De preek over Matteüs 13:14-52

Leerlingen van het Koninkrijk van de hemel, gasten in ons midden,

Nu we als Kerk Delfgauw een kerk terras hebben, moeten we natuurlijk ook een beetje reclame gaan maken. Vandaar deze poster:

En de kracht zit hem in die twee termen: nieuw en ambachtelijk.

Want in onze tijd vinden we nieuwe dingen altijd interessant. Iets nieuws is waarschijnlijk iets beters dan iets ouds. Iets nieuws is iets op basis van de nieuwste wetenschappelijke inzichten, en dus beter. Iets nieuws is hip en het is altijd leuk om iets nieuws als eerste te delen met je volgers.

Maar aan de andere kant vinden we iets ambachtelijks ook prettig. Ambachtelijk is met aandacht en liefde gemaakt. Lokaal, met een traditie en een verhaal. Zonder moderne kunstmatige stoffen.

In tijd van Jezus moesten mensen niet zoveel hebben van nieuwe dingen. Mensen vonden dat vroeger alles beter was. In de tijd dat Rome nog een republiek was. Toen de jeugd nog luisterde naar hun ouders. Toen Israël nog een eigen koning had. Vroeger was alles beter. Daar waren Romeinen, Grieken en Joden het wel over eens.

Jezus heeft het in één van de gelijkenissen ook over nieuw en ambachtelijk.

 52Hij zei hun: ‘Zo lijkt iedere schriftgeleerde die leerling in het koninkrijk van de hemel is geworden op een huismeester die uit zijn voorraadkamer nieuwe en oude dingen tevoorschijn haalt.’

Matteüs heeft dit opgeschreven als een soort samenvatting van zijn evangelie. Dit is wat hij met het schrijven van zijn evangelie heeft gedaan: hij heeft nieuwe en oude dingen gecombineerd tot één verhaal. Met de verdiepingscursus hebben we het hele Evangelie van Matteüs samen doorgelezen. En dan zie je heel vaak terugkomen dat Matteüs verhalen uit het Oude Testament naar boven haalt, en combineert met het nieuwe dat Jezus is komen brengen.

Matteüs vertelt in het eerst hoofdstuk het verhaal van Israël. Hoe ooit Abraham werd geroepen. Uit hem zou God een nieuwe volk vormen, Israël, dat een licht moest zijn voor de andere volken. Een voorbeeld van het goede volle leven met God. Maar dat volk ging telkens in de fout. Ook de beste koning die ze hadden, koning David, maakte er één grote bende van.

Uiteindelijk liep het project Israël zo erg verkeerd, dat God hen tijdelijk losliet. Ze moesten in ballingschap, naar Babylon. En ook toen ze fysiek weer thuis waren in hun eigen land Israël, bleven andere volken de baas. Al 7 keer 70 jaar zaten ze te wachten tot God weer bij hen zou komen wonen. Ze waren in afwachting van een Messias, iemand in wie God zijn volk zou redden van hun zonden, en herstellen als zijn volk.

En Matteüs vertelt hoe God dat oude verhaal van Israël liet uitmonden in iets nieuws: Jezus van Nazareth, de Zoon van God, Immanuël, in wie God zelf mens geworden is. In Hem heeft God met zijn oude project Israël een doorstart gemaakt. Jezus is de volmaakte mens. De mens die zelfs zijn vijand liefhad. Hij vervulde de wet. Hij had God lief boven alles en zijn naast als zichzelf. Hij leefde volmaakt vanuit liefde.

Zoveel liefde dat de machten en krachten van het kwaad hem probeerden te vernietigen. De religieuze leiders van Israël en de politieke machthebbers van Rome spanden samen om Hem te doden. Zijn vrienden hebben Hem verraden en verloochend. Hij stierf eenzaam en verlaten aan een kruis.

Maar in dat eindpunt van het oude verhaal, maakte God een nieuwe begin. Jezus stond op uit de dood. Zijn dood was niet het einde van het oude verhaal, maar het begin van een nieuwe tijd. De tijd van het Koninkrijk van de hemel. De tijd waarin de hemel weer definitief verbonden is met de aarde. Iedereen die in Jezus gelooft wordt onderdeel van dat Koninkrijk, van die nieuwe tijd.

Jezus zit nu in de hemel aan rechterhand van God, als koning van de aarde. En als Jezus weer terugkomt op aarde komt er een eind aan de oude tijd. De doden zullen opstaan. Er wordt recht gesproken. Al het goede van deze aarde zal God oppakken en volmaakt maken. Al het kwaad zal worden bestraft en beëindigd. De hele aarde wordt vol van de hemelse werkelijkheid.

Dat is het fantastische verhaal van de Bijbel. Waar het oude verhaal zijn voltooiing vindt in een nieuw verhaal. De volmaakte combinatie van het oude en het nieuwe. Nieuw en ambachtelijk.

