De preek over werk

Gemeente, gasten in ons midden,

Werken is een onderdeel van het leven. Als we nadenken over werk in Bijbels perspectief, moeten we dus eerst beginnen bij het leven zelf. Wat is de zin van het leven? Vanuit de Bijbel en de traditie van de kerk vind ik dit het beste antwoord op die vraag:

De zin van het leven is om God te eren, en van Hem te genieten.

Dus ook werken doe je tot eer van God, en om te genieten van wie God is en wat Hij geeft.

Ik wil in deze preek 3 thema’s rond werken uit de Bijbel opdiepen:

Wat is de zin van werk?

Hoe kun je discipel van Jezus zijn op je werk?

Wat zijn de valkuilen bij je werk?

We beginnen dus bij Wat is de zin van werk

Werken past bij wie God is. De Bijbel begint met God die aan het werk gaat. Hij schept de hemel en de aarde en alles wat daarin is. En als God de mens, de kroon op de schepping heeft gemaakt, staat er:

Genesis 1: 8 God zegende de mensen en zei tegen hen: ‘Wees vruchtbaar en word talrijk, bevolk de aarde en breng haar onder je gezag: heers over de vissen van de zee, over de vogels van de hemel en over alle dieren die op de aarde rondkruipen.’

En even verderop:

15 God, de HEER, bracht de mens dus in de tuin van Eden, om die te bewerken en erover te waken.

God geeft de mens de opdracht om voor de schepping te zorgen. Wij zijn Gods rentmeesters op deze aarde. Werk is een manier om te doen waar God mee begonnen is. God heeft ons niet gemaakt om te lummelen, maar om aan de slag te gaan met zijn schepping.

En christenen kunnen daarmee eigenlijk elke soort baan doen. Er zijn geen banen meer christelijk dan anderen. Maarten Luther zei: elke christen heeft een roeping. Hij bedacht daarvoor een nieuw woord: Beruf, beroep. En daarom geldt:

Waar: 1. De nood van de wereld; 2. De Bijbelse opdracht; 3. Jouw talenten

elkaar kruisen, daar ben jij geroepen om te dienen. En misschien dus wel om juist daar betaald werk te doen.

En het meest basale doel van werk is dat je daarmee geld verdiend om voor jezelf te zorgen. En alles wat je overhoudt kun je dan gebruiken om voor anderen te zorgen. Paulus komt op een gegeven moment christenen tegen die denken: Jezus kan elk moment terug komen, dus ik hoef niet meer te merken. Hij schrijft dan:

2 Tessalonicenzen 3:

10-11 Toen ik bij jullie was, heb ik jullie deze regel duidelijk uitgelegd: iemand die niet wil werken, krijgt ook geen eten. Zijn jullie dat vergeten? Ik heb namelijk gehoord dat sommigen van jullie niet willen leven zoals het hoort. Ze willen niet werken, maar ze houden zich bezig met dingen die geen nut hebben. 12 Namens de Heer Jezus Christus waarschuw ik zulke mensen. En ik geef hun de volgende opdracht: blijf gewoon je werk doen en verdien je eigen brood.

De zin van je werk is dus: meedoen in Gods schepping, je roeping volgen, en jezelf kunnen onderhouden.

Hoe kun je discipel van Jezus zijn op je werk?

Discipelschap begint met relaties. In veel banen heb je te maken met collega’s. Paulus schrijft daarover:

2 Korintiërs 3:

3 Door mijn werk zijn jullie een brief van Christus die iedereen kan lezen. Dat is natuurlijk geen brief van papier. Nee, ik bedoel dat iedereen jullie geloof kan zien. En dat iedereen kan zien dat jullie leven bepaald wordt door de Geest van de levende God.

Als christen heb je de Heilige Geest in je. En als je die de ruimte geeft wordt je steeds meer vervuld door de Geest en ga je steeds meer leven zoals God het wil. En dat betekent dat het je steeds meer lukt om je naaste lief te hebben als jezelf. Dat kun je ook oefenen. Door ruimte te maken voor een collega die een luisterend oor nodig heeft omdat het thuis niet goed gaat. Door voor je collega’s te bidden. Door hen goed te behandelen en serieus te nemen. En als je een kans hebt om te vertellen over je geloof, die kans niet te laten liggen.

Maar christen zijn op je werk gaat verder alleen hoe je met je collega’s omgaat. Ook je werk zelf heeft zin in Gods ogen. Dat kunnen we mooi terugvinden in

Jeremia 29: 7 Bid tot de HEER voor de stad waarheen ik jullie weggevoerd heb en zet je in voor haar bloei, want de bloei van de stad is ook jullie bloei.

