De preek van eeuwigheidszondag

over Lucas 20:27-38

Gemeente, gasten in ons midden,

Hoe je denkt over leven na de dood, bepaalt je leven in het hier en nu.

Ik zou het zelfs zo concreet willen stellen: hoe Amerikanen denken over de dood, heeft bepaald wat ze hebben gestemd bij de verkiezingen. Aanhangers van Trump waren vooral christenen die geloven in een leven na de dood, waarbij je ziel bij God mag komen in de hemel. Het gaat om het hemelse, niet om het aardse. En als je later naar de hemel mag, hoor je nu al bij God, en dat merk je omdat God je zegent en financieel succesvol maakt.

Clinton kreeg de steun van de niet gelovige Amerikanen. Als je gelooft dat het na de dood ophoudt, gaat het in het hier en nu er vooral om dat we elkaar vrij laten. Dat iedereen zijn leven zelf kan invullen als hij of zij wil. Je moet je eigen morele keuzes maken. Ook meer liberale christenen stemden op haar: bij hen gaat het vooral om het leven in het hier en nu. Om nu goed zijn voor de armen en de zwakken.

Ook in de tijd van Jezus waren er ook mensen die geloofden dat het na de dood ophoudt. Er waren ook mensen die geloofden dat na je dood je ziel voortleeft bij God. Maar de overgrote meerderheid van de Joodse mensen geloofden in opstanding. Opstanding dat wil zeggen dat God ingrijpt op deze aarde. Dat de doden weer levend worden met een getransformeerd lichaam. En dat God alles op aarde weer recht maakt. Oordeelt wat veroordeelt moet worden, beloond en doet opbloeien wat goed was. Jezus geloofde daarin, maar ook de Farizeeën. En ook in de tijd van Jezus gold: Hoe je denkt over leven na de dood, bepaalt je leven in het hier en nu.

In het verhaal dat we lazen wordt Jezus aangesproken door Sadduceeën. Dat was de Joodse elite. Degenen die de macht hadden in de tempel en de rechtspraak. Ze heulden samen met de Romeinen die het land hadden bezet. Ze hadden veel geld en bezit en hadden dus ook veel te verliezen. Ze geloofden niet in opstanding, maar in het voortleven na de dood van je ziel bij God. Opstanding was voor hen bedreigend: God die ingrijpt en de Romeinen aan zou pakken. Dat zou het einde zijn van hun goede positie en macht.

Ze proberen Jezus klem te zetten en te bewijzen dat de opstanding maar een verzinsel is. Ze komen met een verhaal. Een verhaal over een vrouw die trouwt en haar man verliest aan de dood. Ze heeft nog geen kind van hem gekregen. En dat is een probleem, want in het Oude Testament is er een regel dat elke man nageslacht moet krijgen zodat de familie blijft bestaan. Daarom moet de vrouw trouwen met de broer van haar man. En het eerste kind zal de naam van haar eerste man krijgen.

Voor ons komt dit erg raar over. Moet je je eens voorstellen dat je moet trouwen met echtgenoot of verkering van je broer of zus.

Maar bijvoorbeeld bij Koerden in Turkije gaat het nog steeds zo. Het zorgt ervoor dat de vrouw geen weduwe blijft en niet in armoede vervalt.

Maar wat nou als dit zeven keer achter elkaar gebeurd. Alle zeven broers sterven nadat ze met de vrouw zijn getrouwd. Met wie is deze vrouw dan getrouwd bij de opstanding? Vragen de Sadduceeën.

Het is natuurlijk een absurd verhaal. Maar Jezus gaat er serieus op in.

Jezus geeft hen antwoord: jullie zitten ernaast. Bij de opstanding zijn de mensen anders dan nu. Ze krijgen een getransformeerd lichaam met nieuwe eigenschappen. Ze zijn als engelen.

Jezus bedoelt niet dat ze net zoals de engelen vleugels hebben, of dat ze net als de engelen in de hemel wonen, of dat ze net zoals engelen boodschappen van God overbrengen naar de mensen. Bij de opstanding zijn de mensen als engelen, in die zin dat ze net zoals de engelen niet meer zullen sterven. Ze sterven niet, en hoeven dus ook geen kinderen te krijgen om hun naam te laten voorbestaan, dus hoeven ze ook niet meer te trouwen. Want trouwen deed je in de eerste plaats om kinderen te krijgen.

