De preek en liturgie over Noach bij de Bieslandse Dagen Openluchtkerkdienst

bij Genesis 6-9

Welkom

Lied:   Liedboek 216,  Dit is een morgen als ooit de eerste

We zijn hier te gast op openluchtklooster stiltegoed. Midden in de Bieslandse polder. Een groene plek, midden in stedelijk gebied. Het heeft wel iets van een tuin. Iets van een paradijsje. Iets van Eden. Een plek om Gods zegen te ontvangen en door te geven. Het is een prachtige plek om stil te staan bij God, de schepping en onze rol als mensen. Vandaag doen we dat met het wereldberoemde verhaal van Noach. Telkens lezen we een stukje van het verhaal, vertel ik daar iets bij, en zingen we een lied.

Nu gaan we op zoek naar rust en stilte, om daarin ook iets van God te zoeken en te ervaren. We zijn even stil.

Bemoediging en groet

Onze Hulp en onze verwachting is van God onze Heer. Hij die alles maakte laat niet los wat hij begon. Genade en vrede, van God onze vader. Door Jezus zijn Zoon, Immanuël. Hij woont met zijn Geest in ons. Halleluja. Amen

We vieren Gods schepping met het volgende lied.

Lied:   Hemelhoog 254,  U zag dat het goed was

Lezing Genesis 6: 5 – 13

5De HEER zag dat alle mensen op aarde slecht waren: alles wat ze uitdachten was steeds even slecht. 6Hij kreeg er spijt van dat hij mensen had gemaakt en voelde zich diep gekwetst. 7Ik zal de mensen die ik geschapen heb van de aarde wegvagen, dacht hij, en met de mensen ook het vee, de kruipende dieren en de vogels, want ik heb er spijt van dat ik ze heb gemaakt. 8Alleen Noach vond bij de HEER genade.

9Dit is de geschiedenis van Noach en zijn nakomelingen. Noach was een rechtschapen man; hij was in zijn tijd de enige die een voorbeeldig leven leidde, in nauwe verbondenheid met God. 10Hij had drie zonen: Sem, Cham en Jafet.

11In Noachs tijd was de aarde in Gods ogen verdorven en vol onrecht. 12Toen God zag dat de aarde door en door slecht was, dat iedereen een verderfelijk leven leidde, 13zei hij tegen Noach: ‘Ik heb besloten een einde te maken aan het leven van alle mensen, want door hen is de aarde vol onrecht. Ik ga hen vernietigen, en de aarde erbij.

Zo begint het verhaal van Noach. God kijkt naar de wereld en moet huilen. Hij is diep geraakt als Hij ziet wat er gebeurt. Want de mensen zijn slecht, staat er. De aarde is vol geweld en vernietiging.

Dat klinkt misschien wat overdreven. Niet alle mensen zijn slecht. God is bijvoorbeeld wel blij met Noach.

Maar toch. De schepping is er erg slecht aan toe. En de Bijbel is pas net begonnen. In hoofdstuk 1 van de 1189 hoofdstukken in de Bijbel is alles super tof, helemaal mooi en goed. We zitten nu in hoofdstuk 6 en het is een enorme puinhoop geworden. Wat is er dan al veel misgegaan. Adam en Eva zijn eigenwijs geweest, en wilden zelf bepalen wat goed en slecht is. Hun ene zoon Kaín vermoorde zijn broertje Abel, omdat hij jaloers was. En nakomelingen van Kaín gedroegen zich als beesten. Ze werden maffiabazen, warlords, roofridders. Die maar één taal spraken: de taal van geweld. Geweld tegen mens en dier. En zo is Gods prachtige schepping in elkaar aan het storten.

Herkenbaar denk ik ook in onze tijd. Met z’n allen zijn we wel heel hard op weg om de schepping te slopen. De aarde warmt op, de ijskap smelt. Het weer wordt extremer. Er zijn extremere periodes van droogte, de stormen nemen in kracht toe, rivieren overstromen, er ontstaan ziektes als het coronavirus omdat mensen ook het oerwoud binnen dringen om het economisch uit te buiten.

Je kunt er verdrietig van worden. Je kunt er depressief van worden. Je kunt er van huilen. Als je dat doet dan ben je in goed gezelschap. Want ook God huilt over hoe de schepping door de mens kapot wordt gemaakt.

