De preek over ‘Jezus liefhebben’

bij Johannes 21:15-25, sermon in English below

Liefhebbers van Jezus, gasten met ons,

Petrus en Jezus lopen samen weg bij het ontbijt. Weg bij het kolenvuurtje. Vorige week noemde ik het al, dat vuur dat ruikt naar verraad. Het is een zelfde vuur als in de tuin van de hogepriester. Waar Petrus drie keer zei dat hij Jezus niet kende.

Petrus had belooft dicht bij Jezus te blijven. Om zijn leven te geven om Jezus te helpen. Om verder te gaan dan alle anderen.

Maar zo was het gegaan. Na het vieren van het aller eerste Avondmaal, ging Judas op weg om Jezus te verraden. Toen zei Jezus:

Johannes 13:

‘Waar ik heen ga, daar kunnen jullie niet komen. 34Ik geef jullie een nieuw gebod: heb elkaar lief. Zoals ik jullie heb liefgehad, zo moeten jullie elkaar liefhebben. 35Aan jullie liefde voor elkaar zal iedereen zien dat jullie mijn leerlingen zijn.’

36Simon Petrus vroeg: ‘Waar gaat u naartoe, Heer?’ Jezus antwoordde: ‘Ik ga ergens naartoe waar jij nog niet kunt komen, later zul je mij volgen.’ 37‘Waarom kan ik u nu niet volgen, Heer? Ik wil mijn leven voor u geven!’ zei Petrus. 38Maar Jezus zei: ‘Jij je leven voor mij geven? Waarachtig, ik verzeker je: nog voor de haan kraait zul jij mij driemaal verloochenen.

En nu spreekt Jezus Petrus aan op deze belofte. Om in zijn liefde voor Jezus verder te gaan dan alle anderen.

 ‘Simon, zoon van Johannes, heb je mij lief, meer dan de anderen hier?’

‘Ja, Heer, u weet dat ik van u houd.’

 ‘Simon, zoon van Johannes, heb je me lief?’

 ‘Ja, Heer, u weet dat ik van u houd.’

 ‘Simon, zoon van Johannes, houd je van me?’

‘Heer, u weet alles, u weet toch dat ik van u houd.’

Jezus vraagt het drie keer. Want drie keer heeft Petrus hem verloochent.

We hebben het eerder gehad over ‘vergeef ons onze schulden, gelijk ook wij vergeven onze schuldenaren’. En over hoe moeilijk dat is soms is. Dat vergeving een proces kan zijn, in plaats van iets wat in één keer gebeurt.

Jezus laat hier zien hoe je vergeeft. Niet zand er over. Maar eerst alle pijn opgraven. De pijn aanraken. Het bespreekbaar maken. En dan vergeven. En de ander weer vertrouwen.

Het moet voor Petrus heel ongemakkelijk zijn geweest. Pijnlijk. Om zo terug te kijken op zijn grote verraad. Hoe kan Jezus hem dat vergeven?

Hoe weet je dat Jezus jou vergeeft? Dat God genadig voor jou is? Je kunt het wel weten. Petrus wist dat ook wel, van jongs af aan is het hem verteld. Hij is de zoon van Johannes, de naam Johannes betekent ‘God is genadig’. De mensen noemen hem al zijn hele leven: Simon Johanneszoon. Simon God is genadig.

Hoe ontvang je Gods genade? Hoe weet je of dat ook voor jou is weggelegd?

Je hoeft maar één vraag te beantwoorden: hou jij van Jezus?

Als je op die vraag ‘ja’ antwoordt, weet dan dat God jou heeft vergeven. Als jij Gods liefde met ja beantwoord, dan kan niets jou scheiden van de liefde van Christus. Meer is er niet nodig.

En als je Jezus liefhebt. Dan wordt je geroepen. Net zoals Petrus geroepen wordt om Jezus te volgen:

‘Heb je mij lief? Kom op dan, volg mij’, zegt Jezus. Precies zo roept Hij ook jou als jij Hem liefhebt.

Jezus volgen, is zijn leerling zijn. En een leerling wil worden als de meester zelf. Jezus is de nieuwe mens. De eerste mens van de nieuwe schepping. De nieuwe schepping die met Jezus’ opstanding is begonnen. Jezus volgen is je laten vernieuwen naar zijn beeld. Meer een meer een beeld worden van God.

Dat klinkt misschien mooi, maar ook een beetje vaag. Jezus zelf maakt het concreet.

De concrete opdracht aan Petrus is: Weid mijn schapen.

