De preek over tijd

Bij 1 Petrus 4:1-11

Leerlingen van Jezus, gasten in ons midden,

Het lijkt wel alsof we steeds minder tijd hebben. We zijn altijd druk. We willen zoveel dat het nauwelijks past in de tijd die ons gegeven is. Ik heb eens opgezocht waar we nu al die tijd mee bezig zijn.

tijdsbesteding

Meer dan een derde deel van de tijd gaat op aan slapen. Veertien procent aan werk of studie. En ongeveer net zoveel tijd aan media: tv, krant, telefoon, games. Dan is er nog andere vrije tijd, huishouden, eten. En dan is de tijd wel weer zo’n beetje op.

Petrus zet onze tijdsbesteding op scherp. Hij schrijft: het einde van alles is nabij, en: u hebt al genoeg tijd verspilt.

Petrus schrijft aan mensen die vroeger heidenen waren. Mensen die God niet kenden. Maar aan hen is het goede nieuws over Jezus vertelt en ze zijn het gaan geloven. En geloven in Jezus vraagt om een andere tijdsbesteding.

2Zo iemand laat zich gedurende de rest van zijn leven niet meer leiden door menselijke verlangens maar door Gods wil. 3U hebt al genoeg tijd verspild aan allerlei zaken waarin de ongelovigen plezier hebben: losbandigheid, wellust, dronkenschap, bras- en slemppartijen en verwerpelijke afgodendienst. 4Zij vinden het vreemd dat u niet langer meedoet aan hun liederlijke uitspattingen en ze spreken daarom kwaad over u. 

 De christenen waar Petrus aan schrijft zijn een hele kleine minderheid tussen allerlei Griekse en Romeinse mensen die niet geloven. Mensen die naar hun werk gaan. Die inkopen doen op de markt. Die tijd besteden aan het uitwisselen van nieuwtjes. Maar ook een deel van hun tijd besteden aan godsdienst. Want godsdienst verbindt in die tijd mensen met hun goden, met elkaar, met de keizer die als god wordt vereert. Het brengt sociale samenhang. Religio, verbinding.

En godsdienst vond plaats in de tempels. In die tempels werden dieren geslacht en werd er gegeten. Er vond tempelprostitutie plaats. Er waren feesten en drinkgelagen ter ere van de goden. Er vonden allerlei dingen plaats die niet tot eer van God zijn.

En Petrus schrijft: daar hebben jullie genoeg tijd aan verspilt. Het is tijd om anders te leven. Want met Jezus is er een nieuwe tijd aangebroken.

Want we leven na de komst van Jezus. Na zijn leven, lijden, kruisdood, opstanding, hemelvaart en uitstorting van zijn Geest. We leven in de tijd dat God een begin heeft gemaakt met de komst van Zijn Koninkrijk.

Maar we leven nog voor de tweede komst van Jezus. Hij staat gereed om recht te spreken over de levenden en de doden. Degenen die je nu uitlachen omdat je niet meer meedoet aan de tempelseks, de drankfeesten en keizerverering. Die zullen ongelijk krijgen. En degenen die in Jezus geloven zullen gelijk krijgen. Zij zullen mogen wonen op de hernieuwde aarde die God zal herscheppen.

En die komst van Jezus is nabij. Hij is nu dichterbij dan toen ik aan deze preek begon. We weten niet wanneer het moment er zal zijn. Voor God is duizend jaar als een dag is voor ons, zongen we met psalm 90. We weten niet hoe lang het nog duurt. Maar wel dat het elk ogenblik kan gebeuren. Geen tijd te verliezen dus.

In de tijd die ons rest, de tijd tussen Pinksteren en de tweede komst, moeten we anders gaan leven. Leven naar Gods wil. Leven tot eer van God. Dat is pas echt effectief met je tijd omgaan. Want het doel van ons leven is:

Om God te eren, en in Hem te genieten.

Dus alles wat je doet tot eer van God is zinvol. Alles waarmee je God niet eert is tijdsverspilling.

En hoe doe je dat dan, leven tot eer van God? Petrus noemt drie dingen:

Ten eerste. De liefde.

8Heb elkaar vóór alles innig lief, want ?liefde? bedekt tal van ?zonden.

Elkaar liefhebben is de manier om God de eer te geven. En het bedekt tal van zonden, schrijft Petrus. Daarin is Jezus het grote voorbeeld: Hij gaf zichzelf uit liefde, en daardoor ontvangen wij vergeving. En zo werkt het ook bij ons: door lief te hebben voorkomen we zonden, voorkomen we dat zonden uitgroeien, geven we de zonde geen kans. Als we zonder liefde naar elkaar kijken, ligt de zonde op de loer.