Deze woorden van Jezus gaan niet over de vraag of je je geliefden na dit leven zult herkennen. Of dat huwelijken in de hemel wel of niet blijven bestaan. Daar heeft Jezus het niet over.

We mogen denk ik geloven dat we onze geliefden terug zullen zien en zullen herkennen. Dat we elkaar om de hals mogen vallen. En samen blij kunnen zijn. Samen zijn bij God. Maar daar spreekt Jezus hier niet over.

Jezus komt wel met andere aanwijzingen over hoe het zal zijn bij de opstanding. Hij verwijst naar een verhaal uit het Oude Testament: over Mozes en zijn ontmoeting met God bij de brandende braamstruik. God maakt zich aan Mozes bekent als de God van Abraham, Isaak en Jakob. Abraham, Isaak en Jakob zijn niet voor altijd dood. Ze zijn bij God. Ze zijn bij hem. In de hemel. In het paradijs.

In afwachting van het moment dat ze zullen opstaan uit de dood. God heeft een verbond gesloten met Abraham, Isaak en Jakob. Hij blijft trouw aan zijn verbond. En ook al zijn zij nog niet opgestaan uit de dood, dat zal wel gebeuren, want God doet wat hij belooft.

Jezus vertelt over zijn visie op opstanding. God is trouw, en dus zal er een opstanding uit de dood zijn. In de evangeliën lezen we niet veel uitspraken van Jezus over de opstanding. Maar we lezen wel iets anders.

De Sadduceeën wisten het kort na dit gesprek voor elkaar te krijgen om Jezus op te pakken en door de Romeinen te laten veroordelen. Jezus heeft geleden, is gekruisigd, gestorven en begraven. Maar na drie dagen weer opgestaan uit de dood. Met een getransformeerd lichaam. De dood kon zijn macht over Hem niet behouden. Jezus stierf en dat voelde als een nederlaag. Een gekruisigde Messias was een valse Messias. Maar zijn opstanding maakte van de nederlaag een overwinning.

Door Jezus opstanding weten wij dat opstanding geen verzinsel is. Het is echt. Jezus heeft de dood overwonnen en de weg naar de Vader geopend. Wie tijdens zijn leven in Jezus is, blijft in Jezus, ook wanneer hij sterft. En mag net zoals Jezus opstaan uit de dood als Jezus komt en de tijd van de opstanding definitief aanbreekt.

Dat mag ons troosten. Het geeft ons hoop. Het geeft dat we kunnen geloven in Gods trouw. Dat God trouw is en blijft, ook voor onze geliefden die zijn overleden. God houdt ze vast, zoals hij Abraham, Isaak en Jakob vasthoudt. Niet omdat zij allen zo goed hebben geleefd. Maar omdat God trouw is en zijn trouw heeft getoond in Jezus Christus.

Dat mag ons troosten, maar het is ook een uitdaging. Zoals ik al zei: Hoe je denkt over leven na de dood, bepaalt je leven in het hier en nu.

Jezus verwijst naar een verhaal van Mozes en zijn ontmoeting met God bij de brandende braamstruik. Dat is niet zomaar een ontmoeting. Het is een ontmoeting die eindigt met een opdracht voor Mozes. Hij moet naar de Farao om voor zijn volk vrijheid op te eisen. Ze worden door God bevrijdt uit de slavernij. Ze worden door God gered, dwars door het water van de Rode Zee. God neemt hen mee op reis, en schept een nieuw begin. God is betrokken bij de wereld en wil de wereld bevrijden.

Als Jezus uit de dood is opgestaan, dan vangt het nieuwe leven aan. We kunnen niet meer onverschillig zijn over wat er in de wereld gebeurd. Jezus is voor de wereld gestorven. We kunnen de klimaatverandering niet negeren, God zal deze wereld herscheppen en nieuw maken en ons beoordelen op hoe we met de schepping, die we in bruikleen hebben, zijn omgegaan. We kunnen het lot van de armen niet negeren. Jezus zelf legde zijn rijkdom af en stierf als een slaaf aan het kruis. We kunnen niet blijven leven als de Sadduceeën: elitair, geldzuchtig, gericht op onze eigen belangen en ons eigen gelijk. Jezus opstanding zet alles in een nieuw licht. Jezus laat ons zien hoe God trouw is aan ons. ‘Hij is geen God van doden, maar van levenden, want voor hem zijn allen in leven.’ Amen.