De preek over Efeziërs 6:10-24: de geestelijke wapenrusting

Leerlingen van Jezus, gasten in ons midden,

Ook actiehelden hebben wel eens vakantie nodig. En dus gaat spiderman in zijn nieuwste film, die deze zomer draait, met zijn vrienden in Europa op vakantie. Zijn spidermanpak neemt hij bewust niet mee, denk ie. Maar in Europa blijkt er een strijd aan de gang. De elementen zijn in de ban geraakt van het kwaad. Venetië wordt bedreigt door een water monster. Praag door een vuurduivel. Maar gelukkig is daar spiderman die zijn pak aantrekt en de strijd tegen het kwaad aangaat. Ik zal niet verder spoilen hoe dat afloopt.

Geestelijke strijd tegen duivels en machten en krachten van het kwaad lijkt vooral iets uit de middeleeuwen. Tegenwoordig zien we dit soort strijd toch alleen nog in films als Spider man.

Maar bij het thema geestelijke strijd kun je twee vergissingen maken, schrijft C.S Lewis in zijn boek over geestelijke strijd, ‘Brieven uit de hel’. Het is een heel goed en interessant geschreven boek dat prima mee kan naar de camping.

Maar twee vergissingen dus: ‘je kunt de duivel te weinig of te veel aandacht geven’. Daarmee bedoelt Lewis dat het een gevaar is als we te klein denken over de duivel. Over de duivel wordt snel wat lacherig gedaan. Zo’n middeleeuws figuur met een drietand. Daar geloof je toch niet meer in.

Maar als je de duivel wegberedeneerd, wat is dan de oorzaak van het kwaad? De individuele zonden van mensen? De verkeerde structuren? Ja zeker. Maar is er geen kwaad dat individuele fouten of verkeerde structuren overstijgt?

Een ander gevaar is dat je de duivel te veel aandacht geeft. Dan zie je alles in het leven als onderdeel van een geestelijke strijd. Zo was er een Italiaanse priester die de duivel zag als de oorzaak van de kredietcrisis. Waarmee individuele hebzucht en het gebrek aan goede regels opeens geen oorzaak meer zijn. De les van Lewis is juist: de omstandigheden waarin we leven zijn niet zozeer veroorzaakt door geestelijke strijd. Maar hoe wij daarin handelen: dat is de geestelijke strijd. Of je in de kredietcrisis op je geld gaat zitten, of bereid blijft om te delen.

Wat denkt Paulus nu over geestelijke strijd? Dat kunnen we het beste ontdekken door dit gedeelte over geestelijke strijd te plaatsen in het geheel van de brief aan de Efeziërs. In de brief komt Gods grote plan naar voren: om de hemel en aarde weer één te maken. Dat heeft God gedaan door Jezus. Door zijn leven, lijden, sterven en opstanding. En door Jezus horen Joden en Grieken nu bij één familie: de kerk. De kerk is een voorproefje van de eenheid tussen hemel en aarde.

Eenheid is een van de aller belangrijkste thema’s van de Efeziërsbrief. En geestelijke strijd is daarmee dus in ieder geval de strijd om eenheid in de kerk. De duivel, in het Oude Testament in het Hebreeuws de satan, wordt in het Nieuwe Testament in het Grieks diabolos genoemd. Letterlijk vertaalt is dat: de uit elkaar brenger. De gene die tweedracht zaait. Alles wat ons als kerk verdeelt is dus onderdeel van een geestelijke strijd.

De duivel wordt er blij van als het ons niet lukt om fouten toe te geven, om elkaar te vergeven, als de een zich verheven voelt boven de ander, als er ruzie is, onwil om elkaar te begrijpen, als we jaloers zijn op elkaars talenten, als we onze mening over welke muziek we in de kerk fijn vinden belangrijker vinden dan de eenheid die Jezus ons geeft. Dat zijn de dingen waar de duivel blij van wordt. Omdat het ons vermogen ondergraaft als lichaam van Christus om één te zijn, om een voorproefje te zijn van de eenheid tussen hemel en aarde.

Een tweede belangrijk thema uit de Efeziërsbrief is het aantrekken van de nieuwe mens. In Christus zijn we een nieuwe schepping. We zijn geroepen om meer en meer te gaan lijken op Jezus. Om mens te worden zoals hij mens was. God liefhebbend boven alles, en onze naaste als onszelf. Het moet onze ambitie zijn om daarin steeds meer te groeien. God wil ons karakter veranderen. Alles wat ons daarvan afleidt is onderdeel van geestelijke strijd.

De duivel hoopt dat wij denken dat we niet kunnen veranderen. Of dat we denken dat we al ver genoeg zijn op de weg van de navolging van Christus. Hij wordt er blij van als we geen tijd maken voor gebed en Bijbellezen. Als wij geen keuzes durven maken, als wij niet leven voor God maar in de greep blijven van de afgoden. Als wij ons laten beheersen door het verlangen naar macht, geld, seks, en wat voor afgoden dan ook.

En de duivel heeft er belang bij dat wij ons bij het vormen van ons karakter op ons zelf richten. Dat wij ons afscheiden van de wereld als een stelletje verheven heiligen. In plaats van dat wij ons als koningen en priesters verbinden met de wereld en de mensen om ons heen. Dat wij mensen van de nieuwe schepping zijn is niet het doel op zich, maar een middel, om in deze wereld als ambassadeurs van Gods koninkrijk te leven.

Dus er komen heel wat verleidingen op ons af. Pijlen waarmee de duivel probeert tweedracht te zaaien. Pijlen waardoor onze verandering tot mensen van de nieuwe schepping tot stilstand komt.

