kerkenraad hebben we alvast vooruit gedacht voor als we het avondmaal weer zittend aan tafel vieren. De laatste twee keer was het een beetje een rommeltje wie dan wanneer mag komen zitten. We hebben de volgende drie modellen bedacht om dat op te lossen.

Het eerste model is dat de mensen boven de 70 jaar als eerste aan tafel mogen. Die hebben de kerk opgebouwd. Dan de tweede tafel mensen tussen de 40 en 70 jaar. En aan de derde tafel de mensen van onder de 40.

We hebben ook een tweede mogelijkheid bedacht: Aan de eerste tafel de mensen uit Oude Leede, want die komen vaak heel trouw naar de kerk. Aan de tweede tafel de mensen uit Oud Delfgauw. En aan de derde tafel de mensen uit Emerald. Want die wonen hier pas het kortste.

En we hebben ook nog het derde model. Daar ben ik zelf nog het meest enthousiast over. Aan de eerste tafel de mensen die meer dan 1000 euro per jaar geven aan de kerk. Aan de tweede tafel de mensen die goed zijn voor 500 tot 1000 euro. En aan de derde tafel 500 euro en minder.

 

Situatie in 1 korinthe: armoede in de oudheid

Gevoel van verantwaardiging/lachen. Maar dit was wel ongeveer hoe het ging in de kerk in Korinthe. In die tijd was er een enorme kloof tussen de rijke en arme mensen. Die is er nu natuurlijk ook nog. Maar toen had een groot deel van de bevolking echt helemaal niks. Ook geen bijstandsuitkering. Als ze mazzel hadden, konden ze voor een maaltijd terecht bij een van de superrijken. De deelden soms maaltijden uit in ruil voor politieke steun. Maar er was dan echt geen kans dat je samen met die rijke aan tafel kon zitten. Die wilde jou laten voelen dat je minderwaardig was. Samen met de andere sloebers mocht je in een afgelegen ruimte van je eten genieten. De een is nou eenmaal voorbestemd om te heersen en te genieten. En de ander om te dienen en te lijden. Dat was hoe ze in die tijd aankeken tegen rijk en arm.

En het erge was dat het er in de kerk van Korinthe net zo aan toe ging. Als ze samenkwamen hielden ze aan maaltijd. En tijdens die gewone maaltijd, vierden ze het avondmaal. Dat was ook nog wel te organiseren, want met zoveel waren ze niet. En door die maaltijd zorgden ze gelijk ook voor de arme gemeenteleden die zelf nauwelijks eten konden betalen. En iedereen nam dan mee wat hij of zij kon missen. Maar wat gebeurde er: de rijken zetten dat met groot vertoon op tafel: zo dit is mijn bijdrage, kijk eens hoe goed ik ben? En de armen, op hun bijdrage werd neergekeken.

En de rijken konden op tijd komen. Zij hoefden niet te werken. Zij konden vroeg beginnen met eten. Maar de armen moesten van zonsopgang tot zonsondergang werken voor hun baas. Zeker als ze slaaf waren. Uitgeput kwamen ze laat op de avond aan bij de bijeenkomst. En dan was het eten en drinken misschien zelfs al helemaal op. De maaltijd werd zo een teken van onderscheid tussen arm en rijk.

1 kor 11 is niet of je heilig genoeg leeft, maar gaat over arm en rijk: één lichaam zijn

En dat is heel erg. Want het verschil tussen arm en rijk is niet zoals God dat in zijn goede schepping bedoelt heeft. En zeker na Jezus zou het anders moeten zijn. Jezus heeft geleefd, geleden, is gekruisigd en weer opgestaan. Om ons te bevrijden en Gods nieuwe schepping te laten beginnen. In de kerk zijn we allemaal één in Christus. Of je nou arm of rijk, laag of hoogopgeleid, oud of jong, geslaagd of gezakt voor je middelbare school examen, blank of bruin bent, in Oude Leede of Delfgauw woont, een grote of kleine auto hebt. God houdt van iedereen evenveel. En er is geen onderscheid voor God en in de kerk. Dat is het evangelie van onze Heer Jezus Christus.

En dat vieren we tijdens het Avondmaal: samen zijn wij het lichaam van Christus.            Dat betekent dat we één zijn. En dat het heel belangrijk is om die eenheid te bewaren. In Korinthe gaat dat verkeerd. En daarom gebruikt Paulus vanaf vers 27 ook hele grote woorden: Wie eet en drinkt maar niet beseft dat het om het lichaam van de Heer gaat, roept zijn veroordeling af over zichzelf.

In de geschiedenis van de kerk is dit uitgelegd dat je daarom voorzichtig moet zijn met het meedoen aan het avondmaal. Dat je alleen mag meedoen als je echt bekeerd bent en echt heilig leeft. Anders eet en drink je jezelf een oordeel. Best een overtuigende interpretatie.

