‘In de kerk, in de kerk, zei de dominee..’

Een regel uit ‘Catootje’, een bekend liedje van Wim Sonneveld. Op huisbezoek speelde het vaak door mijn hoofd en hielp het me mijn rol te relativeren. Betuttel niemand maar probeer een impuls te geven, breng mensen enkel op gedachten. Maar nu aan het (voorlopige?) einde van de coronatijd maak ik er toch echt werk van.

Nog steeds ben ik blij met de snelle introductie van de livestream-diensten. Een teken van vitaliteit en betrokkenheid dat dit in de vier Protestantse wijkgemeenten zo snel van de grond kwam. Er is intens naar gekeken. Ook door mensen die elders wonen en door dorpsgenoten die geen band hebben met de kerk. Vanuit die optiek is het iets om mee door te gaan.

Kwetsbaar zijn de uitzendingen wel. Het vraagt iets van je om optimaal mee te doen. Er met elkaar voor te gaan zitten, niet tegelijk met iets anders (het ontbijt, de koffie, huiswerk) bezig te zijn, echt mee te bidden, en heel moeilijk: zonder in lachen en proesten uit te barsten mee te zingen. We zijn maar mensen! Dat is heus duidelijk. Wat helpt de ‘gewone’ kerkdienst ons om stil en eerbiedig te zijn voor God. Thuis is dat een stuk moeilijker.

Als voorganger heb ik vooral de wisselwerking met u als gemeente gemist. De liturgie doen en preken is ook al lijkt het zo geen monoloog. Nee, het samen zingen, uw geconcentreerd luisteren stimuleert. Je laadt er aan op. Door uw houding schept u de ruimte (of juist niet) om het Woord te verkondigen! Ik denk dat m’n collega’s dat op dezelfde manier ervaren.
Meer dan gewoon heb ik me de afgelopen periode voorbereid. Vooral om mijn woorden zorgvuldig te kiezen. Je moet er de spankracht en energie van kunnen voelen. Al probeer ik eenmaal bezig het spreken uit handen te geven. Ook voor camera. De Heilige Geest moet er nog wel een speld tussen kunnen krijgen!

Meer dan in het begin zie ik deze tijd er ook als één van beproeving. Het individualisme is sterk in onze samenleving. Dat je de diensten op elk gewenst tijdstip en net zo lang (of kort) als het je bevalt kunt volgen, knoopt daarbij aan. Maar met zappen op de bank wordt een gemeente niet gevormd.

‘Maar ’t gaat toch zeker lekker zo?’ Nou, nee! Went u zich liever niet aan dit nieuwe normaal. Naar de kerk gaan, je openstellen voor het Woord en je voor elkaar interesseren gaan inderdaad niet vanzelf. ’t Is uit kracht van de Heilige Geest dat we een natuurlijk weerstand overwinnen. Uit onszelf blijven we liever op veilige afstand, maar Jezus Chistus vraagt ons: overgave!

ds. Treuren