De preek over de drie wijzen

Epifanie (‘Verschijning’ van de Heer). 3 januari 2021, ds. A Sterrenburg uit Voorburg.

Lezingen: Jesaja 60: 1-6 (BGT) en Matteüs 2: 1-12 (NBV)

Schriftuitleg en verkondiging

Gemeente van Christus,

Toen Jezus geboren was in Betlehem in Judea – Herodes was op dat moment koning- kwamen er magiërs uit het Oosten in Jeruzalem aan. Magiërs, je hoort in die aanduiding het Griekse woord dat hier staat meeklinken: magoi. Vanaf de Staten Vertaling werd dat woord in het Nederlands steeds weergegeven met ‘wijzen’. In de kanttekening van de Staten Vertaling wordt de volgende toelichting gegeven: Zo werden bij de Perzen en Meden de geleerden genoemd in allerlei wetenschappen, en voornamelijk in de loop des hemels. De Leidse vertaling heeft hier dan ook  ‘sterrenwichelaars’ staan. De kanttekening vermeldt dan verder nog dat ze in hoog aanzien stonden, maar dat moeilijk aan te nemen is dat het koningen waren, gezien de omstandigheden en dat ze zo ook niet genoemd worden. Die koningen komen natuurlijk uit Jesaja 60 en de psalm die we zongen en hoorden (ps.68). Behoor je tot de RK kerk, dan klinkt ‘Drie koningen’ je vertrouwd in de oren.

Wijzen uit het oosten, zo kennen wij hen. Ik ben wel gelukkig met die weergave met ‘wijzen’. Dat heeft te maken met de betekenis die dat woord in de Bijbel heeft. Het gaat hier onmiskenbaar om geleerden, wetenschappers, maar niet elke wetenschapper is ook wijs in bijbelse zin. In de Bijbel heeft wijs zijn niets te maken met dat je knap bent, geleerd, of hoge rapportcijfers haalt. Maar met een houding. Ik zeg bewust ‘houding’, want het is een keuze. Je bent niet dom of wijs of dwaas van nature of van aanleg, maar door wie je bent en door wat je doet. Door je gedragingen. Het Hebreeuwse woord voor wijsheid is Chokma. Iemand die wijs is, heet in de Bijbelse taal een goochem iemand. Een goochem iemand weet de gelegenheid te baat te nemen, weet op het beslissende moment de juiste keus te maken. Wie die chokma, die wijsheid, bezit, heeft een radar ontwikkeld voor de juiste stappen. Het gaat in ons evangeliegedeelte om goocheme mannen.

Dat blijkt meteen al uit het feit, dat ze de stap hebben gezet om op reis te gaan en wisten dat ze daarmee niet konden wachten. Waaruit ze dat wisten? Ze hebben iets gezien, namelijk het opgaan van een ster. Dat is voor sterrenwichelaars een sensationeel gebeuren, zou je denken, maar om daar nu zoveel aan te verbinden als deze mannen deden… Het kan niet anders of er moet in hen op de een of andere manier een verlangen zijn gewekt en een vertrouwen dat er iets te gebeuren stond, dat verandering zou brengen. Daarom kijken ze ánders naar de hemel. Ze kijken niet simpelweg. Nee, ze kijken naar iets uit! Naar een teken! Een teken van iets, dat ze verwachten.

Omdat het wijzen uit het Oosten zijn, uit het oosten van Judea, dus waar het Assyrische en Babylonische en Perzische rijk gelocaliseerd waren, daar waar Joden als ballingen waren heengevoerd, zijn ze misschien wel in aanraking gekomen met de boeken van die ballingen onder hen, met hun profeten, die zo’n verandering, zo’n omwenteling aankondigden. Als ze dan ook een opvallende ster zien, zien ze veel meer dan een natuurkundig fenomeen. Ze zien zijn ster. Associëren die met ‘de koning van de Joden, die geboren zou worden’.

Overigens is het niet zozeer de ster, maar zijn het de Schriften, die de weg naar de geboren koning wijzen. Koning Herodes roept de hogepriesters en de schriftgeleerden op, zij die thuis zijn in de Schriften, dus de kennis hebben over de messias van de Joden, en zij wijzen feilloos Betlehem aan.

Maar daaraan vooraf – daar moeten we toch wel even bij stilstaan – lezen we dat mét Herodus heel Jeruzalem geschokt is bij het horen over een koning van de Joden die geboren is. In het Grieks staat hier een woord, dat voorkomt in het verhaal van de storm op zee en van de vrouwen bij het lege graf. Het is een woord voor totale ontreddering. Als een aardbeving die de grond doet wankelen onder je voeten, is de schok bij Herodes èn Jeruzalem. Zo bang zijn ze, dat hun macht en positie zal worden ondergraven door dit kind! En gelijk hebben ze!

Herodes denkt de magiërs te kunnen misleiden door het te laten voorkomen, dat ook hij de geboren koning hulde wil bewijzen. In het geniep vraagt hij hen het hem te vertellen, als ze het kind gevonden hebben. Maar ze bespotten hem, behandelen hem als een kleine jongen, zo constateert hij later.

Ik weet niet of u het doorheeft, maar ik kan het niet anders zien dan als een klucht. Wat speelt de evangelist in zijn verhaal met degenen die menen de macht te hebben.