Lied: Tranen voor de schepping (Reisgenoten)

 

Lezing Genesis 6: 14 – 22

14Verder zei God tegen Noach: ‘Jij moet een boot maken. Het moet een houten boot zijn met verschillende ruimtes. Je moet hem van binnen en van buiten waterdicht maken. 15De boot moet 150 meter lang worden, 25 meter breed en 15 meter hoog. 16Hij moet drie verdiepingen hebben. Er moet een raam in de boot zitten, en een deur in de zijkant. Je moet een halve meter openlaten tussen het dak en de zijkanten.

17Ik laat de aarde volstromen met water, heel veel water. Alles wat leeft, zal sterven, alles en iedereen op aarde. 18Maar ik beloof dat ik jou zal beschermen. Jij zult veilig zijn op de boot. En ook je vrouw, je zonen en hun vrouwen zullen veilig zijn.

19Je moet in de boot ook dieren meenemen. Van elke soort een mannetje en een vrouwtje. Dan blijven de dieren leven, net als jij. 20Van alle soorten vogels, van alle soorten vee en van alle kleine dieren zullen er twee naar je toe komen. 21Je moet ervoor zorgen dat er in de boot genoeg eten is voor jullie zelf en voor de dieren.’

22Noach deed dat allemaal. Hij deed precies wat God gezegd had.

Noach staat voor een immense taak. Een enorme ark bouwen. Een boot van 150 meter lang, dat is ongeveer even groot als de koeienstal toch boer Jan?

En dat zonder moderne middelen. Geen robots of gemotoriseerde kranen. Alles met handwerk. En hulp van de buren hoeft hij niet te verwachten.

Een immense taak. Net zoals het klimaatprobleem. Voor ons allemaal individueel onmogelijk om aan te beginnen. Alleen als we als individu, politiek en bedrijven samen werken, kunnen we wat voor elkaar krijgen. Zoals de Bijbelse auteur Paulus ergens schrijft: alle delen zijn nodig in het ene lichaam. En dat is precies een van de pijlers van hoe het gebied hier wordt beheerd. Evelien Olyslager, wil jij daar iets over vertellen?

 

Lied:  We doen het samen

 

Lezing Genesis 7: 6 -24

7 6Noach was zeshonderd jaar toen het water over de aarde begon te stromen. 11Er kwam overal water uit de grond en er stroomde water uit de hemel. 12Veertig dagen en veertig nachten lang bleef het regenen op de aarde.

13Toen de regen kwam, ging Noach aan boord met zijn zonen Sem, Cham en Jafet, zijn vrouw en zijn drie schoondochters. 14En met alle dieren: wilde en tamme dieren, kleine dieren en vogels. 15-16Van alle dieren kwamen er steeds een mannetje en een vrouwtje bij Noach in de boot, net zoals God gezegd had. Daarna deed de Heer de deur achter Noach dicht.

17Veertig dagen lang stroomde het water over de aarde. Het water kwam hoger en de boot kwam los van de grond. 18Er kwam steeds meer water. En toen het water bleef stijgen, begon de boot te drijven. 19En er kwam nog meer water. Zelfs de hoogste bergen kwamen onder water te staan. 20Ten slotte stond het water ruim 7 meter boven de bergen.

21Alles wat op aarde leefde, verdronk. Alle mensen verdronken, en ook de wilde en de tamme dieren, en de vogels. 22Alles wat leefde en ademde, ging dood. 23God liet alles wat op aarde bestond, verdwijnen: de mensen, het vee, de kleine dieren en de vogels. Alles verdween van de aarde. Alleen Noach bleef over, en alles wat bij hem aan boord was. 24De aarde stond 150 dagen lang helemaal onder water.

Niet alleen in de Bijbel staat een verhaal over een grote vloed. Dit soort verhalen werden in de oudheid over de hele wereld vertelt. In de Griekse mythologie, in het Amerika van voor Columbus. En vooral ook in het Midden-Oosten, het gebied van Israël, Syrië, Irak. Het land van de grote rivieren, de Tygris en de Eufraat. Niet zo gek, want die rivieren waren de oorsprong van de eerste landbouw beschavingen. De rivieren brachten leven. Maar soms ook de dood. Het is helemaal geen rare gedachte dat er ooit een hele grote overstroming is geweest. Dat iedereen daar eeuwen later nog over kon vertellen. Net zoals dat wij allemaal een verhaal hebben over de Tweede Wereldoorlog kunnen vertellen, maar niemand van ons daar zelf een actieve herinneringen aan heeft.