Maar niet als je zoals wij het hele hoofdstuk leest. Dan kom je erachter dat Paulus bedoelt dat je jezelf een oordeel eet en drinkt als je tijdens het avondmaal het lichaam van Christus kapot maakt. Als je de gemeente kapot maakt. Bijvoorbeeld door zoals die Korintiërs, onderscheid te maken tussen arme en rijke gelovigen. In plaats van dat je de eenheid benadrukt en viert. Dan roep je het oordeel over jezelf af.

Het gaat hier dus niet om jou als individu en of je wel of niet echt bekeerd bent en heilig genoeg leeft. Als u dat vroeger is voorgehouden, valt het niet mee om daar emotioneel van los van te komen. Maar het begint met het weten dat het niet waar is. Ik wil het dan graag een keer met u persoonlijk hebben over wat u tegenhoudt om aan het avondmaal te gaan.

Gaat dus wel over of je iemand recht in de ogen aan kunt kijken (anders geen priesters of koningen kunnen zijn)

Het gaat er dus niet om of je nou wel of niet goed genoeg bent voor God. Maar toch moeten we, voor we avondmaal vieren, bij ons eigen geweten nagaan, of we aan het avondmaal kunnen. Want het avondmaal is de plek waarbij je elkaar in de ogen kijkt. Je drinkt samen uit dezelfde beker. Als er iemand is in deze gemeente, die u niet in de ogen kunt kijken, uit wiens handen u de beker niet wilt aannemen, die u niet de vrede van christus kunt wensen. Dan heeft u een probleem. Allebei.

En dat probleem is: dat het lichaam van Christus op dat moment niet één is. Als de hand tegen de voet zegt: gelukkig hoeven we niet naast elkaar te zitten, want ik kan jou niet uitstaan. Dan is het lichaam gebroken. Dan is het alsof het lichaam van  Christus opnieuw lijdt aan het kruis.

Als je ruzie hebt met iemand, dan brengt het avondmaal dat naar boven. Je kunt iemand niet in  de ogen kijken.

Maar hoe ga  je daar mee om? De makkelijkste manier, en dat zie ik echt gebeuren, is om dan maar weg te blijven. Om het gewoon te negeren. Soms is dat een tijdje wijs. Niet elk probleem moet je meteen aanpakken. Maar vaak komt van uitstel afstel. Er zijn mensen die niet meer hier naar de kerk komen omdat ze ruzie hebben met de buren om een heg of iets anders onbenulligs. En dat is schandalig. Dat doet pijn. Het is alsof de kruiswonden van het lichaam van Christus weer open gaan.

Maar dan niet wegblijven, maar hulp vragen bij bediening van verzoening

Anders later goed moeten maken voor de troon van God (liefde en verterend vuur?)

Hoe moet het dan wel? Het weer goed maken is echt niet makkelijk. Vergeven is makkelijk gezegd dan gedaan. Zeker als er al een hele periode overheen gegaan is. Je moet het ook vooral niet in je eentje proberen. In de kerk zijn er mensen met de bediening van verzoening. Er zijn ouderlingen, een dominee, die je kunnen helpen. Vraag hen om hulp. Stap over je eigenwijsheid en koppigheid heen. Want daar is niks christelijks aan. Wij willen je graag helpen.

Het alternatief is dat je het conflict laat doorsluimeren. Tot aan je dood. Maar denk maar niet dat het probleem dan opgelost is. God is een God van liefde, maar ook van oordeel. God is een verterend vuur zegt de Bijbel. Aan het einde van de tijd zal God alles goed maken wat verkeerd zit. Maar dat gaat niet zomaar. Als je kijkt naar het Bijbelse beeld van God als Rechter aan het eind van de tijd, denk ik dat het zo zit. Als je als gelovigen met elkaar in conflict bent, tot en met je dood. Zul je je na je dood voor de troon van God moeten verantwoorden. En dan zal God het met jullie uitspreken. Daar zal liefde bij zijn. Maar daar zullen ook harde woorden worden gesproken. God zal je aanspreken op jouw rol in het conflict, op jouw koppigheid, op jouw egoïsme, op jouw verkeerde eergevoel. Het lijkt mij echt beter om een conflict nu al uit te spreken, dan later voor de troon van God.

 

wij zijn samen het lichaam van Christus

Wij zijn samen het lichaam van Christus. Dat vieren we met het avondmaal. Als gemeente zijn we bedoelt om eenheid uit te stralen. Juist ook in het avondmaal. Want we zijn een koninkrijk van priesters. Bedoelt om God de eer te geven in onze ook in onderlinge eenheid, als priesters. En bedoelt om te heersen, als koningen, dat betekent: om Gods liefde uit te stralen naar de mensen in de wereld.

Dat doen we niet uit eigen kracht. We doen dat uit de kracht die we opdoen. Kracht die we ontvangen bij het avondmaal. Dan vertellen we het elkaar weer, niet door het te zeggen, maar door het uit te beelden: wij zijn het lichaam van Christus. Amen.