De preek over de gelijkenis van de zaaier

bij Matteüs 13:1-11;18-23, doopdienst

Leerlingen van Jezus, gasten in ons midden,

Deze gelijkenis is een van Jezus’ bekendste verhalen. Het verhaal staat in drie van de vier Evangeliën. En Matteüs heeft het een centrale plek in zijn boek gegeven waaraan je aan kan zien dat dit een belangrijk verhaal is.

Maar bij zo’n belangrijk verhaal is het dan wel gek dat Jezus zo geheimzinnig doet over de betekenis. De menigte krijgt het verhaal te horen, maar alleen Jezus’ nabije vrienden krijgen ook de uitleg.

En dan de manier waarop Jezus dit vertelt. Hij neemt afstand, hij vertelt vanuit een boot. En hij zit, de mensen staan. Dat is toch niet zo gastvrij. Een kerkzaal waar mensen urenlang moeten staan. Luisterend naar een spreker die zit.

Maar in Jezus tijd was het heel gebruikelijk dat een leraar zat, en de leerlingen stonden. En door op een bootje wat afstand te nemen, ontstond een soort theater opstelling. Het water droeg het geluid van Jezus stem zodat iedereen hem kon horen en zien.

En het publiek van Jezus herkent de beelden. Het zijn vissers en graanbouwers. Ze weten wat het is om zaad te zaaien en maar te hopen dat het vrucht opbrengt.

En het spreken in gelijkenissen was in Jezus tijd en streek een heel populaire manier om dingen te zeggen. Het was voor Jezus ook gevaarlijk om dingen concreter te zeggen. De vrijheid van meningsuiting was in die tijd zeer beperkt.

En de goede verstaander in Jezus’ publiek zal ook niet veel uitleg nodig hebben gehad. De beelden die Jezus in het verhaal gebruikt komen uit het Oude Testament. De profeet Jesaja schreef dit 500 jaar eerder op.

Jesaja 55:

10Zoals regen of sneeuw neerdaalt uit de hemel

en daarheen niet terugkeert

zonder eerst de aarde te doordrenken,

haar te bevruchten en te laten gedijen,

zodat er zaad is om te zaaien en brood om te eten –

11zo geldt dit ook voor het woord

dat voortkomt uit mijn mond:

het keert niet vruchteloos naar mij terug,

niet zonder eerst te doen wat ik wil

en te volbrengen wat ik gebied.

12Vol vreugde zullen jullie uittrekken

en in vrede zul je huiswaarts keren.

Het is een profetie over God die een nieuw begin maakt met zijn volk Israël. En dat nieuwe begin is nodig omdat Israël door God geroepen is om een voorbeeld te zijn voor alle volken. Om het goede volle leven te leven en zo de andere volken te laten zien hoe het is om met God te leven. Ze moesten zorgen voor de schepping, voor elkaar. Eerlijk leven, vol liefde en goede zorg voor elkaar.

Maar die roeping hebben ze volledig verpest. Ze hebben elkaar onderdrukt. De rijken werden rijker, de armen armer. Hun koningen waren machtswellustelingen. Ze zijn afgoden gaan dienen van steen en hout. Ze hebben Gods grote plan helemaal verpest.

God heeft daarom zijn beschermende handen van hen afgetrokken. Israël is veroverd door andere volken. Al zeshonderd jaar leven de Israëlieten met de ervaring van Gods afwezigheid. Wanneer zou God terugkomen, en zijn verbond met Israël weer herstellen? Zorgen dat Israël weer in vrede huiswaarts kan keren?

En op die vraag, de grote vraag van zijn tijd, geeft Jezus antwoord met gelijkenissen.

God is de zaaier. De zaaier zaait het woord van God. Dat is Jezus die bekend maakt:

Matteüs 4

17 ‘Dit is het moment om je leven te veranderen, want Gods nieuwe wereld is dichtbij.’

 Dit is het moment van Gods ontferming. In Jezus komt God weer bij zijn volk wonen. In Jezus begint Gods nieuwe wereld, het Koninkrijk van God. In Jezus wordt God weer koning van zijn Volk. Jezus is de messias. De beloofde goede koning van Israël.

Dat is een super gevaarlijke boodschap. Want er zijn andere koningen in Israël. De zonen van de wrede koning Herodes. De Romeinse keizer die echt niet tolereert dat iemand anders zich koning noemt in naam van God. Jezus kan in het openbaar alleen in gelijkenissen spreken. Anders zou Hij gelijk worden opgepakt en gedood. Zo confronterend is zijn boodschap.

