De preek over Kolossenzen 3:12-4:6

18Vrouwen, erken het gezag van uw man, zoals past bij uw verbondenheid met de Heer

20Kinderen, gehoorzaam je ouders in alles, want dat is de wil van de Heer.

22Slaven, gehoorzaam uw aardse meester in alles.

 Als je deze teksten leest, kun je toch niet anders dan teleurgesteld zijn in Paulus. Drie-en-een-half hoofdstuk lang hebben we prachtige dingen van hem gehoord. Leef vanuit de komende wereld, niet vanuit deze wereld. In Christus ben je vrij van schuld, vrij van religieuze tradities, vrij van meningen van mensen, vrij van machten en krachten. Als we leven met ons oog gericht op de nieuwe wereld, krijgen we nieuwe kleren en kunnen we afrekenen met zonden.

Allemaal mooi en hoopvol. Maar als je dit leest, komt het uiteindelijk toch neer op regels. Regels die de één verheffen, en de ander, vrouwen, kinderen, slaven, onderdrukken.

Wat moeten we hier nou mee?

Laten we in ieder geval goed om deze moeilijke verzen heen lezen. Dat helpt altijd als je in de Bijbel leest. Er ook bij betrekken wat ervoor en erna staat.

In vers 12 tot en met 17 gaat het over hoe we als leden van het lichaam van Christus met elkaar om moeten gaan.

12Omdat God u heeft uitgekozen, omdat u zijn heiligen bent en hij u liefheeft, moet u zich kleden in innig medeleven, in goedheid, bescheidenheid, zachtmoedigheid en geduld. 

We horen bij God omdat Hij ons heeft geroepen. We zijn heiligen omdat Hij ons heeft geheiligd. We zijn geliefd, want Hij houdt van ons. Dat is onze identiteit. Dat is wie we zijn. En dat is hoe we elkaar moeten zien. Dat is onze identiteit vanuit de nieuwe wereld. En daarom moeten we onze oude kleren uittrekken, en nieuwe kleren aantrekken. Kleren die we krijgen van God. We kleden ons in medeleven, goedheid, bescheidenheid, zachtmoedigheid, geduld.

Dit zijn deugden. Dingen die God aan ons wil geven door zijn Geest, waardoor we meer mens worden. We worden meer een evenbeeld van God en gaan meer en meer lijken op Jezus. Maar ze vragen ook om oefening. Oefening in het leven van alledag. Oefening in de oefenplaatsen van onze kerk, de gemeentegroeigroepen. Daar leer je om met elkaar mee te leven, compassie te hebben, leer je op het juiste moment je mond te houden of juist iets van jouw wijsheid te delen, leer je omgaan met mensen die zo anders zijn dan jijzelf.

13Verdraag elkaar en vergeef elkaar als iemand een ander iets te verwijten heeft; zoals de Heer u vergeven heeft, moet u elkaar vergeven

Dan leer je elkaar te verdragen, om te gaan met iemand die anders is dan jij. En je leert te vergeven. Wat betreft vergeving zet de Bijbel altijd hoog in. We bidden en belijden elke zondag dat God onze schuld vergeeft, zoals wij ook vergeven hebben wie ons iets schuldig is. Vergeven is geen optie, maar de enige mogelijkheid. God heeft ons veel meer vergeven, dan wij elkaar te vergeven hebben. En als God iemand vergeeft, wie zijn wij dan om diezelfde persoon niet te vergeven?

14En bovenal, kleed u in de liefde, dat is de band die u tot een volmaakte eenheid maakt. 

De deugden die Paulus noemt, onze nieuwe kleren, worden bij elkaar gehouden door de liefde. De liefde is het grootste gebod. Gods liefde voor ons is de bron voor onze liefde voor elkaar.

15Laat in uw hart de vrede van Christus heersen, want daartoe bent u geroepen als de leden van één lichaam. Wees ook dankbaar.

Liefde leidt tot vrede met elkaar. De diepe vrede van Christus waartoe we geroepen zijn. En liefde, vrede en dankbaarheid houden elkaar vast en versterken elkaar.

16Laat Christus woorden in al hun rijkdom in u wonen; onderricht en vermaan elkaar in alle wijsheid,

We mogen ons verdiepen in Jezus woorden. Woorden uit de Bijbel, profetische woorden die we elkaar mogen aanzeggen. We mogen leren van elkaar. En door de liefde kunnen we elkaar ook vermanen. Elkaar vertellen als je denkt dat iemand de verkeerde weg inslaat. Door de liefde zijn we niet onverschillig voor iemands lot en hebben we de opdracht om elkaar liefdevol te corrigeren.

zing met heel uw hart psalmen en hymnen voor God en liederen die de Geest u vol genade? ingeeft. 17Doe alles wat u zegt of doet in de naam van de Heer Jezus, terwijl u God, de Vader, dankt door hem.

Zo kunnen we God danken, Hem de eer geven. Voor Hem zingen. Door alles wat we doen of zeggen te doen in de naam van de Heer Jezus. Alles draait om Hem.