Dit gedeelte speelt zich af als Joodse volk dwangarbeid moet verrichten in Babylon. Ze zijn weggevoerd uit hun eigen land naar een vreemd land. Alle reden om hun vijanden te haten en in ieder geval niet hun best te doen op hun werk. Maar ook dan geldt dat ze hun werk goed moeten doen. Je kunt dat mooi terugvinden bij Daniël die van God zoveel talent heeft gekregen dat hij opklimt tot de belangrijkste ambtenaar van het Babylonische rijk.

Ook die vreemde stad Babylon is onderdeel van Gods schepping. Als het werk dat we doen, doen we voor het Koninkrijk van God.  Dat wil zeggen: door Jezus komst, sterven en opstanding is God de koning over de hele schepping. De hele wereld is van God. De wereld wordt door God gered van alle gebrokenheid, van het kwaad, van het onrecht. God zal de wereld definitief redden als Jezus terugkomt. Tot die tijd mogen wij meebouwen aan Gods koninkrijk, door God te helpen om de wereld weer meer te maken zoals Hij de wereld bedoelt heeft.

En in dat perspectief heeft al ons werk zin. Bijvoorbeeld in de zorg: door te zorgen voor mensen die het moeilijk hebben, geef je God de eer en maak je de wereld een stukje mooier. In het onderwijs leer je kinderen of anderen over hoe de schepping in elkaar zit, wat belangrijk is in het leven. Als het goed is ook tot eer van God. Als boer of tuinder werk je direct mee aan de schepping. Als coach kun je mensen dichter brengen bij hoe ze als evenbeeld van God bedoelt zijn. Als teamleider kun je een team goed laten functioneren zodat mensen goed met elkaar omgaan, tot eer van God. Niet in alle beroepen is dat even makkelijk te zien, maar vaak is er wel een manier waarop je mee kunt bouwen aan Gods koninkrijk.

Als christen kun je op je werk ook getuigen van dat God de wereld weer recht wil maken. In veel banen kun je bijdragen aan een rechtvaardiger wereld, of voorkomen dat de wereld meer onrechtvaardig wordt. Je kunt meewerken aan duurzaamheid, eerlijkheid, dat mensen recht wordt gedaan, aan schoonheid. Allerlei manieren om God te dienen en hem de eer te geven. En daarbij kun je soms heel concreet teruggrijpen op regels in de Bijbel. Sommige regels uit de tijd van de Bijbel zijn nog heel actueel.

Als je personeel hebt, betaal ze op tijd uit en doe recht betaal ze een rechtvaardig loon. Als je een oogst binnenhaalt, hou niet alles voor jezelf en geef een deel weg aan wie tekort komt. Ga goed om met leveranciers. Je wordt door God verantwoordelijk gehouden voor hoe je omgaat met mensen die voor je werken, ook al zitten ze helemaal onderin de bedrijfsketen en werken ze aan de andere kant van de wereld. Voor al dat soort dingen moeten wij als christenen op ons werk oog hebben.

En daar komt volgens mij steeds meer ruimte voor. Steeds meer bedrijven profileren zich als een soort kerken: ‘een aandeel in elkaar’, ‘klimaatneutraal telen’, ‘een school waar verschillen tellen’. Het zijn allemaal missiestatements van bedrijven en organisaties waar mensen uit deze kerk werken. Wij mogen in die bedrijven er aan bijdragen dat deze missiestatements, die raken aan het evangelie, ook echt waar worden gemaakt.

Op je werk kun je goed zijn voor je collega’s, meebouwen aan Gods koninkrijk en zo meehelpen aan een rechtvaardiger wereld.

Wij mogen daar hoopvol maar ook realistisch in zijn. Op ons werk gaan de dingen ook vaak fout. En dat hoort bij deze wereld. Er zijn valkuilen waar wij ons bewust van moeten zijn.

De gebrokenheid van de wereld wordt in de Bijbel direct gekoppeld aan de gevolgen die het heeft voor ons werk:

Genesis 3: 17 Tegen de mens zei God:

‘Je hebt geluisterd naar je vrouw,

gegeten van de boom die ik je had verboden.

Vervloekt is de akker om wat jij hebt gedaan,

zwoegen zul je om ervan te eten,

je hele leven lang.

18 Dorens en distels zullen er groeien,

toch moet je van zijn gewassen leven.

19 Zweten zul je voor je brood,

totdat je terugkeert tot de aarde, waaruit je bent genomen:

stof ben je, tot stof keer je terug.’