En ook voor ons is het verhaal dat Jezus vertelt confronterend. Want die zaaier zaait het Woord van God. Jezus deelt al het goede van Gods koninkrijk met ons. Maar heel veel zaad brengt geen vrucht voort.

Hoe zit dat in jouw leven? In mijn leven? Zijn wij goede grond voor de boodschap van Jezus?

Misschien herken je wel iets van in jezelf van de harde weg. Is het verhaal van Jezus iets wat je wel hoort, maar niet begrijpt. Iets wat niet doordringt door de harde laag van tegenargumenten, verlichtingsdenken en vooroordelen. Wil je er geen moeite voor doen om te ontdekken wat het betekent. Wordt het zaad weggeroofd voordat het de kans krijgt om te ontkiemen.

Misschien herken je in jezelf wel iets van de rotsachtige grond. Heeft het Evangelie je ooit vreugde gegeven. Maar geef je het niet de kans om echt door te dringen. Pas je het aan aan wat algemeen geaccepteerd is. Is het iets voor gelegenheden en feestdagen, maar niet voor alle dagen van je leven. Is het te oppervlakkig ingedaald een beproeving te doorstaan.

Misschien herken je wel iets van het zaad tussen de distels. De zorgen over het dagelijks bestaan en de verleiding van rijkdom. Eigenlijk weet ik wel zeker dat heel veel van ons zich daarin herkennen. Want we leven in onze tijd en plaats tussen enorme distels.

Ik las een bevolkingsonderzoek waar huishoudens in groepen worden ingedeeld. De dominante groep in Delfgauw is die van ‘rennen en plannen’. Druk, druk, druk. Door de coronacrisis zijn opeens heel veel dingen stil komen te staan. Velen van ons komen er achter hoe fijn het eigenlijk is om eens niet van hot naar her te vliegen. Waarom doen we onszelf dat aan? Hoe houden we de rust vol die we nu opeens hebben? Waarom zijn we zo verslaafd aan al dat geren en geplan?

Dit zijn geen distels, dit zijn enorme distelbomen die nu opeens omgehakt liggen. Maar uit ervaring kan ik vertellen dat distels snel weer opschieten in je tuin. Hoe gaan we dat voorkomen? Hoe kun je echt prioriteit maken voor Gods nieuwe wereld?

Minder gaan werken? Minder vaste hobby’s in de agenda? Vaker nee zeggen? Minder leven naar de verwachting van andere mensen? Meer avonden thuis? Minder geld uitgeven en meer weggeven? Ik denk dat Gods woord veel vruchtbaarder wordt in ons leven als we deze distels bij de wortel aan gaan pakken.

Het verhaal dat Jezus vertelt kun je ook heel goed toepassen op geloofsopvoeding. Dan ben je als ouder de zaaier. Het Woord van God is al het goede van Gods nieuwe wereld dat je deelt met je kind. En je kind is de grond.

In dat geval vertelt het verhaal ook iets van de harde realiteit. Want je kunt nog zo goed zaaien. Nog zoveel lezen, bidden, en je kind naar jeugdgroepen van de kerk sturen. Maar soms landt het niet. In ieder geval niet zoals jij zou hopen.

Een bemoediging die dan in dit verhaal zit is dat je niet verantwoordelijk bent voor de vrucht. Het is jouw opdracht om te zaaien. Maar vrucht kun je niet voortbrengen. Dat doen we samen. Je hebt een hele kerkgemeenschap nodig om een kind in geloof groot te brengen. Zoals Paulus zegt: de een zaait, de ander bewatert.

En uiteindelijk komt het dan ook aan op vertrouwen. Vertrouwen dat alles wat je hebt gezaaid zin heeft. En dat het God is die ervoor zorgt dat dat zaad gaat groeien.

God zaait met ruimhartigheid. Dat is misschien niet zo efficiënt. Veel van het goede dat God doet wordt niet gezien, niet erkent. Het brengt geen vrucht voort. Het zou veel effectiever zijn als God alleen zaait waar Hij ook vrucht kan verwachten. Maar dat is nu eenmaal hoe God is. Hij laat de zon opgaan en de regen vallen over goede en slechte mensen. Hij zaait ruimhartig.

Maar als wij ons openstellen voor zijn Woord kan het ook snel gaan. Dan kan God veel vrucht in ons voortbrengen. Vruchten van genade. Wij hoeven ons alleen open te stellen, voor wat Hij ons in genade wil geven. Amen.