Jezus volgen is net als Jezus een herder zijn. Het is herstelt worden in de oorspronkelijke roeping van de mens. Om over de schepping te hoeden en haar te bewaren. Zoals een herder over een kudde hoed en haar bewaart. De roeping die de mens van God ontvangt in de tuin van Eden.

Net als Petrus krijgen wij het vertrouwen van God om als beeld van Hem voor de schepping te zorgen. We hoeven de schepping niet te redden, we hoeven elkaar niet te redden. Dat heeft Jezus al gedaan.

Maar we mogen elkaar voorgaan, elkaar dienen, elkaar helpen om het pad achter de Goede Herder aan te gaan.

En daarbij blijven wij beperkte mensen. In deze wereld worden we nooit volmaakt het beeld van God. We blijven zondig. Ons kennen is beperkt.

20Toen Petrus zich omdraaide zag hij dat de leerling van wie Jezus hield hen volgde – de leerling die zich tijdens de maaltijd naar Jezus toegebogen had om te vragen wie het was die hem zou verraden. 21Toen Petrus hem zag vroeg hij Jezus: ‘En wat gebeurt er met hem, Heer?’ 22Maar Jezus antwoordde: ‘Het is niet jouw zaak of hij in leven blijft totdat ik kom. Maar jij moet mij volgen.’ 23Op grond van deze uitspraak hebben sommige broeders en zusters gedacht dat deze leerling niet zou sterven, maar Jezus had niet gezegd: ‘Hij zal niet sterven,’ maar: ‘Het is niet jouw zaak of hij in leven blijft totdat ik kom.’

Misschien een beetje een raar stukje. Waarschijnlijk heeft Johannes ervoor gekozen om hierover te schrijven, omdat er in zijn tijd christenen waren die dachten dat Jezus heel snel terug moest komen, nog voor de apostel Johannes zou overlijden. En met goede argumenten, ze baseren zich op een uitspraak van Jezus zelf. Want had Jezus niet gezegd dat Hij terug zou komen, voordat Johannes zelf zou overlijden?

Nee, dat is niet wat Jezus heeft gezegd. Je moet je als christen niet bezig houden met profetieën over wanneer Jezus exact terugkomt. Voor die verleiding vallen christenen al 2000 jaar.

We moeten ons niet bezig houden met dit soort speculaties, ook niet nu we met corona in een crisistijd leven. Jezus zelf is Gods openbaring en oproep tot bekering. Meer is er niet nodig. Of Jezus nu vandaag terugkomt, of over 100 jaar: dat moet voor ons niet uitmaken. Wij moeten met dezelfde dingen bezig zijn.

Johannes sluit zijn boek af met een wat losse opmerking:

24Het is deze leerling die over dit alles getuigenis aflegt, en het ook heeft opgeschreven. Wij weten dat zijn getuigenis betrouwbaar is. 25Jezus heeft nog veel meer gedaan: als al zijn daden, een voor een, opgeschreven zouden worden, zou de wereld, denk ik, te klein zijn voor de boeken die dan geschreven moesten worden.

Er is nog veel meer dat Jezus heeft gedaan. Johannes had nog veel meer kunnen opschrijven. Maar hij is geïnspireerd om het hier bij te laten. Blijkbaar is dit wat wij nodig hebben. En zelfs als Johannes oneindig door had kunnen schrijven, bijvoorbeeld omdat hij een computer en datacentrum tot zijn beschikking had in plaats van alleen een papyrusrol. Dan nog is Jezus niet te vatten in een boek, een boekenkast, of een bibliotheek.

Jezus gaat de wereld in. Door ons heen. Doordat wij betrouwbare getuigen zijn van de waarheid. Doordat wij Jezus volgen. Doordat wij herders zijn voor elkaar en voor mensen die de Goede Herder nog niet kennen.

De wereld kan dat niet bevatten. Het is Gods nieuwe wereld die doorbreekt in de huidige wereld. Het licht dat het duister overwint. En dat licht begint in jouw leven met die ene vraag: heb jij Jezus lief? Amen.

Lovers of Jesus, guests with us,

Peter and Jesus walk away together at breakfast. Away from the coal fire. Last week I mentioned it already, that fire that smells of betrayal. It is the same fire as in the garden of the high priest. Where Peter said three times that he did not know Jesus.

Peter had promised to stay close to Jesus. To give his life to help Jesus. To go further than everyone else.
But that was how it went. After celebrating the very First Supper, Judas set out to betray Jesus. Then Jesus said:

John 13:
“Where I’m going, you can’t get there. 34I give you a new commandment: love one another. As I have loved you, so should you love one another. 35Your love for each other will make everyone see that you are my disciples. “
36Simon Peter asked, “Where are you going, Lord?” Jesus replied, “I am going somewhere where you cannot go, later you will follow me.” 37 “Why can’t I follow you now, Lord? I want to give my life for you! “Said Peter. 38But Jesus said, “You give your life for me? Truly, I assure you, before the cock crows you will deny me three times.