En hoe dat nieuwe en ambachtelijke van het Koninkrijk werkt, kun je lezen in de eerste twee gelijkenissen.

44Het is met het koninkrijk van de hemel als met een schat die verborgen lag in een akker. Iemand vond hem en verborg hem opnieuw, en in zijn vreugde besloot hij alles te verkopen wat hij had en die akker te kopen.

45Ook is het met het koninkrijk van de hemel als met een koopman die op zoek was naar mooie parels. 46Toen hij een uitzonderlijk waardevolle parel vond, besloot hij alles te verkopen wat hij had en die te kopen.

Het Koninkrijk van God kun je al vinden in deze tijd en plaats. Het ligt verborgen in de schepping. Wie het zoekt, kan het vinden.

In de schepping liggen schatten en parels verborgen. Tekenen en voorproefjes van het Koninkrijk van de hemel. Rechtvaardigheid, schoonheid, vrijheid, waarheid, macht, spiritualiteit, relaties. Allemaal mooie dingen die God heeft bedacht en aan ons heeft toevertrouwt. Als je er mee aan de slag gaat, kun je ontdekken wie God is, wat Gods plan is met deze wereld, hoe we nu al mensen kunnen zijn van het Koninkrijk.

Maar al die schatten en parels liggen wel verborgen in deze wereld, onder een laag modder en stof. Want in onze wereld vind je ook onrecht, lelijkheid, onvrijheid, leugen, machtsmisbreuk, verkeerde spiritualiteit, en gebroken relaties. We hebben wijsheid nodig om de tekenen van Gods koninkrijk op te graven, op te poetsen, om er mee aan de slag te gaan.

Je leven zo in het teken van Gods Koninkrijk zetten is de moeite waard. Het geeft heel je leven zin en perspectief. Het geeft net als die mens die een schat vond grote vreugde. Het geeft verwondering als je de schoonheid ontdekt als van een schitterende parel. Als je je leert verwonderen over hoe mooi God de schepping heeft gemaakt. Als je je verwondert over een pas geboren kind, en je die verwondering kunt adresseren aan de Schepper.

Maar het vraagt wel wat van je. Om de schat op de akker te kunnen opgraven, moet de schatzoeker eerst de akker kopen, en dus op weg gaan en al zijn bezittingen verkopen. Om de prachtige parel te kunnen betalen, moet de handelaar al zijn andere parels verkopen.

Nu is het niet zo dat je alles moet verkopen als je belijdenis gaat doen in de kerk. Wees niet bang Petra en Rolf, jullie mogen je nieuwbouwhuis waar je binnenkort in gaat trekken gewoon houden. Maar in dat verkopen van alles wat je hebt zit iets van dat je niet vast moet houden aan oude dingen die je in de weg zitten. Je moet geen ballast meenemen als je Jezus gaat volgen. Alles wat je tegenhoudt, moet je achter je laten. Zodat je vrij en zonder verkeerde verplichtingen Gods weg kunt volgen. En de schatten en parels van Gods koninkrijk kunt ontdekken.

En dat brengt ons bij de vierde en laatste gelijkenis:

47Het is met het koninkrijk van de hemel ook als met een sleepnet dat in een meer werd geworpen en waarmee allerlei soorten vis werden gevangen. 48Toen het net vol was, trok men het op de oever en ging men zitten om de goede vis in kuipen te doen; de slechte vis werd weggegooid. 49Zo zal het gaan bij de voltooiing van deze wereld: de engelen zullen eropuit trekken en de kwaadwilligen van de rechtvaardigen scheiden, 50en ze zullen hen in de vuuroven werpen, waar ze zullen jammeren en knarsetanden.

Deze gelijkenis gaat over het oordeel. Dat hebben we het vorige week al over gehad. God zal aan het eind van de tijd oordelen. Dan zal al het kwaad verdwijnen, zoals vissers de slechte vis weggooien. Al het goede wordt meegenomen bij de voltooiing van Gods koninkrijk.

Maar ik denk dat dit vissen ook een mooi beeld is van de kerk. Want het net van Gods Koninkrijk zit vol met diverse vissen: jong en oud, praktisch en theoretisch opgeleid, stads en dorps. Het koninkrijk van God is gevuld met mensen met verschillende huidskleur, verschillende talen, verschillende culturen. Als je wordt gedoopt, als je belijdenis doet, wordt je onderdeel van die bonte vissenfamilie.

Die familie is een combinatie van oud en nieuw. Een school waar we elkaar leren van over het Koninkrijk van God. Waar we nieuwe en ambachtelijke dingen combineren. Waar we elkaar wijzen op de tekens van het koninkrijk. Waar we elkaar corrigeren en op het rechte pad wijzen. Waar we samen de weg van het Koninkrijk gaan. Met vreugde. Amen.