De preek van Palmpasen: Lockdown in Jeruzalem

211Toen ze Jeruzalem naderden en bij Betfage op de Olijfberg kwamen, stuurde Jezus er twee leerlingen op uit. 2Zijn opdracht luidde: ‘Ga naar het dorp dat daar ligt. Vrijwel direct zullen jullie er een ezelin zien, die daar vastgebonden staat met haar veulen. Maak de dieren los en breng ze bij me. 3En als iemand jullie iets vraagt, antwoord dan: “De Heer heeft ze nodig.” Dan zal men ze meteen meegeven.’ 4Dit is gebeurd opdat in vervulling zou gaan wat gezegd is door de ?profeet5‘Zeg tegen Sion: “Kijk, je koning is in aantocht, hij is zachtmoedig en rijdt op een ezelin en op een veulen, het jong van een lastdier.”’

6De leerlingen gingen op weg en deden wat Jezus hun had opgedragen. 7Ze brachten de ezelin en het veulen mee, legden er mantels op en lieten Jezus daarop plaatsnemen. 8Vanuit de menigte spreidden velen hun mantels op de weg uit, anderen braken twijgen van de bomen en spreidden die uit op de weg9De talloze mensen die voor hem uit liepen en achter hem aan kwamen, riepen luidkeels: ‘Hosanna voor de Zoon van David! Gezegend hij die komt in de naam van de Heer. Hosanna in de hemel!’

10Toen hij Jeruzalem binnenging, raakte de hele stad in rep en roer. ‘Wie is die man?’ wilde men weten. 11Uit de menigte werd geantwoord: ‘Dat is Jezus, de profeet uit Nazaret in Galilea.’ 12Jezus ging de tempel binnen, hij joeg iedereen weg die daar iets kocht of verkocht, gooide de tafels van de geldwisselaars en de stoelen van de duivenverkopers omver 13en riep hun toe: ‘Er staat geschreven: “Mijn huis moet een huis van gebed zijn,” maar jullie maken er een rovershol van!’

14Toen kwamen er in de tempel blinden en verlamden naar hem toe, en hij genas hen. 15De hogepriesters en de schriftgeleerden zagen welke wonderen hij verrichtte en hoorden de kinderen in de tempel ‘Hosanna voor de Zoon van David!’ roepen, en ze waren hoogst verontwaardigd. 16Ze gingen hem vragen: ‘Hoort u wat ze zeggen?’ En Jezus antwoordde hun: ‘Jazeker! Hebt u dan nooit gelezen: “Door de mond van kinderen en zuigelingen hebt u zich een loflied laten zingen”?’ 17Zo liet hij hen staan, en hij ging de stad uit, naar Betanië, waar hij de nacht doorbracht.

Leerlingen van Jezus, gasten die met ons meekijken,

Niemand had het verwacht. De straten waren vol mensen. Er werd gefeest, er werd gedanst, er werd gezongen. Massa’s mensen kwamen samen.

Tot dat ene moment. De lockdown. De economie viel stil. De politiek viel stil. De religie viel stil. Het enige dat je hoorde, waren zingende kinderen.

De lockdown duurde misschien 10 minuten of een kwartiertje. Zolang legde Jezus de tempel stil. Hij gooide de tafels van de geldwisselaars om. Daardoor konden mensen het dagelijkse geld met afbeeldingen van de keizer niet meer omwisselen voor het tempelgeld, geld zonder afbeeldingen. De valutahandel en economie stond even stil.

Door de stoelen van de duivenverkopers om te gooien, konden er een paar minuten geen duiven worden verkocht. Dus konden er geen offers worden gebracht. De religie stond even stil.

En de politieke leiders van Israël, de hogepriesters, moesten acuut reageren op Jezus actie. De politiek stond even stil.

En in die lockdown, gebeurt er iets bijzonders. Lammen en blinden komen naar de tempel, en Jezus geneest hen. Ongehoord! Lammen en blinden waren niet welkom in de tempel. Dat gaat terug op een actie van koning David, duizend jaar daarvoor.

