bij Handelingen 15:1-35
Leerlingen van Jezus, gasten in ons midden,
Volgens de kerkorde van de Protestantse Kerk waar wij als Kerk Delfgauw onderdeel vanuit maken, zijn wij onopgeefbaar verbonden met het volk Israël. Daarom houden we elk jaar een Israëlzondag.
Nu is daar de laatste tijd nogal wat gedoe over. Een groep ‘liberale’ dominees vindt dat we de Israëlzondag en die verbondenheid met Israël maar moeten afschaffen. Het lijkt er nu te veel op dat wij de staat Israël steunen. En we zijn toch ook verbonden met mensen van andere religies, zo vinden zij.
Nu is dit soort gedoe in de kerk van alle tijden. Aan het begin van Handelingen lees je over een enorme eenheid onder de eerste christenen. Maar al snel is er ook on-enigheid en gedoe. En het dieptepunt van dat gedoe in Handelingen is wat we gelezen hebben in Handelingen 15. De kerk is dan ongeveer 18 jaar oud. En staat op de rand van een kerkscheuring. En de scheur gaat over de relatie tussen de kerk en Israël.
Aan de ene kant zijn er christenen die vinden dat de nieuwe niet Joodse maar heidense gelovigen, wij dus, zich moeten laten besnijden en zich aan de regels van de Thora, de Joodse wet moeten houden.
Aan de andere kant staat vooral Paulus. Die schrijft in de brief aan de Galaten, op dat moment vers van de pers:
Galaten 3: 23-25Voordat Christus kwam, beheerste de wet ons leven. We zaten gevangen, en de wet was onze bewaker. Totdat Christus kwam, en het mogelijk werd om in hem te geloven. Nu we in hem geloven, hebben we de wet dus niet meer nodig. Want God redt ons omdat we geloven.
Gedoe over Israël en de kerk is dus van alle tijden.
De relatie tussen de kerk en het volk Israël is ook heel lang een onvriendelijke relatie geweest. Jezus zelf was natuurlijk een Jood. Zijn eerste leerlingen waren Joden. Maar ook zijn eerste tegenstanders. Hij werd door Joodse volksgenoten uitgeleverd aan de Romeinen om Hem te laten doden. En al snel na Pinksteren worden de christenen door Joden vervolgd en gedood.
Dat duurde tot het jaar 70. Toen werd Jeruzalem met de tempel door de Romeinen vernietigd omdat de Joden tegen hen in opstand waren gekomen. Na een nieuwe opstand in het jaar 135 was het definitief afgelopen met voor Joodse volk met een eigen staat. Zij raakten verspreid over de hele aarde.
De eerste paar honderd jaar daarna werden Joden en Christenen beiden regelmatig door de Romeinen vervolgd. Maar toen de keizer christelijk werd, werden de christenen al snel een meerderheid. En niet veel later begonnen zij zelf de Joden te onderdrukken. In de eeuwen daarna hadden Joden het regelmatig heel moeilijk in het christelijke Europa. Met als dieptepunt natuurlijk de Shoa, de holocaust. De poging van de atheïst Hitler om het Joodse volk volledig uit te roeien. Kort daarna stichtten de Joden een eigen staat, Israël. Nu 70 jaar geleden.
De kerk heeft in die tijd van vervolging vaak een kwalijke rol gespeeld. Pas na de Tweede Wereldoorlog kwam er een besef dat Christenen en Joden bij elkaar horen. Een besef dat groeide uit een schuldbesef over hoe wij de joden aan de nazi’s hebben overgeleverd. Want het was maar een kleine minderheid die de Joden hielp met onderduiken. En daarom werd de staat Israël ook door kerken in Nederland vaak enthousiast gesteund.
Nu heeft Israël al een aantal jaar een regering waar je als kerk echt niet blij van wordt. En zijn we in de kerk ook genuanceerder geworden en zien we niet alleen het onrecht dat de Palestijnen doen aan de Joden maar ook het onrecht dat Palestijnen wordt aangedaan door Israël.
