De preek over ‘verlangen’

bij Psalm 42, naar aanleiding van ‘de Verbeelding’

Leerlingen van Jezus, gasten in ons midden,

Waarom doe je als mens wat je doet? Waarom zitten jullie hier vanochtend in de kerk? Waarom koop je in de supermarkt wat je koopt? Waarom gedraag je je in een groep vrienden zoals je je gedraagt?

Sommige denkers gaan er vanuit dat een mens vooral wordt geleid door hoe je denkt. De mens is een rationeel wezen. We denken verstandig na, maken keuzes, naar die keuzes handelen we.

Andere denkers gaan er vanuit dat een mens vooral zijn gevoel en instinct volgt. De mens is een product van evolutie. We gedragen ons zoals in onze genen zit.

Maar misschien is een mens vooral het hart. Het verlangen. Augustinus, de belangrijkste christelijke denker na de tijd van de Bijbel, heeft dat onder woorden gebracht. Hij zei: de mens is een animal desiderans. Een verlangend wezen. Onze verlangens bepalen wat we doen, niet ons denken of ons gevoel.

Stel dat dat zo is. De mens is een verlangend wezen. Waar verlang je dan naar? Of anders gezegd: waar ben je bang voor?

We verlangen naar gezondheid, we zijn bang voor afbraak, bang voor de dood.

We verlangen naar liefde, we zijn bang om alleen te zijn.

We verlangen naar geld, we zijn bang voor onzekerheid.

We verlangen naar een goed imago, naar likes, we zijn bang dat niemand ons bijzonder vindt.

We verlangen naar geluk voor onze kinderen, we zijn bang dat hen iets overkomt.

En zo zijn we vierentwintig uur per dag, zeven dagen in de week, bezig met het vervullen van onze verlangens. We zijn er maar druk mee.

Het probleem is dat onze verlangens nooit vervult raken. Geld heb je nooit genoeg om er zekerheid uit te halen, je gezondheid is altijd kwetsbaar, je imago heeft elke keer weer een leuke foto op Instagram nodig, je kunt je kinderen nooit honderd procent beschermen. En dat weten we allemaal, ik vertel jullie niks nieuws. Toch blijven we er druk mee bezig. Want we zijn verlangende wezens.

Verlangen we ook naar God? Volgens Augustinus zijn we allemaal geschapen met een verlangen naar God. Hij heeft een gebed geschreven: ‘Heer, onrustig is ons hart, tot het rust vindt in U.’ Verlangen naar God is het enige verlangen dat echt honderd procent vervuld kan worden.

Al onze andere verlangens, richten zich op het saeculum, olam hazeh. Dat is deze tijd, deze wereld. Maar zoals ik in de serie over Kolossenzen uitlegde: met Jezus is de nieuwe tijd begonnen, olam haba. Het koninkrijk van God.

Verlangen naar God wordt blijvend vervuld. Want het koninkrijk van God is en blijft. Onze andere verlangens blijven altijd onvervuld. Want ons geld, onze gezondheid, ons imago, dat is allemaal tijdelijk. Het hoort bij deze wereld, deze tijd. Uiteindelijk is het zinloos.

Dus moeten we dan alleen maar Bijbellezen, zingen, bidden, naar de kerk gaan? Heeft ons leven op aarde dan helemaal geen zin in zichzelf?

Nee, natuurlijk niet. Maar het gaat er om dat we ons verlangen naar God boven onze andere verlangens laten gaan. God is degene die ons gezondheid geeft, vrienden, een gezin, rijkdom, talenten en de wil om iets te bereiken. Dus het is goed om daar naar te verlangen en het in te zetten. Maar die verlangens moeten niet te groot worden. Ze moeten ons verlangen naar God niet gaan overschreeuwen. Dan krijg je een ongezonde situatie.

Het verlangen naar de dingen uit deze wereld wordt voortdurend gevoed. We worden de hele tijd gespamt met reclames die ons doen verlangen naar nieuwe dingen. Dingen die beloven dat ze ons echt gelukkig maken. Op social media zien we hoe fijn en goed andere mensen het hebben. We verlangen om het ook zo goed te hebben of iets net zo goed te kunnen.

God spamt ons niet. Verlangen naar God wordt niet automatisch gevoed. En daarom ga je aan dat verlangen naar God snel voorbij. Voor je het weet ben je een opgejaagd hert dat verlangt naar water. Voor je het weet ga je opgejaagd door het leven. Opgejaagd door allerlei verlangens. En ben je het diepste verlangen van je ziel, het verlangen naar God, kwijtgeraakt.

Verlangen naar God moet je voeden. Door stil te zijn. Door naar de kerk te gaan. Door voor God te zingen. Door psalmen te zingen. Want met psalmen zing je je verlangen naar God niet uit. Je zingt het verlangen in. Je gaat naar God verlangen, door de woorden van de psalmen heen.

En verlangen naar God kun je voeden door te kijken naar andere gelovigen. Inspirerende voorbeelden die je laten zien hoe je met God kunt leven. Je kunt je verlangen naar God voeden door op te trekken met andere gelovigen en samen over God te spreken.

Wij kunnen verlangen naar God. En God verlangt naar ons. Hij wil niets liever dan ons verlangen naar Hem vervullen. Hij toont ons Zijn liefde. Hij bewijst Zijn grote trouw. Hij vult ons hart met alles wat wij nodig hebben. Hij kent ons hart. Hij is de Hartenkenner. Hij weet wat we nodig hebben. Hij brengt onze onrust tot rust. En hij wacht alleen nog maar, totdat jij komt. ‘Heer, onrustig is ons hart, tot het rust vindt in U.’ Amen.

Meer lezen over dit thema? Lees het boek ‘De slag om het hart’, van Herman Paul