Dingen gaan fout, processen lopen vast, mensen worden gekwetst, onrechtvaardigheid blijft bestaan. Een valkuil waar je voor op moet passen is dat je teleurgesteld raakt. Wij moeten als christenen weten dat die teleurstellingen erbij horen in deze wereld. Wij zijn geroepen om daar zo goed mogelijk mee om te gaan. En we mogen daarbij weten het niet altijd zo zal zijn. We leven in het perspectief van de terugkomst van Jezus. God zal het goede dat gebeurt mee nemen naar zijn nieuwe wereld, als de hemel op aarde komt. Al het verkeerde wordt door Hem geoordeeld en zal verdwijnen. Daarom:

Efeziërs 6: 7 Doe uw werk met plezier, alsof het voor de Heer is en niet voor de mensen, 8 want u weet dat allen door de Heer beloond worden voor het goede dat ze doen.

Een belangrijk gevaar in onze tijd is dat de zin van ons werk bepaalt wordt door de valse mammon, het verschrikkelijke geld, zoals de Bijbel in Gewone Taal dat vertaalt. Omdat er in onze samenleving nauwelijks meer een gedeeld verhaal is, vallen we terug op hoe we dingen wel kunnen definiëren: in wat het financieel kost en oplevert. Het perspectief van het geld is heel groot geworden, zelfs in softe sectoren als de zorg en het onderwijs. Laat staan bij multinationals en banken. Als christenen moeten we daar voor oppassen en tegen strijden. Maar ook wij zijn er gevoelig door. Zelfs in de kerk worden steeds meer dingen bepaalt door het geld. Wij moeten altijd weer terug naar wat echt belangrijk is. Zoals Jezus zegt:

Matteüs 6: 24 Niemand kan twee heren dienen: hij zal de eerste haten en de tweede liefhebben, of hij zal juist toegewijd zijn aan de ene en de andere verachten. Jullie kunnen niet God dienen én de mammon.

Daarom is het belangrijk om als christen je ziel zuiver te houden op dit gebied. Een mooi voorbeeld daarvan vind ik een van onze kerkenraadsleden. Die werkt bij een groot bedrijf midden in de wereld van het grote snelle geld. En juist daarom vind hij het belangrijk om in de kerk de arme mensen te dienen en te ontmoeten. Om te voorkomen dat je het normaal gaat vinden om zoveel geld in handen te hebben.

Een andere valkuil van werk is dat we teveel onze identiteit gaan zoeken in ons werk. Dat het letterlijk wordt: je bent wat je werkt. Dat is een leugen. Je bent gekocht en betaald door Jezus. Je bent een kind van God. Dat is wie je bent. En je werk is belangrijk, maar niet bepalend voor wie je bent.

Het is wat dat betreft goed om jezelf eens langs deze lat te leggen:

Op nummer 1 moet staan: je relatie met God

Op nummer 2: je relatie met je gezin, met de mensen om wie je het meest geeft.

Op nummer 3: je werk, waaronder ook je werk voor de kerk.

Als je werk boven je gezin of boven tijd voor God komt te staan, heb je een serieus probleem en is het nu tijd om andere keuzes te gaan maken.

Dat brengt ons ook weer bij het verhaal van de schepping en wat werken is. God maakte van de zevende dag een rustdag. Het is voor ons allemaal belangrijk om tot rust te komen. God heeft ons door Jezus bevrijdt. We moeten ons niet opnieuw tot slaaf laten maken van ons werk. Zorg dat je de rust hebt om tot rust te komen bij God. Om op adem te komen. Bijvoorbeeld als we het Avondmaal vieren om bij Jezus te zijn en ons weer door Hem te laten vullen.

Zo is er heel wat langsgekomen in deze preek. Misschien is er één specifiek punt dat er voor jou uitsprong om aan te werken. Ook als kerk en als kerkenraad zullen we goed moeten nadenken hoe we hierin gaan groeien als gemeente. Misschien is het goed om een keer georganiseerd door te praten per sector en te kijken hoe je in die sector discipel kunt zijn en waar de valkuilen liggen.

Misschien begint dat ook wel met luisteren, met gebed. Bijvoorbeeld met een gebedsgroep met collega’s uit verschillende kerken.

Of we nu werk hebben of niet. Wij mogen hoopvol en realistisch meebouwen aan Gods Koninkrijk. Om wat Jezus voor ons heeft gedaan. Daar houden we aan vast.

1 Korintiërs 15: 58 Kortom, geliefde broeders en zusters, wees standvastig en onwankelbaar en zet u altijd volledig in voor het werk van de Heer, in het besef dat door de Heer uw inspanningen nooit tevergeefs zijn.

Amen.

werk samenvatting preek