De preek over Kolossenzen 2:16-3:11

Leerlingen van Jezus, gasten in ons midden,

Vanochtend hebben jullie allemaal voor je kledingkast gestaan. En gedacht: wat zal ik eens aantrekken vandaag? Misschien heb je zelf iets uitgekozen, misschien je moeder, of je vrouw. Maar er is een keuze gemaakt. En volgens mij zijn er twee keuzes mogelijk op zondag:

Je kunt er voor kiezen om zondagse kleren aan te trekken. Nette kleren waarmee je aangeeft dat zondag niet zomaar een dag is. Het zijn kleren waarin je geen werk met je handen kunt verrichten. Kleren die eerbied en respect voor God uitdrukken.

Maar je kunt er ook voor kiezen om juist wel je dagelijkse kleren aan te trekken. Omdat de kerk de plek is waar je thuis kunt komen, waar je jezelf kunt zijn. Je hoeft er geen andere kleren voor aan te trekken.

Voor allebei die keuzes is wel iets te zeggen. Het geeft ook iets aan van de diversiteit aan geloof, generaties en achtergrond die we in deze kerk hebben.

Paulus heeft het in de tekst van vandaag ook over welke kleding je aan moet trekken. Maar hij heeft het dan niet over letterlijke kleren. En onze kleren zijn natuurlijk ook helemaal niet belangrijk. Het is maar de buitenkant. Het gaat God om de binnenkant. Zoals Paulus schrijft:

2Richt u op wat boven is, niet op wat op aarde is.

De kerk van Kolosse had te maken met tegenstanders die de buitenkant wel heel belangrijk vonden. Ze stonden onder druk om zich aan te passen aan de Joodse regels. Regels over wat je wel en niet mag eten, met wie je wel of niet mag eten, wat je wel of niet mag aanraken, welke feesten je wel en niet mag vieren. Paulus zegt: in Christus is dat allemaal niet meer belangrijk.

20Als u met ?Christus? dood bent voor de machten van de wereld, waarom laat u zich dan geboden opleggen alsof u nog in de wereld leeft? 

Als je gelooft in Jezus, ben je met hem gestorven. Daarmee zijn allerlei religieuze tradities, de meningen van mensen, afgoden en schuldgevoelens niet meer van belang. Ze hebben geen macht meer over ons. Ze horen bij de oude wereld, olam hazeh. We moeten ons richten op de nieuwe wereld, wat van boven is, olam haba. En dan zijn allerlei dingen uit de oude wereld niet meer van belang.

Maar het verhaal gaat verder. We zijn niet alleen met Christus gestorven, maar ook met hem opgestaan uit de dood:

31Als u nu met ?Christus? uit de dood bent ?opgewekt, streef dan naar wat boven is, waar ?Christus? zit aan de rechterhand van God. 2Richt u op wat boven is, niet op wat op aarde is. 3U bent immers gestorven, en uw leven ligt met ?Christus? verborgen in God. 4En wanneer ?Christus, uw leven, verschijnt, zult ook u, samen met hem, in luister verschijnen.

Paulus beschrijft hier heel uitgebalanceerd het al wel en nog niet van het Koninkrijk van God. De nieuwe wereld, olam haba, is doorgebroken in de oude wereld, olam hazeh. De dood en het kwaad hebben hun macht verloren, toen Jezus opstond uit de dood. De overwinning is zeker, maar nog niet altijd zichtbaar.

Jezus zit aan de rechterhand van God, de hemel is zijn troon, de aarde zijn voetenbank. Daarover zongen we met psalm 110. Als Jezus weer komt, dan zal voor iedereen zichtbaar zijn dat Jezus de koning is. Dan krijgen wij nieuwe stralende kleren. Tot die tijd is de overwinning vaak niet zichtbaar, ze ligt verborgen in de hemel, als een schat die op ons wacht.

En op die schat moeten wij ons richten. Op wat van boven is. Als we ons daarop richten gaan onze binnenkant en buitenkant veranderen.

Paulus schrijft daar hele harde taal over:

5Laat dus wat aards in u is afsterven: ontucht, zedeloosheid, hartstocht, lage begeerten en ook hebzucht – hebzucht is ?afgoderij? –, 6want om deze dingen treft Gods toorn degenen die hem ?ongehoorzaam? zijn.