Jeruzalem was op dat moment nog in handen van de Jebusieten. Het was een stad op een berg, bijna onmogelijk om in te nemen. De bewoners daagden David uit:

2 Samuël 5

6De Jebusieten zeiden tegen ?David: ‘U komt er niet in! Sterker nog: de lammen en de blinden zullen u verjagen! ?David? komt er niet in!’ 

7Toch veroverde ?David? de bergvesting van ?Sion, de huidige Davidsburcht, 8?David? zei tegen zijn ?soldaten: ‘Jullie kunnen de Jebusieten makkelijk verslaan. Kruip door de watertunnel de stad in. En wat de lammen en de blinden betreft, die veracht ik uit de grond van mijn ?hart.’ Daarom zegt men: Lammen en blinden, die komen het ?huis? niet in.

 Jezus draait dit helemaal om. Hij die zich laat toezingen als de Zoon van David, Hij laat de lammen en blinden binnen, en geneest hen!

En terwijl de lammen dansen, en de blinden hun ogen uitkijken, beginnen de kinderen te zingen: ‘Hosanna voor de ?Zoon van ?David!’

De hogepriesters trokken het niet meer. Ze werden woedend. Wie denkt die Jezus wel dat hij is: de tempel stilleggen, het religieuze, economische en politieke hart van Israël. Lammen en blinden toelaten in de tempel? En kinderen in de tempel laten zingen dat hij de Zoon van David is, de Messias?

Waar in hemelsnaam denkt Jezus dat Hij mee bezig is? Hij zet de bestaande orde helemaal op zijn kop.

Om een beetje vat te krijgen op wat Jezus doet, moeten we terug naar het begin van het verhaal. Jezus stuurt twee leerlingen vooruit om een ezel op te halen. Jezus heeft het allemaal nauwkeurig voorbereid. Er staat een ezel voor hem klaar. Want de profeet Zacharia had het al over een koning die niet groots te paard maar nederig op een ezel de stad binnen zou komen.

En als Jezus van de olijfberg afdaalt naar de stad, zingen de mensen:

9 ‘Hosanna voor de ?Zoon van ?David! Gezegend Hij die komt in de naam van de ?Heer. Hosanna in de hemel!’

 Hosanna. Een bekende uitroep uit psalm 118. De Psalm die Joden al duizenden jaren zingen in de tijd van Pasen. ‘Hosanna’, ‘God, red ons nu.‘

Wat bedoelen ze daar mee? ‘God, red ons nu.‘

Het maakt nogal uit hoe je dat zegt of zingt.

Met Psalm 118:

  • In mijn benauwdheid, in mijn lijden, riep ik het uit: ‘HEER, help mij toch!’ Hij luisterde en Hij bevrijdde; wat doet een sterveling mij nog?

Of met Psalm 130

  • Vanuit het diepe duister vind ik geen uitweg, HEER.

Ik schreeuw om redding; luister,
geef aandacht, reageer.

In deze tijd voelt het voor ons meer als Psalm 130. We zitten in het duister van de coronacrisis. We voelen ons eenzaam, bang, kwetsbaar. Dan roepen we tot God: Heer redt ons nu! Hosanna!

De mensen in de tijd van Jezus denken met Psalm 118 terug aan de bevrijding uit Egypte.

Exodus 2

23Jaren gingen voorbij, en de ?koning? van ?Egypte? stierf. Maar de Israëlieten gingen nog altijd onder dwangarbeid gebukt. Ze klaagden luid en hun hulpgeroep steeg op naar God. 24God hoorde hun jammerkreten en dacht aan het ?verbond? dat hij met ?Abraham, ?Isaak? en ?Jakob? had gesloten. 25Hij zag hoe de Israëlieten leden en trok zich hun lot aan.

God hoorde de klacht en het hulpgeroep. En Hij bevrijdde zijn volk uit de slavernij.

En ook in de tijd van Jezus hebben de mensen de verwachting dat God hen gaat bevrijdden. Gaat bevrijden van het slavenjuk van Rome. Gaat bevrijden van de corrupte religieuze leiders. Gaat bevrijden van onrecht en armoede.