Die magiërs, zij vertegenwoordigen de heidenwereld, de volken. Misschien vertegenwoordigen ze in dit verhaal ook wel die grootmachten die ik zo juist noemde: Assyrië, Babylon, de Meden en Perzen. Wat is er van die rijken over? Uit onverdachte hoek komen zij, die het kind hulde bewijzen. Dat mag Herodes en in hem de Romeinen iets te zeggen hebben en de geestelijke leiders in Jeruzalem. Van hen, degenen die nu de macht hebben moet dit Kind het blijkbaar niet hebben. Ook niet van zijn eigen volk dus. Zij willen hun plaats niet verlaten en laten dat graag aan anderen over. Tegen elke verandering die hun positie aantast, verzetten zij zich met hand en tand. Ja, de machthebber deinst voor het ergste nog niet terug, zo schetst ook Matteüs.

Ik mag het dan een klucht noemen, maar dan wel één met een ondertoon van grote ernst. Dit is een verhaal dat tenslotte, meteen ná de verzen die wij gelezen hebben, met een vreselijke slachting van onschuldige kinderen eindigt. Ja, net als de farao in het Oude Testament is Herodes een tiran, een heerser die zijn volk onderdrukt en knecht. Hij heeft zo’n onstilbare machtshonger dat hij zelfs farao als voorbeeld neemt en alle kinderen van Bethlehem en omstreken laat vermoorden. En zo staat hij symbool voor alles wat het Rijk van God weerstaat, voor alles wat vloekt met Gods Naam, wat Gods toekomst verijdelt en zijn wil in de weg staat. Daarom preludeert ons verhaal al op de strijd die op zijn hevigst zal ontbranden rond dit Kind, de strijd tussen duisternis en licht, tussen dood en leven. Hoe zal die worden beslist? Ja, wie is de ware koning van de Joden, Herodes of Jezus? Welk Koninkrijk bezit het ware gezag? Die strijd zal haar tol eisen, een zware tol.

Het lijkt wel of de wijzen dat voorzien: zij bieden geschenken aan: goud en wierook en mirre. Goud en wierook, ze komen zó uit Jesaja 60, maar die mirre, waar komt die vandaan?

Wellicht heeft Clemens (348-405) gelijk, van wie we een lied hebben, dat vertaald luidt als volgt: (Gezang 16:4, bundel ’38):
De wierook moet zijn god’lijkheid,
het goud zijn koningsrang vertellen,
de mirre, voor Hem neergeleid,
zal ’t Hem verbeidend graf voorspellen.

Het graf, dat op hem wacht, het is een subtiele verwijzing naar het lijden, dat deze geboren koning zal ondergaan.

Ik zei, dat deze wijzen goochem waren. Dat blijkt ook hier, als zij zich neerwerpen voor het kind. Hier staat je verstand toch bij stil! “Ze zijn niet goed wijs,” zegt de wereld. Juist ja. De wetenschap zoekt bewijzen. Zijn die er niet, dan is het niet waar. Het geloof heeft geen bewijzen, maar getuigen! Aan Hem is de toekomst, kome wat komt, zeiden Israëls profeten. De wijzen geloofden hen. De priesters in Jeruzalem zeiden dat ze volgens de Schriften in Betlehem moesten zijn – zo werden ze getuigen tegen wil en dank – en de wijzen geloofden dat. Daarom noemen we hen wijzen! Wie of wat geloven wij vandaag?

De wijzen zijn zo wijs, dat ze buigen voor de juiste koning, dat ze zich laten raden door de droom van Godswege en door de valse / schone schijn en leugenachtigheid van een Herodes heen leren kijken. Ja, als wij buigen voor dit Kind dan voelen we intuïtief aan wie we wel en wie we niet in vertrouwen kunnen nemen.

Ja, – nu maak ik een grote sprong, ik weet het –  ook als we allemaal zijn gevaccineerd, mogen we wel oppassen wie we knuffelen. Hopelijk niet diegenen die besmet zijn met misleidende kwaadaardige ideeën, die geleid worden door egoïsme, winstbejag en eigenwaan, zoals een Herodes.

Niet de vaccinaties – hoe blij we er mijns inziens ook mee mogen zijn, met dit resultaat van de wetenschap! Niet die zullen ons redden. Ja, hopelijk wel van Covid, maar niet van het duister in onze geest en in onze wereld. Hoe met de resultaten van de wetenschap wordt omgegaan,  … hoe vaccins worden verdeeld, dat bepalen degenen die het voor het zeggen hebben. Van welke geest zijn zij? Waardoor en door wie laten zij zich leiden? Zijn zij wijs? Hebben zij zich opengesteld voor de Geest die ademt in de Schrift, de Geest van het Kind? Hebben wij dat?

Wie voor de kribbe heeft leren buigen, wie in Jezus Gods liefde heeft herkend, die is blij met de aandacht die er van de zijde van de politiek is voor de meest kwetsbaren in ons midden en is waakzaam en alert waar het systeem ontspoort en onrecht veroorzaakt.

Een jaar ligt voor ons dat om wijsheid vraagt, meer dan alles om bijbelse wijsheid. Wijsheid die ons het kostbaarste dat we in ons leven hebben, doet schenken aan de dienst aan de Heer. Want alleen Hij kan ons redden, en alleen zijn Rijk is de toekomst! Hij is al onze eerbied waardig!

Glorie aan de Vader en de Zoon en de heilige Geest. Amen.