And now Jesus is addressing Peter to this promise. To go further than all others in his love for Jesus.

“Simon, son of John, do you love me more than the others here?”
“Yes, Lord, you know I love you.”

“Simon, son of John, do you love me?”
“Yes, Lord, you know I love you.”

“Simon, son of Johannes, do you love me?”
“Lord, you know everything, you know that I love you.”

Jesus asks three times. For three times Peter denied him.

We spoke earlier of “Forgive us our debts, as we forgive our debtors.” And about how difficult that is sometimes. That forgiveness can be a process, rather than something that happens all at once.

Jesus shows you how to forgive. Don’t sand on it. But first dig up all the pain. Touching the pain. Make it negotiable. And then forgive. And trust the other.

It must have been very uncomfortable for Peter. Painful. To look back on his great betrayal. How can Jesus forgive him for that?

How do you know that Jesus forgives you? That God is merciful to you? You can know. Peter knew that too, he was told it from an early age. He is the son of John, the name John means “God is gracious”. People have called him all his life: Simon Johanneszoon. Simon God is gracious.

How do you receive God’s grace? How do you know if that is also for you?

You only have to answer one question: do you love Jesus?

If you answer “yes” to that question, know that God has forgiven you. If you answer yes to God’s love, then nothing can separate you from the love of Christ. Nothing more is needed.

And if you love Jesus. Then you will be called. Just as Peter is called to follow Jesus:
“Do you love me? Come on then, follow me, “Jesus says. In exactly the same way He also calls you when you love Him.

To follow Jesus is to be his disciple. And a student wants to become like the master himself. Jesus is the new man. The first man of the new creation. The new creation that began with Jesus’ resurrection. To follow Jesus is to let yourself be renewed in his image. To become more of an image of God.

That may sound nice, but also a bit vague. Jesus himself makes it concrete.

The concrete assignment to Peter is: Feed my sheep.

Following Jesus is like Jesus being a shepherd. It is being restored to man’s original calling. To guard and preserve creation. Like a shepherd hats over a flock and keeps it. The calling that man receives from God in the garden of Eden.

Like Peter, we receive the trust of God to take care of creation as an image of Him. We don’t have to save creation, we don’t have to save each other. Jesus has already done that.
But we may lead each other, serve each other, help each other to follow the path after the Good Shepherd.

And we remain limited people. In this world we never become perfectly the image of God. We remain sinful. Our knowing is limited.

20When Peter turned around, he saw that the disciple whom Jesus loved was following them – the disciple who had leaned over to Jesus during supper to ask who it was who would betray him. 21When Peter saw him, he asked Jesus, “And what is happening to him, Lord?” 22But Jesus answered, “It is not your business if he lives until I come. But you must follow me. ”23 On the basis of this statement, some brothers and sisters thought that this disciple would not die, but Jesus did not say,“ He will not die, ”but,“ It is not your business whether he is alive. stay until I come. ‘

Maybe a bit of a weird piece. John probably chose to write about this because there were Christians in his day who thought that Jesus had to come back very soon, even before the apostle John died. And with good arguments, they are based on a statement made by Jesus himself. For hadn’t Jesus said He would return before John himself died?

No, that’s not what Jesus said. As a Christian, you should not be concerned with prophecies about exactly when Jesus will return. Christians have been falling for that temptation for 2,000 years.

We should not engage in this kind of speculation, even now that we are living with corona in a time of crisis. Jesus himself is God’s revelation and call to repentance. Nothing more is needed. Whether Jesus returns today, or in 100 years, that shouldn’t matter to us. We must be doing the same things.

Johannes closes his book with a somewhat loose remark:

24 It is this disciple who bears witness to all this, and has also written it down. We know that his testimony is reliable. 25Jesus did much more: if all his deeds were written down one by one, I think the world would be too small for the books to be written.

There is much more that Jesus has done. Johannes could have written much more. But he is inspired to stop here. Apparently this is what we need. And even if Johannes could have written indefinitely, for example because he had a computer and data center at his disposal instead of just a papyrus roll. Even then, Jesus cannot be contained in a book, a bookcase, or a library.

Jesus goes into the world. Through us. Because we are reliable witnesses to the truth. Because we follow Jesus. Because we are shepherds for each other and for people who do not yet know the Good Shepherd.

The world cannot comprehend that. It is God’s new world breaking into the present world. The light that conquers the dark. And that light begins in your life with that one question: do you love Jesus? Amen.