Breng de dingen van deze wereld ter dood. Laat afsterven wat bij de oude wereld hoort.

Dat laten afsterven wil niet zeggen dat je opeens weer allerlei regels moet hanteren. Dat is wat de meeste religies en influencers je vertellen. Als je je aan deze en deze en deze regels houdt, dan bereik je je doel. Dan kun je goed leven, succes vol zijn of gelukkig worden. Paulus oplossing is veel radicaler: zorg dat de verkeerde dingen in jou afsterven.

Hij noemt vier categorieën waar je voor op moet passen: verkeerde seks, geld, boosheid en verkeerde woorden. En deze categorieën kom je bij hem eigenlijk altijd tegen. Het zijn vier dingen die in de wereld veel kapot kunnen maken, en zorgen dat je een lelijker mens wordt. Vier dingen die afgoden kunnen zijn in je leven.

Verkeerde seks, dat is seks buiten een relatie van liefde en trouw, die zorgt ervoor dat je mannen of vrouwen gaat zien als seksueel bezit.

Geldzucht zorgt ervoor dat het geld regeert in de wereld. En dat je altijd meer geld nodig hebt om zekerheid in te zoeken. Zekerheid die je er niet zult vinden.

Boosheid zorgt ervoor dat relaties verbroken worden en verzoening uitblijft. Je hart verhard.

Verkeerde woorden dat zijn leugens, nepnieuws, scheldwoorden, vals getuigenissen, alle onwaarheid die verdeeldheid zaait tussen mensen.

En Paulus legt ons geen regels op van wat precies wel of niet mag. Hij laat ons speuren in onze eigen ziel. Hoe raken deze zonden mijn leven? En waar moet ik een band doorsnijden, zodat deze zonde niet langer kan voortleven in mijn lichaam, zodat de zonde afsterft? Zo’n band doorsnijden doet altijd pijn. Maar zo’n operatie kan je weer heel maken. Het helpt je om weer meer te worden als Jezus.

Want we zijn nieuwe mensen. Mensen van de nieuwe tijd. Gestorven en opgestaan in Christus. Daar horen nieuwe kleren bij:

9Bedrieg elkaar niet, nu u de oude mens en zijn leefwijze afgelegd hebt 10en de nieuwe mens hebt aangetrokken, die steeds vernieuwd wordt naar het beeld van zijn schepper en zo tot inzicht komt. 

Al de dingen van de oude wereld maken van ons geen mooiere maar juist lelijker mensen. Mensen die steeds minder een evenbeeld zijn van God.

Maar in Jezus hebben we nieuwe kleren gekregen. We zijn nieuwe mensen. We zijn hersteld als mensen die een evenbeeld zijn van God. We mogen steeds meer en meer gaan lijken op Jezus.

En dat geldt niet alleen voor ons als individuen, maar ook als kerk als geheel.

11Dan is er geen sprake meer van Grieken of ?Joden, besnedenen of onbesnedenen, barbaren, Skythen, ?slaven? of vrijen, maar dan is ?Christus? alles in allen.

Omdat we van Jezus nieuwe kleren hebben gekregen, zijn onze oude kleren niet meer relevant. De vroege kerk bestond uit heel verschillende mensen. Mensen met deftige kleren, Romeinse toga’s. Mensen met Joodse kledij. Slaven met eenvoudige werkkleren en vrije mensen die de laatste mode konden volgen.

Maar ook uit barbaren en skythen. Skythen dat waren de inwoners van Oekraïne en Rusland. Mensen van ver buiten de grenzen van het Romeinse rijk. Het waren wilde, ongewassen, onbeschaafde mensen met rare gewoontes. En van hen zegt Paulus: ook zij horen er nu bij. Zij hebben dezelfde nieuwe kleren aangetrokken, als ze geloven in Jezus.

 We zijn één lichaam van Christus. Wat voor kleren we ook dragen, hoeveel zonden uit het verleden we ook met ons meedragen. We zijn met Jezus gestorven en opgewekt uit de dood. We hebben nieuwe kleren gekregen. We horen bij Hem. We moeten ons richten op wat van boven is. Zondige gewoonten afleggen. Dan worden we steeds mooiere mensen. Mensen die goed voorbereid zijn op de dag dat Jezus weer komt. Als we stralend voor hem mogen staan. Amen.