Leve de koning!

Column verschenen in Telstar en Centraal Contact van 27 april 2017

Wat maakt Nederland tot Nederland? Wie hoort erbij en wie niet? Onze heren en dames politici zijn opeens druk bezig om de Nederlandse identiteit in woorden te vangen. Is het onze gedeelde joods-christelijke cultuur, oftewel het Paas- in plaats van Lentefeest? Is het ons volkslied, gezongen staand en uit volle borst op elke school? Is het onze absolute tolerantie: iedereen mag bij ons horen, ook met een tweede paspoort?

Nu het Nederlands elftal ons de komende tijd geen verbindend feestje kan bezorgen, moeten we het zelf maar doen met Koningsdag. Nergens kun je zo goed zien wie ‘wij’ zijn als op dat feest.

Ik noem drie kenmerken van de Nederlandse identiteit die op koningsdag opbloeien: 1. ‘alles moet kunnen’: iedereen moet zelf weten hoe hij of zij het feestje viert; 2. ‘we zijn allemaal gelijk’: iedereen is gekleed in oranje’; en 3. onze ‘handelsgeest’: het hoogtepunt van koningsdag is voor velen de rommelmarkt waar een zakcentje wordt verdiend of het ultieme koopje wordt ingeslagen.

Maar hoe één zijn wij eigenlijk? Pijnlijk vind ik wat dat betreft hoe koningsdag wordt gevierd in Delfgauw. Met alle respect voor de lokale Oranjevereniging. Maar ook 16 jaar na de oplevering van de VINEX-wijk Emerald worden de Oud-Delfgauwse festiviteiten los georganiseerd van de festiviteiten (lees vrijmarkt) in Emerald. En in het programmaboekje van Oud-Delfgauw wordt de rommelmarkt in Emerald niet genoemd, zoals op de website van het Emeraldse Cultuurimpuls de oranje activiteiten in het oude dorp niet worden vermeld.

Hoe één zijn wij eigenlijk als Delfgauw? Hoe één zijn wij als Nederlanders, als zelfs de verschillen tussen een dorp en aangrenzende VINEX-wijk al zo onoverbrugbaar lijken?

Wie of wat verbindt ons met elkaar? Als je elkaar absolute vrijheid gunt, als je iedereen als gelijke ziet, als je vooral met elkaar verbonden bent door financiële belangen. Wat heb je dan nog met elkaar?

Zou je elkaar zo vrij kunnen laten dat je elkaar loslaat? Dat je naast elkaar bestaat in plaats van samen met elkaar?

Dit soort vragen doen mij altijd denken aan een Bijbeltekst uit het Bijbelboek ‘Rechters’: ‘In die tijd was er geen ?koning? in Israël; iedereen deed wat in zijn eigen ogen goed was.’

Zouden we een koning nodig hebben om ons met elkaar te verbinden? Of een Koning? Een Koning die stads- en dorpsmensen, jong en oud, theoretisch en praktisch opgeleid, God en mensen, hemel en aarde met elkaar verbindt? Leve die Koning!

Robert Stigter, Dominee en nachtburgemeester van Delfgauw