Toen ik bij de voorbereiding van deze preek nadacht over wat dat betekent, werd ik gebeld door iemand van het kernteam van Delfgauw. Er was iemand met schulden. Een kleine boete moest die dag betaald worden, anders zou het bedrag flink oplopen. De schuldeiser, het Centraal Incasso Bureau, kende geen genade. Een klein gebaar van liefde van de kerk, uitgevoerd door diaken Niek Notenboom, voorkomt dat iemand weer verder in de schulden terecht komt. Liefde bedekt tal van zonden. Ook de zonden van het Centraal Incassobureau en van mensen die door verkeerde keuzes geld schuldig zijn.

Een tweede manier om God de eer te geven, die Petrus noemt, is: gastvrijheid.

9Wees gastvrij voor elkaar, zonder te klagen.

De christelijke kerk is gebouwd op gastvrijheid. Rondreizende verkondigers hadden adressen nodig om te overnachten. De eerste eeuwen waren er geen kerkgebouwen, maar kwam de kerk bijeen bij mensen thuis. En daarmee nam je een risico. Want als er een tijd van vervolging uitbrak, wist je dat je als gastheer en gastvrouw van de kerk sowieso zou worden opgepakt.

Als ik denk wat dit voor ons betekent, moet ik direct denken aan wat ik heb gehoord over de gemeentegroeigroepen. Ik heb begrepen dat het steeds moeilijker is om mensen bereid te vinden om hun huis open te stellen om zo’n groep te ontvangen. Veel van ons wonen in een prima huis, hebben geld genoeg voor koffie en koekjes, en hebben een afwasmachine voor de vaat. Toch willen we dit blijkbaar niet openstellen voor onze broers en zussen. Op dit punt hebben we als kerk dus echt nog iets om in te groeien.

De derde manier om God de eer te geven: het inzetten van je gaven.

10Laat ieder van u de gave die hij van God gekregen heeft, gebruiken om de anderen daarmee te helpen, zoals het goede beheerders van Gods veelsoortige gaven betaamt.

God heeft ons aangesteld als beheerders van de gaven die Hij ons heeft gegeven. Hij verwacht van ons dat we die gaven niet voor onszelf houden, maar inzetten voor de kerk. Want dat is waar je beheerders voor hebt: niet om stil te zitten, maar om wat jij ze toevertrouwt vruchtbaar te maken.

Petrus noemt drie specifieke gaven: gebed, het woord voeren en anderen helpen. Over gebed schijft hij:

7Het einde van alles is nabij. Kom daarom tot bezinning en wees helder van geest, zodat u kunt ?bidden

Blijkbaar is gebed hard nodig als het einde nabij is. Jezus komt terug. Gebed helpt ons om zijn koninkrijk zichtbaar en tastbaar te maken, nu al op deze aarde. Dat vraagt om een investering van onze tijd.

En daarbij mag je best multi-tasken. Bidden kan ook met christelijke muziek op de achtergrond in de auto, als je in de file staat. Of aan de hand van een podcast in je oren als je fietst naar je werk. Of je maakt er tijd voor op een vast moment. Zoals veel senior christenen doen: geknield naast je bed, voor het slapen gaan.

De tweede gave die Petrus noemt is de verkondiging van het woord:

11Voert u het woord, laat dan Gods woorden doorklinken in wat u zegt.

We kunnen allemaal het woord voeren. Gods Woord delen met mensen om ons heen. Het is belangrijk om je daarbij af te stemmen op de Geest. Luisteren naar God om het juiste te kunnen spreken.

En ten slotte, anderen helpen:

11Helpt u anderen, doe dat dan vanuit de kracht die God u geeft.

Als je anderen helpt, doe dat dan niet alleen uit eigen kracht. Vertrouw op de kracht die God je geeft. Dat helpt je om het vol te houden. En om ook grenzen te stellen: God geeft je niet de kracht voor dingen die jij niet moet doen. Naar God luisteren is soms ook nee zeggen.

Als je zo leeft, besteed je je tijd goed. Als je leeft uit liefde, gastvrij, je gaven inzet: je tijd maakt voor gebed, het delen van het woord, het helpen van anderen.

11Want zo doet u alles tot eer van God, dankzij ?Jezus? ?Christus, aan wie alle eer en macht toekomt, voor eeuwig. ?Amen.

Als je het druk hebt, komt dat doordat je te weinig tijd hebt genomen om je doel voor ogen te houden. Je doel is God eren en in Hem genieten. Maak daar je prioriteit van. Laat dat doorklinken in alle keuzes die je maakt, in waar je je tijd wel of niet aan besteed.

Laat Jezus de Heer zijn van je tijd. Hem komt alle eer en macht toe. Hij is de Heer van de wereld en de tijd. De Heer in de eeuwen der eeuwen. Voor altijd. Amen.