Het water is niet zozeer een straf van God. God die regen en overstromingen op de mensen afstuurt. Het is eerder zo dat God de mensen geeft wat ze willen. Jullie willen zonder mij verder. Ok. Dan trek ik mijn handen van de schepping af. Dan krijgen jullie wat jullie willen. Jullie willen de schepping kapot maken? Jullie willen chaos in plaats van orde. Dan krijg je dat. De vloed wil zeggen dat God de schepping loslaat, in elkaar laat storten. Het wordt weer een oervloed, zoals voordat God begon met scheppen op dag één. Water en chaos.

Wij kennen ook dit soort verhalen over een vloed. Denk aan Limburg deze zomer. Of Zeeland 1953. We zitten hier op 4 meter onder NAP geloof ik. Gelukkig hebben we goede dijken, maar ook die zijn niet overal op berekend. Water heeft een bijzondere kracht. Zo is dat ook in de Bijbel. Water is een bron van leven. Maar ook een bron van dreiging en dood.

Lied   Liedboek 350:1,3,5,7,  Het water van de grote vloed

 

Lezing Genesis 8: 1 – 19

81Toen dacht God weer aan Noach en aan alle wilde dieren en het vee bij hem in de ark. Hij zorgde dat het ging waaien op de aarde. Daardoor ging het water zakken. 2Er kwam geen water meer uit de grond en er stroomde geen water meer uit de hemel. De regen hield op.

3Langzaam stroomde het water weg van de aarde. Na 150 dagen was het zo ver gezakt, 4dat de boot vastliep op de Ararat-bergen. Dat was op de zeventiende dag van de zevende maand. 5Het water zakte nog verder. Op de eerste dag van de tiende maand waren de toppen van de bergen weer te zien.

6Veertig dagen later deed Noach het raam van de boot open. 7Hij liet een vogel los, een raaf. De raaf bleef heen en weer vliegen, want de aarde was nog niet droog.

8Noach liet ook een duif los om te zien of er al droog land was. 9Maar overal was nog water. De duif kon nergens een plekje vinden om uit te rusten, en kwam terug naar de boot. Noach stak zijn hand uit en haalde de duif weer naar binnen.

10Noach wachtte zeven dagen. Toen liet hij de duif weer los. 11’s Avonds kwam de duif terug, met een blaadje van een olijfboom in zijn snavel. Toen wist Noach dat het water op de aarde verder gezakt was.

12Weer wachtte Noach zeven dagen en weer liet hij de duif los. Maar nu kwam de duif niet meer terug. 13Want het water was van de aarde verdwenen. Dat was op de eerste dag van de eerste maand. Noach was toen 601 jaar oud. Hij deed het dak van de boot open en keek om zich heen. Hij zag dat de aarde langzaam droog werd. 14Op de 27ste dag van de tweede maand was de aarde helemaal droog.

15God zei tegen Noach: 16‘Ga van de boot af, samen met je vrouw, je zonen en hun vrouwen. 17Stuur ook alle dieren naar buiten, de vogels, het vee en alle kleine dieren. Ze moeten weer jongen krijgen, zodat er weer veel dieren op de aarde komen.’

18Noach ging naar buiten, met zijn zonen, zijn vrouw en zijn schoondochters. 19Ook alle dieren kwamen naar buiten, alle vogels en alle kleine dieren, allemaal soort bij soort.

Toen dacht God weer aan Noach en aan de dieren. Daarmee begint het nieuwe begin. God laat niet los waaraan Hij is begonnen. En God maakt weer heel wat kapot is gegaan. God ontfermt zich over mens en dier.

Ik vertelde al dat ander volken ook verhalen hadden over een grote vloed. Maar hier zit wel een groot verschil. In hoe zij schrijven over hun goden. Dat zijn vaak goden die onderling ruzie maken. Die de mensen behandelen als slaven. Die de mensen nodig hebben om hen door middel van offers te eten te geven.

Maar de God die we in de Bijbel leren kennen is een God van liefde. Ook al waren de mensen met hun geweld de hele aarde aan het vernietigen. Hij blijft van ze houden. En geeft ze een nieuwe kans om voor de schepping te zorgen. En na regen, komt zonneschijn.

Lied:   No No Noach

Lezing Genesis 8: 20 – 9: 17

20Noach bouwde een altaar voor de HEER; daarop bracht hij brandoffers van al het reine vee en alle reine vogels. 21De geur van de offers behaagde de HEER, en hij zei bij zichzelf: Nooit weer zal ik de aarde vervloeken vanwege de mens, want alles wat de mens uitdenkt, van zijn jeugd af aan, is nu eenmaal slecht. Nooit weer zal ik alles wat leeft doden, zoals ik nu heb gedaan. 22Zolang de aarde bestaat, zal er een tijd zijn om te zaaien en een tijd om te oogsten, zal er koude zijn en hitte, zomer en winter, dag en nacht – nooit komt daar een einde aan.