En Jezus is de aangewezen persoon om hen te helpen. Hij doet wonderen. Hij brengt massa’s in beweging. Hij komt op voor de armen. Hij is afkomstig uit het nageslacht van David. Hij zal de grote opstand tegen Rome leiden. Hij is de Messias. Hosanna! God red ons nu. Slijp je zwaard. Dit is het moment om God en Jezus een handje te helpen. Dit is het moment van een triomfantelijk Hosanna:

Psalm 118:

ik riep het uit: ‘HEER, help mij toch!’
Hij luisterde en Hij bevrijdde;
wat doet een sterveling mij nog?

En God gaat hun gebed verhoren. God help ons nu! God heeft hun jammerklacht gehoord en gaat hen bevrijden. Door Jezus heen. Binnenkort heeft God de banden van de slavernij van zijn volk verbroken!

Maar de manier waarop…

Jezus laat zich in Jeruzalem kronen tot koning. Maar zijn kroon is een doornenkroon. Zijn troon is een kruis.

Zijn aanhangers laten hem in de steek. Vandaag zingen de mensen Hosanna. Morgen schreeuwen ze: kruisig Hem!

Zijn vrienden laten hem in de steek. Alleen vrouwen staan hem bij in Zijn laatste uur.

De Heer der Hemelse Legers laat zijn eigen Zoon in eenzaamheid sterven.

Jezus’ intocht eindigt niet in een gewelddadige opstand, maar in gejuich van de zwakken: de lammen, de blinden, de kinderen.

En door dat alles heen, verhoort God het gebed van zijn volk: Hosanna. God redt ons nu!

Want aan het kruis ontneemt Jezus het kwaad zijn dodelijke kracht.

In zijn opstanding overwint Jezus het ultieme wapen van dictators, duivels en dodelijke ziektes: de dood zelf verliest haar angel.

In het lijden van Zijn Zoon openbaart God zijn trouw aan zijn verbond met mensen.

In Zijn eenzaamheid, draagt Jezus onze eenzaamheid. In Zijn angst draagt Jezus onze angst. In Zijn lijden draagt Jezus ons lijden en het lijden van de wereld. In Zijn opstanding breekt een nieuwe wereld open.

God verhoort onze gebeden. Maar de manier waarop, is vaak niet de manier die wij zouden willen.

Ons gebed is: God red ons nu van corona! En wat wij willen is dat God als bij toverslag de pandemie doet verdwijnen.

Maar dat is niet hoe God werkt.

God redt ons van corona, doordat hij voor een adres is voor onze klacht, voor onze hulproep. Hij hoort ons. We mogen bij hem klagen, zuchten, huilen, hem bidden om ontferming. Zo draagt God ons door corona heen.

God redt ons van corona, doordat de ultieme consequentie van corona, de dood, haar angel heeft verloren. Of we nu leven of sterven, wij zijn van de Heer. Wie in Christus sterft, zal heden met Hem in het paradijs zijn. En we weten dat we degenen die ontslapen zijn in Christus weer zullen ontmoeten, als Gods Koninkrijk definitief doorbreekt, Jezus terugkomt op aarde en de aarde vol wordt van Gods licht en goedheid.

God redt ons van corona, doordat Hij kracht, wijsheid en inzicht geeft aan doctoren, verplegers, wetenschappers.

God redt ons van corona, door verstandig beleid, door anderhalve meter afstand.

God redt ons van corona, omdat we elkaar steunen, bemoedigen, opbellen, een kaartje sturen, zoomen. Doordat we samen bidden en huilen.

God redt ons van corona, door een lockdown heen.

God red ons. Hosanna. Daar houden we aan vast. Hoezeer het ook botst met wat wij zouden willen. Hoezeer het ook botst met ons beeld van hoe God dit zou moeten aanpakken. Maar Hij redt ons, door het lijden heen. Ben jij bereid Hem op die weg te volgen? Amen.