De preek bij de openluchtkerkdienst in Oude Leede

bij Micha 4:1-5

Iedereen kan rustig in zijn eigen wijngaard zitten, en onder zijn eigen vijgenboom.

Toen ik nadacht over deze kerkdienst en wat nou typisch voor Ouwe Lee is, kwam ik uit bij dat beeld uit de Bijbel: na een zomerse dag werken op de tuin, zit je ’s avonds bij je huis onder je wijnrank, je boompje, of parasol. Je geniet van de bloemen, van het werk dat je hebt bereikt die dag. Misschien een biertje erbij. Je geniet van elkaars gezelschap. Volgens mij is dat het ultieme gevoel van Oude Leede. Iedereen kan rustig in zijn eigen wijngaard zitten, en onder zijn eigen vijgenboom.

Dat is toch anders dan het gevoel van Emerald bijvoorbeeld. Daar leggen sommige mensen hun voor- en achtertuin vol met tegels. Dat zal iemand in Oude Leede nooit in zijn hoofd halen.

Misschien is dat ultieme gevoel van geluk voor jou wel iets heel anders. Misschien heb je het wel als je aan het korfballen bent. Of als je op je kamer je favoriete Spotify lijst op hebt staan. Of als je ’s avonds rustig op de bank zit, en de kinderen liggen eindelijk in bed. Of als je meedoet aan het jaarlijkse buurtfeest. Maar hoe jouw ideaalplaatje er ook uit ziet: we hebben allemaal wel een beeld bij dat ideale ultieme geluk.

Het probleem van dat ideale plaatje is dat het soms ruw wordt verstoord. Elke dag doet het onkruid haar best om jouw ideale tuintje te verstoren, je moeder komt je slaapkamer binnen als net het leukste nummer opstaat en je keihard meezingt, of je kinderen verstoren de rust door toch weer uit bed te komen ‘pappa, ik moet plassen’.

Maar die verstoring van ons ultieme geluk gaat soms nog veel dieper. Het ideaalplaatje uit de Bijbel, iedereen zit in vrede onder zijn eigen wijnrank en vijgenboom, is eigenlijk maar één keer in de Bijbelse tijd werkelijkheid geworden. In de tijd van de grote koning Salomo was er een korte tijd echte vrede en welvaart.

In 1 Koningen 5 vers 5 staat: Zolang Salomo leefde, konden de inwoners van Juda en Israël, van Dan tot Berseba, onbezorgd onder hun wijnrank en hun vijgenboom zitten.

Maar meestal was het ideaalplaatje ver weg. Er was oorlog, het land was bezet door vijandelijke volken. De meeste koningen waren vooral bezig met zichzelf verrijken in plaats van welvaart voor het volk creëren. Vaak zaten de rijken wel vredig in hun tuin, maar ondertussen lieten ze dan wel de armen keihard voor zich werken.

Die verstoring in de wereld is voor ons allemaal wel herkenbaar. Er zijn altijd wel weer dingen waar je je zorgen over kunt maken. Er zijn mensen die je juist op de meest ultieme geluksmomenten mist. Er zijn verstoorde relaties. Er zijn grote wereldproblemen: klimaatverandering, oneerlijke verdeling van voedsel, vluchtelingen, tekort aan betaalbare huizen. De rijkdom en welvaart, het ultieme geluk van de één, gaat in deze wereld bijna altijd ten koste van het geluk van iemand anders.

Misschien moeten we die ideaalplaatjes dan toch maar opgeven. Of gewoon accepteren dat je moet leven voor je eigen geluk, en het ongeluk van een ander gewoon moet negeren.

Toch is er denk ik meer mogelijk. Onze ideaalplaatjes zijn een verwijzing naar de ideale wereld: een wereld waar vrede is. Waar geen honger meer is, geen dood, geen verdriet, geen zorgen. Een wereld waarin het ultieme goede, de hemel, één is met de huidige wereld, de aarde. En de belofte in de Bijbel is dat die ideale wereld er ooit zal komen. Als God weer komt wonen op deze aarde. Als de hemel en aarde weer samenvallen. Als God al het kwaad wegwast en het goede oppakt en nog mooier maakt.

En dat dat meer is dan een droom, heeft God ons laten zien in Jezus. In Hem werd Zijn liefde voor de wereld tastbaar. Jezus was een stukje hemel op aarde. Iedereen die zich voor Hem openstelde, werd aangeraakt door Gods liefde en vergeving.

Maar Jezus deed meer dan een ideaalplaatje schetsen en voorleven. Hij legde ook de vinger op de zere plek. Hij zei: de oorzaak van die verstoring van de wereld zit in het hart van de mens. In ons binnenste zit iets waardoor wij die verstoring vaak zelf veroorzaken. Wij hebben allerlei dromen en verlangens. We dromen van een carrière, van rijkdom, van een fijne relatie, van gezondheid, geluk. Allerlei goede dingen.

Maar vaak maken wij van die goede dingen ultieme dingen. We maken ze te belangrijk. We maken er afgoden van: dingen waar we alles voor over hebben. Dan offer je je kinderen op het altaar van je carrière, neem je alle risico’s om je tuinderij overeind te houden om aan de verwachting van je ouders te voldoen, laat je de goedkeuring van je partner bepalen of iets echt goed is, bepaalt je cijferlijst voor jou of je er wel of niet echt toe doet.

Of je in de ban bent van zo’n afgod, kun je checken aan de hand van je nachtmerries. Waar zou je echt helemaal van kapot zijn, als dat je wordt afgepakt? Wat bepaalt of jouw leven zin heeft? Waar gaat je grootste verlangen naar uit? Dat is je afgod. Waar jij je hart op hebt gezet.

Het probleem van afgoden is niet dat ze in zichzelf verkeerd zijn. Het zijn mooie dingen die God aan ons geeft en geschapen heeft. Het probleem is dat als wij ze te belangrijk maken, dat ze ons dan van binnenuit op gaan eten. Al die ultieme dromen zijn kwetsbaar. Je gezondheid, je carrière, je toekomstbeeld: ze kunnen allemaal kapotgaan. En als je er je hele identiteit, wie je bent, op hebt gebouwd, blijft er niks meer van je mens zijn over, als je ultieme doel wegvalt.

God biedt ons een andere droom. Om ons leven te bouwen op zijn grote liefde. Om ons leven te bouwen op Jezus. Jezus die ons hart kan veranderen. Jezus die ons hart wil vullen met liefde. Jezus die zijn leven heeft gegeven, om ons te bevrijden van al die afgoden. Om het kwaad te verslaan. Om een nieuw leven mogelijk te maken.

Door die liefde van Jezus, wordt dat ideaalplaatje van die nieuwe wereld opeens realistisch. Iets wat in deze wereld soms al een beetje realiteit kan worden. Als wij ons hart zetten op Gods liefde, in plaats van op andere dromen, dan kunnen we nu al van zwaarden en speren gereedschap maken. Dan kunnen we ons leven in dienst stellen van de liefde, in plaats van ons eigenbelang. Dan zijn we vrije mensen die mee kunnen bouwen aan het Koninkrijk van God. Aan een wereld waarin hemel en aarde elkaar raken. Dan zullen we iets van het ultieme geluk ervaren. Nu al. En in de wereld die komt. Amen.