Hoe kunnen we ons daar tegen wapenen? Paulus beschrijft een hele wapenrusting die we aan kunnen trekken.

14Houd stand, met de waarheid als ?gordel? om uw heupen, de ?gerechtigheid? als ?harnas? om uw borst, 15de inzet voor het ?evangelie? van de ?vrede? als ?sandalen? aan uw voeten, 16en draag bovenal het geloof als ?schild? waarmee u alle brandende ?pijlen? van hem die ?het kwaad? zelf is kunt doven. 17Draag als ?helm? de verlossing en als ?zwaard? de Geest, dat wil zeggen Gods woorden.

Al die onderdelen van de wapenrusting zijn een soort kledingstukken die we aan kunnen trekken. Dat lijkt misschien wel wat op Spider Man. Zonder zijn pak is hij een verlegen zestien jarige die zijn vriendinnetje niet durft te vertellen wat hij voor haar voelt. Maar met zijn pak is hij een super held die de wereld kan redden uit de greep van het kwaad.

Maar zo simpel gaat het helaas niet met die wapenrusting. Het zijn kledingstukken van de nieuwe mens, die we in hoofdstuk vier tegenkwamen. Bij dat beeld van nieuwe kleding, gaat het om karaktertrekken waarin we kunnen groeien. We kunnen groeien in het kennen en spreken van waarheid, in het doen van gerechtigheid, in het inzetten voor vrede, in geloof, in het besef van onze verlossing, in kennis en het luisteren naar Gods Woord. Het gaat om een voortdurend groeien, elke dag opnieuw bidden om vervulling met Gods Geest, om verstandige keuzes maken, om waakzaam zijn, jezelf nieuwe gewoontes aanleren. Om de discipline van het discipelschap.

Maar het gaat vooral om wapens die God aan ons geeft. Cadeaus. Paulus verzint ze niet zelf. Hij grijpt terug op teksten uit de profeet Jesaja. Bijbelteksten die gaan over de komende Messias.

Jesaja 11: 5Hij draagt ?gerechtigheid? als een ?gordel? om zijn lendenen en trouw als een ?gordel? om zijn heupen.

Jesaja 49: 2Mijn tong maakte Hij scherp als een ?zwaard,

Jesaja 52: 7Hoe lieflijk zijn op de bergen de voeten van hem die het goede boodschapt, die ?vrede? laat horen, die een goede boodschap brengt van het goede,

Jesaja 59: 17Hij gordde het ?harnas? van de ?gerechtigheid? aan en zette de ?helm? van de redding op zijn hoofd.

Dit zijn allemaal Bijbelteksten in Jesaja die gaan over de komende Messias. Teksten die vervuld zijn in Jezus. En een van de lessen uit de brief van de Efeziërs hoofdstuk twee was: alles wat voor Jezus gold, geldt nu ook voor ons. We zijn samen Hem tot leven gewekt, samen met Hem opgestaan, samen met Hem hebben we een plek in de hemel aan Gods hand, samen met Hem zijn we burgers van het Koninkrijk van God, we leven net als Jezus door de Geest met directe toegang tot de Vader, we zijn huisgenoten van God.

En we dragen dus ook dezelfde wapens die Jezus had om zich tegen de verleidingen van de duivel te beschermen. Jezus heeft voor dezelfde verleidingen gestaan als wij. Maar wij hebben ook dezelfde wapens die Hij tot zijn beschikking had. Nou was Jezus natuurlijk een veel grotere superheld dan Spiderman. Zoals Hij het kwaad heeft weerstaan, dat lijkt voor ons een onmogelijke opgave.

Maar Jezus heeft voor ons de overwinning al behaald. Door zijn gehoorzaamheid, zijn leven, lijden, sterven en opstanding is de macht van het kwaad al gebroken. We leven in het licht van Gods nieuwe wereld. We zijn nieuwe schepping. De duivel en zijn trawanten weten dat zij de strijd hebben verloren. Het is aan ons om in die overwinning recht op te blijven staan. Met alle wapens die God aan ons geeft.

Als laatste noemt Paulus ook nog het gebed als een belangrijk middel in geestelijke strijd. Het is opvallend dat hij dat niet een wapen aan toekent. Nou waren de wapens in Jesaja ook wel een beetje op. Maar misschien is het vooral omdat gebed toch van een andere categorie is. Het gaat bij gebed juist over dingen die wijzelf niet kunnen bereiken, trainen of organiseren.

Toch is ook gebed een heel belangrijk wapen. En ik denk dat de speer als wapen een goed beeld is, omdat gebed ons helpt om de duivel op afstand te houden. Zoals een Romeinse soldaat in Paulus tijd een tegenstander al op afstand kon uitschakelen door een speer te werpen.

Als Paulus in onze tijd had geleefd, had hij misschien wel hetzelfde beeld gebruikt dat ouderling Maarten gebruikte bij de jeugddienst waarin we de jongeren DADO uitzwaaiden: zij gaan in Roemenië aan het werk als landmacht van Gods koninkrijk. Wij bidden in dit gebouw elke avond voor hen 19:00 tot 19:30 als luchtmacht. Zodat zij daar ook de ruimte hebben om hun talent in te zetten, en de tegenstander op afstand moet blijven.

Paulus eindigt zijn brief met woorden van vrede. Vrede, shalom, dat is het ultieme einddoel als de hemel en de aarde weer één worden. We hebben nu al vrede met God. We mogen groeien in vrede met elkaar. En we mogen die vrede laten uitstralen naar alle mensen om ons heen, zodat zij nieuwsgierig worden naar Gods vrede.

De geestelijke strijd staat in het teken van die vrede. De vrede die alle verstand te boven gaat. Amen.