Themapreek ‘Feest van het Koninkrijk’, deel 3: Geef ons heden ons dagelijks brood

bij bij Matteüs 6:10 

Leerlingen van Jezus, gasten met ons,

We bidden het elke zondag: ‘Geef ons heden ons dagelijks brood.’

Maar wat bidden we dan?

In Matteüs is het Onze Vader een onderdeel van de Bergrede. En de Bergrede volgt weer direct op deze samenvatting van Jezus boodschap:

Matteüs 4:17

Vanaf dat moment begon Jezus zijn verkondiging. ‘Kom tot inkeer,’ zei Hij, ‘want het koninkrijk van de hemel is nabij!’

En in de Bergrede gaat Jezus uitwerken hoe het Koninkrijk van de hemel, het Koninkrijk van God, dan nabij komt. Hoe Jezus zelf Immanuël is. God met ons. Hoe Jezus de Bergrede zelf waarmaakt. Hij heeft zijn vijanden volmaakt lief. Hij gaat de tweede mijl. Hij doet Gods wil. Hij roept ons om Hem daarin te volgen. Om te oefenen, je karakter te laten veranderen door het Koninkrijk. Om meer en meer te worden als Jezus. Om Gods toekomst meer en meer te laten landen in onszelf.

Want dat is waar deze bede in Matteüs over gaat. Over meer van Gods Nieuwe Wereld in het heden.

Matteüs 6

11Geef ons vandaag het brood dat wij nodig hebben. (NBV 2004)

11Geef ons vandaag het eten dat we nodig hebben. (BGT 2014)

11Geef ons heden ons dagelijks brood; (NBG 1951)

Geef ons nu wat wij nodig hebben. En dat is niet alleen brood of eten. Het is al het goede van Gods Nieuwe Wereld, van zijn Koninkrijk. Jezus liet mensen regelmatig proeven van het Koninkrijk. Letterlijk. Een groot deel van zijn missietijd was Jezus aanwezig bij feesten. Hij stond bekend als een feestbeest, iemand die alle feesten afliep. En dat was niet bedoeld als compliment.

Jezus hield maaltijden met prostituees en tollenaars. Met het uitschot van de samenleving. Met zondaars. De Farizeeën waren het daarmee erg oneens. Volgens hen was het geen tijd om te feesten, en zeker niet met zondaars. Het was een tijd om te vasten. Want Israël bevond zich in ballingschap. Ze woonden wel in het land Israël. Maar Israël was in handen van de Romeinen. God had hen overgeleverd aan de heidenen. Vanwege Israëls zonden. Dan ga je toch geen feesten organiseren?

Maar juist door te feesten, door aan tafel te zitten met foute mensen, liet Jezus zien dat de ballingschap ten einde was gekomen. Gods Koninkrijk was begonnen. God had zich in Jezus weer ontfermt over zijn volk Israël. Iedereen moest tot inkeer komen. Iedereen is welkom aan de rijk gedekte tafel van de Vader. En dat moeten we vieren.

HH400 Kom naar het feest

Het Onze Vader vinden we niet alleen in het evangelie van Matteüs, maar ook in het Evangelie van Lucas. En daar staat deze bede er net even anders:

Matteüs 6

11Geef ons vandaag het brood dat wij nodig hebben. (NBV 2004)

11Geef ons vandaag het eten dat we nodig hebben. (BGT 2014)

11Geef ons heden ons dagelijks brood; (NBG 1951)

Lucas 11

3Geef ons dagelijks het brood dat wij nodig hebben. (NBV 2004)

3Geef ons elke dag het eten dat we nodig hebben. (BGT 2014)

3geef ons elke dag ons dagelijks brood; (NBG 1951)

Geef ons elke dag ons dagelijks brood. Lucas lijkt zich in zijn verwoording in het Grieks meer te richten op het hier en nu. Iets minder op het geestelijke, en iets meer op het aardse. Al moeten we erg oppassen met dat onderscheid. In de Bijbel is er onderscheid, dualisme, tussen goed en kwaad, tussen de schepper en de schepping, tussen de tijden olam haze en olam haba. De oude tijd waarin niet alles goed is, en de toekomst waarin God alles zal herscheppen. Dat zijn belangrijke onderscheiden, waar we niet aan moeten tornen.