En vanuit dit uitgangspunt, komen we bij de concrete gedragsregels. Paulus richt zich op de kleinste vorm van samenleving van die tijd, en onze tijd, namelijk het huisgezin. In die tijd: alle mensen die onder één dak woonden. Man, vrouw, kinderen en slaven.

Dit soort gedragsregels voor het huisgezin waren in de Griekse cultuur van Kolosse heel normaal. In die cultuur waren er twee belangrijke filosofische aannames die de basis vormden van die gedragsregels.

Ten eerste: in de gedragsregels moet je de natuur volgen. Dus: van nature zijn mannen sterker dan vrouwen, dus mannen zijn de baas en vrouwen moeten onderdanig zijn.

Een tweede aanname was dat het huishouden moest lijken op de maatschappij. Zoals de maatschappij gebouwd is op gezag en gehoorzaamheid, zo moest dat ook gebeuren in het huishouden.

Deze afbeeldingen zijn afkomstig van The Bible Project, daar vind je ook een animatiefilmpje over de brief aan de Kolossenzen: https://thebibleproject.com/explore/colossians/
Deze afbeeldingen zijn afkomstig van The Bible Project, daar vind je ook een animatiefilmpje over de brief aan de Kolossenzen: https://thebibleproject.com/explore/colossians/

Ik denk dat we diezelfde aannames ook tegen komen in de gedragsregels voor het gezin in onze tijd. Volgens de evolutietheorie zijn mensen van nature niet trouw aan één iemand, maar juist gemaakt voor een open relatie. We zien om ons heen dat trouw zijn aan één iemand steeds minder als reële optie wordt gezien.

En ook die tweede aanname maakt een come back: in onze maatschappij gaan we elkaar vooral niet opleggen hoe je moet leven, ‘iedereen moet doen wat goed is in zijn eigen ogen’. Dus onze kinderen moeten vooral hun hart volgen zonder beperkingen opgelegd te krijgen, want dan groeien ze uit tot hun pure eigen ik. Prinsjes en prinsesjes.

De aannames van de gedragsregels voor het huisgezin volgens de Bijbel zijn anders.  Het huishouden wordt niet vergeleken met de maatschappij of met de natuur. De gedragsregels werden opgesteld naar aanleiding van de hemelse heerschappij. Daarbij is Christus het hoofd van het lichaam en de Heer van ons leven en ons huis. En Hij regeert niet door te heersen, maar door te dienen. Door de liefde.

christelijk huisgezin gedragsregels

En dan krijg je een ander beeld van de gedragsregels. Mannen en vrouwen, kinderen en slaven, ze worden aangesproken als individuen voor Gods aangezicht, met rechten en plichten.

Vrouwen moeten hun man erkennen, niet als ondergeschikten, maar net zoals ze in liefde verbonden zijn met de Heer.

En mannen moeten niet over hun vrouwen heersen, zoals gebruikelijk was in die cultuur, maar moeten hen liefhebben.

Kinderen moeten gehoorzaam zijn, maar net zo goed moeten ouders hen liefdevol behandelen en niet moedeloos maken.

Slaven moeten hun meester gehoorzamen, maar hun werk niet doen voor hun meesters, maar voor God.

En meesters worden eraan herinnerd dat ook zij een meester hebben in de hemel. Daarom moeten ze slaven rechtvaardig en als gelijken behandelen.

Deze christelijke gedragsregels zetten de samenleving van die tijd op hun kop. Er is sprake van balans, gelijkheid, respect en liefde. Een enorme verbetering voor vrouwen en slaven, die in die tijd dan ook een groot deel van de kerk vormden.

De vroege kerk was veel te klein om de samenleving veranderen. Maar uiteindelijk hebben deze gedragscodes geleidt tot gelijke rechten voor vrouwen, afschaffing van de slavernij, en bescherming en rechten voor kinderen.

Zo verandert de nieuwe wereld, die begonnen is met Jezus opstanding, ons hele leven. We moeten doordenken hoe de hemelse heerschappij van Jezus ons gezin opnieuw ordent.

En ons werk krijgt een andere betekenis: we doen het niet voor het geld, of voor onze baas, maar we doen het voor de Heer.

Boodschappen doen we niet zo goedkoop mogelijk, maar met het oog op wat eerlijk is en recht.

Leren en studeren doe je niet om succesvol te zijn, maar om anderen te kunnen dienen.

Je pensioen is niet alleen om een tijd om meer te genieten, maar ook een tijd waarin je meer prioriteit kunt maken om je te wijden aan gebed.

Een open lucht dienst doen we niet omdat we ze zo leuk vinden, maar omdat we geloven dat God deuren voor ons opent om het mysterie van ?Christus? te verkondigen.

Wat we ook doen. In welke fase van het leven we ook zetten. Doe wat je moet doen met hart en ziel, alsof het voor de Heer is en niet voor mensen.

We leven voor Christus. Zijn heerschappij staat centraal. In alles wat we doen en zeggen, kunnen we zijn liefde laten doorklinken. Amen.