98Ook zei God tegen Noach en zijn zonen: 9‘Hierbij sluit ik een verbond met jullie en met je nakomelingen, 10en met alle levende wezens die bij jullie zijn: vogels, vee en wilde dieren, met alles wat uit de ark is gekomen, alle dieren op aarde. 11Deze belofte doe ik jullie: nooit weer zal alles wat leeft door het water van een vloed worden uitgeroeid, nooit weer zal er een zondvloed komen om de aarde te vernietigen. 12En dit,’ zei God, ‘zal voor alle komende generaties het teken zijn van het verbond tussen mij en jullie en alle levende wezens bij jullie: 13ik plaats mijn boog in de wolken; die zal het teken zijn van het verbond tussen mij en de aarde. 14Wanneer ik wolken samendrijf boven de aarde en in die wolken de boog zichtbaar wordt, 15zal ik denken aan mijn verbond met jullie en met al wat leeft, en nooit weer zal het water aanzwellen tot een vloed die alles en iedereen vernietigt. 16Als ik de boog in de wolken zie verschijnen, zal ik denken aan het eeuwigdurende verbond tussen God en al wat op aarde leeft. 17Dit,’ zei God tegen Noach, ‘is het teken van het verbond dat ik met alle levende wezens op aarde gesloten heb.’

Zo verschijnt aan het eind van het verhaal van Noach de regenboog. Het teken van hoop. God belooft: nooit meer zal ik de schepping zo in elkaar laten storten. 22Zolang de aarde bestaat, zal er een tijd zijn om te zaaien en een tijd om te oogsten, zal er koude zijn en hitte, zomer en winter, dag en nacht – nooit komt daar een einde aan.

En die belofte legt God vast in een verbond. Een contract, een afspraak, met de regenboog als handtekening. God zoekt naar verbondenheid, net zoals hier gezocht wordt naar verbondenheid om dit gebied te beheren.

Maar Gods verbondenheid gaat wel heel ver. Het is een afspraak die in stand blijft, ook als wij mensen als partner in dat verbond het weer eens niet waar maken. Ook nu wij ervoor zorgen dat de schepping zucht en steunt, dan nog blijft Gods belofte staan. Gods belofte aan alle levende wezens, mensen en dieren, dat Hij blijft zorgen voor de schepping. Gods belofte die Hij heeft vernieuwd toen Hij in Jezus van Nazareth zelf schepsel is geworden. Gods DNA is in menselijk DNA komen wonen. En Jezus heeft in vrede samen geleefd met mens en dier. Ons geleerd wat liefde is. Ons laten zien dat God bereid is om zichzelf te geven om de schepping te redden. En nu is er door Jezus vrede tussen God en de hele schepping. En dat is onze hoop in bange tijden. We hoeven niet te wanhopen, want God laat de schepping niet los.

Maar het geeft ons ook verantwoordelijkheid. God heeft een verbond met ons gesloten, een afspraak met ons gemaakt. Hij geeft ons een nieuwe kans om voor de schepping te zorgen. Dat vraagt van ons om anders te gaan leven. Zelf. Beginnen met verwonderen, en stoppen met begeren. Consuminderen in plaats van consumeren. Alleen kopen wat eerlijk en duurzaam is. Alles wat olie en gas nodig heeft zo veel mogelijk mijden. Geld gebruiken als middel en niet meer als afgod vereren.

Het geeft ons een verantwoordelijkheid als bedrijven en organisaties. Om niet winst maar maatschappelijk rendement op de eerste plek te zetten. Anders om te gaan met collega’s. Op scholen te kijken naar hoe je duurzaam school kunt zijn.

En in de politiek. Laten we daar niet ons heil van verwachten. Maar daar moet wel nodig wat gebeuren. Andere regels en belastingen, stoppen met vervuilende activiteiten helpen zoals een formule 1 race in een natuurgebied. Laat je stem horen. En blijf voor politici bidden, zodat je niet op ze gaat schelden.

God heeft de schepping in onze handen gelegd. En Hij wil ons inzetten om de schepping te vernieuwen. De aarde, het gezamenlijke huis van mens en dier. Amen.

 

Lied:   Vernieuw ons huis (Reisgenoten)

Gebed afgesloten met gezamenlijk Onze Vader

Collecte

 Lied:   PS67 (De Nieuwe Psalmberijming)

Zegen