[Meer hierover: http://girardianlectionary.net/res/wright_dualism.htm]

Maar er is in de Bijbel geen onderscheid tussen geestelijke en aardse zaken. Alsof alleen het geestelijke er toe doet, en het aardse onbelangrijk is. Dat is een onderscheid van de Griekse filosofie, van Plato. Niet van de Bijbel. Voor de God van de Bijbel is alles belangrijk. Én het geestelijke, onze zielen, dat mensen tot geloof komen, de toekomst van het Koninkrijk van God. Én het aardse, onze dagelijkse zorgen. Beiden zijn van belang.

Dat betekent concreet dat christelijk bidden super spannend is. Jezus zegt in de bergrede:

Matteüs 7

7Vraag en er zal je gegeven worden

We mogen alles aan God vragen. En Hij zal het ons geven.

Als is dat ook wel een ingewikkelde. Als je God vraagt om een nieuwe spelcomputer, krijg je die dan ook? Ik had hier pas geleden een gesprekje over met mijn 3 jarige zoon Thomas. Die zei dat corona morgen zou zijn opgelost. Want hij zou die avond bij het naar bed gaan bidden dat corona zou weggaan. Dus morgen was het probleem opgelost.

Maar het blijkt toch iets ingewikkelder te zijn. Ja, er staat geschreven, 7Vraag en er zal je gegeven worden. Ik geloof dat je zelfs kunt bidden om een parkeerplek midden in de binnenstad. En dat God je dan soms ook zo’n plek geeft. Ik heb dat zelf ook wel eens gebeden en ervaren.

Maar er staat ook geschreven:

Jacobus 4

3En als u bidt ontvangt u niets, omdat u verkeerd bidt: u wilt alleen uw eigen hartstochten bevredigen. 

Bidden is niet een boodschappenlijstje inleveren bij God. Niet voor niks zitten we bij de derde bede van het Onze Vader. We mogen onze dagelijkse noden bij God brengen. Maar de eerste twee beden, richten ons niet op onszelf, maar op God. Op de komst van Zijn Koninkrijk. Jezus leert ons bij het bidden niet te beginnen bij onze verlangens. Maar bij het Koninkrijk van God. Zoals hij verderop in hetzelfde hoofdstuk zegt:

Matteüs 6

33Zoek liever eerst het koninkrijk van God en zijn gerechtigheid, dan zullen al die andere dingen je erbij gegeven worden. 

Door je eerst te richten op Gods koninkrijk, komen je eigen noden in een ander perspectief te staan. Ze zijn daardoor niet onbelangrijk voor God. Maar wel anders.

Hoe belangrijk is het om te genezen, als je weet dat wie in Christus leeft, ook bij het sterven in Christus is, en mag uitzien naar de opstanding?

Misschien is een oefening in discipline en op tijd vertrekken wel een betere oplossing dan altijd een parkeerplek ontvangen.

En of er nu wel of niet corona is: onze opdracht blijft hetzelfde: ons niet laten leiden door angst, Gods Koninkrijk zoeken, bidden, danken, het recht blijven zoeken en delen met wie minder heeft.

Dus we mogen bidden om wat we nodig hebben. Maar zoek eerst het Koninkrijk van God.

HH88 Zoek eerst het Koninkrijk van God

‘Geef ons heden ons dagelijks brood’. Dat heeft ook te maken met delen van wat je hebt. Het raakt aan dit gedeelte uit Spreuken:

Spreuken 30
7Twee dingen vraag ik u,

gun ze me zolang ik leef:

8Houd me ver van leugen en bedrog.

