De preek over Samuël

Bij de schoolkerkdienst van 1 juli 2018 over 1 Samuël 3.

Mijn naam is Samuël. Ik woon hier in het huis van God. De tent waarin God woont bij het volk Israël. Ik vind het wel fijn om zo dichtbij God te wonen. Maar het is ook wel eens moeilijk. Ik woon hier sinds ik drie jaar was. En sinds dien zie ik mijn vader en moeder maar een paar keer per jaar, als ze voor een feest de tent van God komen.

Ik woonde in de tent van God met Eli. Eli was een hele oude priester. Hij was zo oud, dat hij bijna niet meer kon zien. En hij had twee zonen: Chofni en Pinechas. Zij moesten eigenlijk de belangrijkste priesters worden. Maar ze waren geen goede priesters. Als er mensen kwamen om een dier te offeren voor God, dan pakte zij het vlees af gingen er mee barbecueën. En als de mensen het vlees niet wilden geven, dan sloegen ze hen en pakten het af. En ze deden nog veel meer dingen die God niet goed vindt.

En ze waren niet de enige mensen die veel slechte dingen deden. Iedereen deed gewoon waar hij zelf zin in had. Bijna niemand luisterde meer naar wat God belangrijk vindt. Daarom was er veel geweld, rijke mensen zorgden niet voor arme mensen, veel kinderen hadden geen fijn thuis, en veel mensen waren verdrietig.

Toen ik al een paar jaar in de tent van God woonde, gebeurde er iets bijzonders. Ik was denk ik ongeveer 6 jaar. Het was nacht en ik lag te slapen. Opeens schrok ik wakker. Ik hoorde een stem: ‘Samuël, Samuël’. Ik dacht: dat is Eli. Want Eli is oud blind, dus hij heeft mijn hulp wel vaker nodig. Dus ik ging naar hem toe: ‘hier ben ik Eli, u had mij geroepen?’ ‘Nee hoor, jongen, dat heb je gedroomd. Ga maar weer slapen.’ Dus ik ging weer naar bed.

En net toen ik weer in slaap was gevallen, hoorde ik het nog een keer. ‘Samuël, Samuël’. Dus ik weer naar Eli. ‘Hier ben ik Eli, u had mij geroepen?’ ‘Nee hoor, ga maar weer slapen.’ En toen gebeurde het nog een keer. ‘Samuël, Samuël’. ‘Hier ben ik Eli, u had mij geroepen’. En toen had Eli pas door wat er aan de hand was. Hij zei: ‘Samuël, jij hoort de stem van God. Als je de stem nog een keer hoort, zeg dan: ‘spreek Heer, ik ben uw dienaar, ik luister’.

Nou, dat was spannend. De stem van God! Wat bijzonder dat ik die mag horen. Wat zou God willen zeggen? Ik ging in bed liggen, maar ik kon natuurlijk niet meer slapen. En toen hoorde ik het weer: ‘Samuël, Samuël’. En ik zei eerbiedig: ‘spreek Heer, ik ben uw dienaar, ik luister.’

Toen vertelde God iets wat ik niet leuk vond om te horen. Eli en zijn zonen zouden straf krijgen van God, omdat de zonen geen goede priesters waren.

’s Ochtends vroeg deed ik de deur van de tent van God open. Toen riep Eli mij: ‘Samuël, wat heeft God je vertelt? Je moet het mij eerlijk zeggen.’

En ik vertelde alles eerlijk aan Eli. En Eli zei: ‘God is de Heer, Hij zal doen wat Hij het beste vindt.’

Ik heb heel veel nagedacht over waarom dit allemaal gebeurd is. Ik denk dat we kunnen leren dat God altijd door gaat met zijn plan. God heeft een plan om de wereld weer mooi te maken. En daarvoor wil Hij mensen gebruiken. Mensen die Hem leren kennen en Hem gaan dienen. Want mensen die God dienen, gaan anders leven. Dan ga je voor elkaar zorgen, in plaats van dingen afpakken. Als je God dient, dan ga je houden van de mensen om je heen. Dan probeer je eerlijk te zijn. Dan ga je zorgen voor de schepping, de wereld die God heeft gemaakt.

En als dat verkeerd gaat, als mensen niet meer naar God willen luisteren, als mensen elkaar en de wereld kapot maken, dan bedenkt God steeds weer een nieuwe manier om zijn plan voor elkaar te krijgen. Dan begint hij opnieuw. Soms met een heel gewoon kind, zoals ik.

En God wil ook jou gebruiken voor zijn plan. Hij wil dat jij hem leert kennen. Hij wil zijn liefde aan jou laten zien. Hij wil dingen aan jou vertellen. Hij vindt jou heel bijzonder, omdat Hij jou heeft gemaakt. Ook als je heel jong bent. Ook als je juist heel oud bent. Hij wil dat jij hem dient. Dat je houdt van God en van de mensen om je heen. Want samen bereik je meer.

En als jij net zoals Samuël, wilt luisteren naar God, en God wilt dienen, kan je dat ook tegen God zeggen: Spreek Heer, ik ben uw dienaar, ik luister. Amen.