De kerk verbindt zich dus niet met de staat Israël, maar het volk Israël. Omdat we nou eenmaal familie zijn. We horen bij elkaar.
Er is één huis van David, zoals Jacobus zei in de tekst die we lazen. Of letterlijker vertaalt: er is één tent van David, één tabernakel. Dat woord doet denken aan de reis van Israël door de woestijn. We zijn samen op trektocht met het volk Israël. We zijn samen met Israël bevrijdt uit de slavernij van Egypte. We zijn door Jezus bevrijdt om een tabernakel te bouwen in ons leven en God te aanbidden. Samen met Israël brengen wij God de eer. We knielen naast elkaar in de tabernakel.
Samen met Israël delen we het geloof dat we leven uit genade. We delen het geloof in de levende God van Abraham, Isaäk en Jakob. Een God die liefdevol is en ?genadig, geduldig en trouw. God die uit genade Israël heeft uitgekozen. Gewoon omdat hij van hen houdt. God die trouw blijft aan mensen, ook als zij Hem ontrouw zijn. God die uit genade Jezus heeft gestuurd. In de eerste plaats voor de Joden. In de tweede plaats voor ons, voor de heidenen. In Jezus heeft Hij ook ons op het oog, Hij heeft ook ons uitgekozen.
11 we geloven dat we alleen door de ?genade? van de ?Heer? ?Jezus? gered kunnen worden, op dezelfde wijze als zij.’
Natuurlijk zijn er ook verschillen. Christenen geloven dat de juiste reactie op Gods uitverkiezing is om te geloven in Jezus als Heer. En trouw te zijn aan wat hij ons leert. Joden geloven dat de juiste reactie op Gods uitverkiezing is om je trouw te houden aan de Thora: te leven naar Gods wet en het verhaal van God met zijn volk. Maar in beide religies is het belangrijk dat geloof en daden altijd samen gaan.
En waar we dus ook in verschillen is in hoeverre je je aan alle regels van de Joodse wet moet houden. De apostelen besloten in het stuk dat we lazen dat christenen niet besneden hoeven te worden, maar zich wel moeten houden aan een deel van de wet:
29onthoud u van ?offervlees? dat bij de afgodendienst is gebruikt, van bloed, van vlees waar nog bloed in zit, en van ontucht. Als u zich hier aan houdt, doet u wat juist is.
Maar ook daarin gaan christenen weer verschillende wegen. Je ziet dat Paulus in zijn brieven bijvoorbeeld schrijft dat offervlees helemaal geen kwaad kan. En ook nu nog verschillen christenen van mening in hoeverre de wetten van de Thora voor ons gelden. In bijvoorbeeld de Ethiopische kerk, ook in Rotterdam, zijn er veel regels over vasten en zitten mannen en vrouwen net als in veel synagogen gescheiden van elkaar. In sommige kerken hebben de tien geboden een prominente plek. In Nederland vinden christenen zondagsrust heel belangrijk, in heel veel andere landen niet. We verschillen als christenen nogal op welke regels we voor het nieuwe leven met Jezus relevant vinden. Net zoals de Joden trouwens. Want ook daar heb je verschillende tradities en over hoe je de Thora moet toepassen en hoe je moet leven.
Maar ondanks al die verschillen met het Jodendom, staan vooral de overeenkomsten centraal: we zijn onderdeel van één en dezelfde tabernakel, hetzelfde huis. We geloven in dezelfde God, de God van Abraham, Isaäk en Jacob. We leven van genade. We horen bij dezelfde familie. En zoals bij elke familie geldt: je hoort bij elkaar, of je elkaar nu aardig vindt of niet. Je bent onopgeefbaar met elkaar verbonden. Vrienden kies je, familie krijg je. Daarom blijven we met elkaar in gesprek over wie God is, hoe we moeten leven, en blijven we als kerk altijd opkomen voor het Joodse volk als ze worden verdrukt. We zijn samen op zoek, samen op reis. Daarom blijven we verbonden, en blijven wij ook bidden om vrede voor Jeruzalem. Amen.