Maak me niet arm, maar ook niet rijk,

voed me slechts met wat ik nodig heb.

9Want als ik rijk zou zijn, zou ik u wellicht verloochenen,

zou ik kunnen zeggen: ‘Wie is de HEER?’

En als ik arm zou zijn, zou ik stelen

en de naam van mijn God te schande maken.

Geef ons vandaag het brood dat wij nodig hebben. Niet te veel en niet te weinig.

Te weinig is voor voor ons meestal niet zo’n probleem. Al hoewel, in de eerste lockdown. Wat werd er toen gehamsterd. Opeens gingen we ons zorgen maken over ons dagelijks brood. Omdat we luisterden naar ons gevoel van angst. En juist omdat we luisterde naar die angst, maakten we de problemen alleen maar groter.

Zolang we delen, is er voor iedereen genoeg. Ik weet nog dat in de kerkdienst vertelde ons brood thuis op was. En binnen een paar minuten kreeg ik van jullie 11 broden aangeboden. Zolang we delen is er voor iedereen genoeg.

Maar de grootste uitdaging voor ons ligt niet in het te weinig hebben, maar in het teveel hebben.

9Want als ik rijk zou zijn, zou ik u wellicht verloochenen,

zou ik kunnen zeggen: ‘Wie is de HEER?’

Ik heb eerder deze week een testje gedeeld in de Kerk Delfgauw app. Waarmee je kunt meten hoe rijk je bent. Er valt misschien wel iets af te dingen op de test. Maar het zegt wel iets denk ik. Volgens die test hoor ik bij de rijkste 16 procent van de wereld.

https://howrichami.givingwhatwecan.org/how-rich-am-i

Bij sommigen van jullie zal dat wat minder zijn, voor sommigen van jullie verdienen meer. Maar de meeste van ons horen dus bij de rijkste 20 procent op aarde.

Volgens Spreuken lopen wij daarmee allemaal het risico om God te vergeten. Wie is de Heer? Wij hebben God toch niet nodig? Ons dagelijks brood kopen we toch gewoon bij de supermarkt?

Maar voor je het weet zijn wij in de macht van de valse Mammon. Het vreselijke geld, zoals de Bijbel in Gewone Taal dat vertaalt. Van alle duivelse valstrikken waarschuwt Jezus het vaakst voor rijkdom.

Natuurlijk, als je te weinig geld hebt, dan heb je geldzorgen. Dat is ook niet goed voor je. Maar als je te veel geld hebt. Dan ga je daar je zekerheid op bouwen. Eerst denk je dat je 10.000 euro nodig hebt als zekerheid. Als je dat hebt bereikt denk je dat je 50.000 euro nodig hebt. En dan denk je dat je 100.000 euro nodig hebt voordat je echt genoeg hebt. Dat ga je dan beleggen, je gaat je er zorgen over maken. Geld belooft ons zekerheid, maar geld kan ons die zekerheid helemaal niet geven. Zoek je zekerheid niet in geld, maar in God.

En in plaats van geld op te potten, kunnen we er veel beter van delen. Houd genoeg voor jezelf voor je dagelijks brood. Maar hoeveel meer heb je nou echt nodig. Dominee Jaap van der Windt schreef in zijn boekje (Niet meer dan eerlijk, p 141) dat we minder geld reserve hoeven te houden, als we erop kunnen vertrouwen dat andere mensen met je zullen delen als je iets echt nodig hebt.

Wat heb je nou echt nodig? En hoeveel meer van je rijkdom zou je niet kunnen delen?

‘Geef ons heden ons dagelijks brood’. Niet meer. Niet minder. Dat vraagt veel van ons. Maar als we meer gaan delen, zullen we ook meer van Gods Koninkrijk gaan zien. Amen.

Mag ik jou tot zegen zijn, Sela